![]() delen. Ze vergt een specifieke benadering waarbij met name rekening wordt gehouden met de comorbiditeit van de pati- ent. De pathofysiologie van deze spontane doorbraakpijn is slecht bekend, maar zou met name verbonden zijn aan de evolutie van de tumor en/of de behandeling ervan. Omdat de fundamentele mechanismen van doorbraakpijn dus niet dui- delijk zijn, is de behandeling noodzakelijkerwijs empirisch. Bij falen van de behandeling, waardoor onvoldoende pijnstilling tot een onmenselijke situatie leidt, hebben we te maken met `echte' hardnekkige pijn. In sommige gevallen kunnen we niet anders dan gecontroleerde sedatie toepassen. Als gecontro- leerde sedatie de enige aanvaardbare optie is, spreken we van noodprotocollen. Als de patiënt dit wenst, en binnen de gren- zen van het wettelijke kader, kan euthanasie hier eveneens deel van uitmaken. om hun pijn te beheren en de laatste 20 jaar werd in dit do- mein een aanzienlijke vooruitgang geboekt. neesmiddelen, vooral met morfinederivaten. Ze worden ge- bruikt sinds we meer inzicht hebben verworven in de biologie van de morfinereceptoren in het zenuwstelsel en de opioïden worden onderworpen aan rotatietechnieken, mits er kennis is van de equipotentie tussen opioïden onderling. Met methadon, waarvan de equivalentie ten opzichte van morfine beter bekend is, kan complexe of andere refractaire pijn zoals kan- kerpijn met een neuropathische component worden gecon- troleerd. Eén van de interessantste producten waarover we beschikken om hardnekkige pijn te beheren, is fentanylcitraat. De transmucosale vorm wordt in België helaas nog altijd niet terugbetaald, ondanks de efficiëntie dankzij de snelle absorptie. Fentanylcitraat leent zich uitstekend voor de behandeling van paroxismale pijn. Andere geneesmiddelen zijn gabapentine en pregabaline, bijzonder nuttig voor de behandeling van neuro- pathische pijn, en ketamine dat, soms met ernstige bijwerkin- gen, ondraaglijke pijn kan verlichten. Het mag niet worden ge- bruikt zonder de noodzakelijke medische expertise. Andere coanalgetica zoals clonidine en amfetamines worden voorge- steld, maar niet systematisch gebruikt. nen worden gebruikt om de morfinedosissen in het algemeen te verlagen en doorbraakpijn te verlichten. Binnenkort komen ze in België op de markt in de vorm van een mondspray die tetrahydrocannabinol en cannabidiol bevat. een opioïd, clonidine en een lokaal anestheticum gebruikt. Via deze toedieningsweg bindt de medicatie veel directer aan de centrale receptoren. Deze toedieningsweg kan gebruikt wor- den bij alle vormen van pijn, maar is wel actiever bij neuropa- thische pijn. Deze lokale pijnstilling wordt epiduraal of intrathecaal toege- diend. Bij de epidurale benadering wordt gewoon een port-a- cath geplaatst die verbonden is met een katheter in de epidu- rale ruimte. De port-a-cath bevindt zich subcutaan ter hoogte van de lendenen. Aldaar wordt die aangeprikt en met een uit- wendig kathetersysteem verbonden met een externe pomp. Niet zelden treden hierbij complicaties op (zoals infectie en obstructie). Bij de intrathecale benadering kunnen, voor een- zelfde efficiëntie, vijf tot tien keer (equivalenties variërend in functie van bron) lagere dosissen en volumes worden toege- diend dan langs de epidurale weg. Bij deze techniek worden de katheter en de pomp operatief ingeplant: ze is dan ook veel duurder en de zorgcontinuïteit moet worden gegarandeerd om eventuele complicaties te beheren. De indicaties van de epidurale weg zijn beperkt, vooral door de mogelijke lokale complicaties zoals infecties of epidurale fibrose. De techniek is echter bijzonder efficiënt om subdiafragmatische pijn te con- troleren: de inplanting van de pomp vermindert de infectie- risico's en met dit systeem kunnen naast de continue behandeling supplementen (bolussen) worden toegediend. fragmatische pijn is mogelijk, maar vereist een neurochirurgi- sche procedure (plaatsing van de katheter ter hoogte van het ruggenmergvocht of een intraventriculaire katheter). kankerpatiënten in een gevorderd stadium en kunnen het pijn- probleem aanzienlijk verergeren. Vaak vergen ze een psycholo- gische en psychiatrische behandeling. De psychiatrische geneesmiddelen. Het is belangrijk om een precieze diagnose te stellen aangezien een anxiodepressief syndroom andere psy- chiatrische stoornissen (zoals neurosen, borderline-persoon- lijkheidsstoornis of psychose) kan compliceren. Hypervigilantie bijvoorbeeld kan de perceptie van de pijn versterken. Studies hebben ook aangetoond dat patiënten met psychiatrische stoornissen van het type `borderline' een lagere pijngrens Een psychologische evaluatie kan duidelijk maken of familiale of relationele conflicten interfereren met een goed pijnbeheer, of dat de patiënt om verschillende redenen (spirituele of filosofi- |