background image
15
Onco
l
Vol 7
l
Nr 3
l
2013
ten, peptiden, micro-RNA's, mRNA's en lipiden. Exosomen
kunnen geïsoleerd worden uit tumoren en het lichaamsvocht
van kankerpatiënten en worden verondersteld een belangrijke
rol te spelen in onder meer de verwijdering van therapeutische
medicijnen, de overdracht van zowal RNA als eiwitten naar
andere cellen en het moduleren van het immuunsysteem. Zo
stimuleren exosomen niet alleen de generatie (9, 23) en de
suppressieve capaciteit van MDSC's (10, 24) maar verhinderen
ze ook de vorming van mature DC's (11, 25).
Factoren gesecreteerd door de tumor
(tumor-derived soluble factors, TDSF)
Verschillende factoren geproduceerd door kankercellen hebben
een effect op myloïde cellen. VEGF, CXCL12 en S100A8/9 zijn
factoren die voornamelijk een effect hebben op de expansie en
de aanwezigheid van MDSC's in de tumor (12, 26). Daarenbo-
ven zijn deze factoren ook in staat DC's te polariseren naar re-
gulatorische DC's die T-celproliferatie kunnen onderdrukken (13,
27). Een andere factor die ook een sleutelrol speelt in de aan-
trekking en de polarisatie van myeloïde cellen is prostaglandine
E2 (PGE2). PGE2 kan onder meer de toestroom van MDSC's en
Tregs naar de tumor vergroten door de productie op te drijven
van verschillende chemokines, zoals CXCL12 en CCL2. Voorts
verhoogt het ook de IL-10-productie door macrofagen, speelt
het een rol bij de inductie van HIF-1 in MDSC's en kan het de
maturatie van DC's blokkeren zodat deze cellen geen T-cellen
meer kunnen activeren (14, 28). Andere belangrijke TDSF, die
een rol spelen in de polarisatie van myeloïde cellen, zijn onder
meer de immuunsuppresieve cytokines TGF- en IL-10 en het
angiogene proteïne angiopoëtine 2 dat de productie van IL-10
door TEM's verhoogt (15, 28)
De dynamiek van myeloïde
celpopulaties in de tumor:
open vragen omtrent hun aantrek-
king naar de tumor en hun plasticiteit
Het is duidelijk dat tijdens de verschillende fasen van tumor-
progressie een uitgebreide interactie plaatsgrijpt tussen de kan-
ker- en myloïde cellen. De precieze aarde en de dynamiek van
deze interactie is tot op heden echter onduidelijk en dit wordt
hier besproken aan de hand van twee open vragen.
Selectieve aantrekking versus expansie in situ
Solide tumoren worden geïnfiltreerd door verschillende cellen,
waarvan myloïde cellen een aanzienlijk percentage kunnen bedra-
gen (het exacte percentage varieert, aangezien het voornamelijk
afhankelijk is van de oorsprong en het stadium van de tumor). De
dubbele vraag die hierbij gesteld kan worden is: a) waarom zijn er
zoveel myeloïde cellen aanwezig in de tumor en b), worden deze
cellen aangetrokken of/en expanderen ze in situ?
Infiltratie van de tumor door myeloïde cellen
Myeloïde cellen dringen tumoren binnen via bloedvaten en dit
gebeurt zowel in het vroege stadium wanneer vascularisatie
optreedt, als in het late stadium wanneer tumoren metastatisch
zijn. Een heleboel componenten spelen een rol bij de aantrek-
king van deze leukocyten, waaronder verschillende TDSF's en
verscheidene CC-chemokineliganden en -receptoren. Angio-
gene TDSF's, zoals VEGF, plateled-derived growth factor (PDGF)
en CFS-1, spelen voornamelijk een rol bij de aantrekking van
monocyten (26), terwijl angiopoëtine 2 eerder instaat voor de
aantrekking van TEM's (26). Voorts dragen verschillende che-
mokines en chemokinereceptoren bij tot de aantrekking van
neutrofielen (vooral CXCL8) en DC's, zoals CCL20, CCL17,
CCR5 en CCR6 (29). Vooral CCL2 is een belangrijke che-
motactische factor voor de aantrekking van monocyten en
MO-MDSC's (12, 30). Daarenboven kunnen additionele me-
chanismen de aantrekking van immuunsuppressieve myeloïde
cellen bevorderen. Zo werd onlangs aangetoond dat de intra-
tumorale productie van reactieve stikstofintermediairen instaat
voor de nitrering/nitrosylering van CCL2. Bijgevolg trekt dit
gemodificeerde CCL2 enkel nog myeloïde cellen aan, maar
geen tumorspecifieke T-cellen meer (31).
In-situ-expansie
De meeste myeloïde cellen worden in het beenmerg gevormd.
Tijdens situaties van chronische inflammatie, zoals bij kanker, kan er
echter extramedullaire myelopoëse optreden. In deze context
werd aangetoond dat MO-MDSC's de capaciteit bezitten om ac-
tief te proliferen in de milt van tumordragende muizen (32). Voorts
werd ook aangetoond dat aanhoudende IL-4 stimulatie ervoor
kan zorgen dat terminaal gedifferentieerde weefselmacrofagen
opnieuw beginnen te delen (33). Aangezien zelfvernieuwing van
mature macrofagen opgewekt kan worden door deficiënties in de
MafB- en C-Maf-transcriptiefactoren (34), zou men durven veron-
derstellen dat IL-4 of andere M2-stimuli, de functies van MafB/
c-Maf kunnen beïnvloeden. Deze veronderstelling is echter te
voorbarig, aangezien data omtrent MafB/c Maf in TAM's ontbreken.
Daarenboven is er te weinig gericht onderzoek uitgevoerd naar de
proliferatie van myeloïde cellen binnen tumoren.
De plasticiteit en het verloop van polarisatie /
maturatie / differentiatie van myeloïde celpopulaties
in eenzelfde tumor
De tumormicro-omgeving kan op twee manieren de im-
muunonderdrukkende en angiogene capaciteit van myeloïde