![]() kunnen geïsoleerd worden uit tumoren en het lichaamsvocht van kankerpatiënten en worden verondersteld een belangrijke rol te spelen in onder meer de verwijdering van therapeutische medicijnen, de overdracht van zowal RNA als eiwitten naar andere cellen en het moduleren van het immuunsysteem. Zo stimuleren exosomen niet alleen de generatie (9, 23) en de suppressieve capaciteit van MDSC's (10, 24) maar verhinderen ze ook de vorming van mature DC's (11, 25). (tumor-derived soluble factors, TDSF) een effect op myloïde cellen. VEGF, CXCL12 en S100A8/9 zijn factoren die voornamelijk een effect hebben op de expansie en de aanwezigheid van MDSC's in de tumor (12, 26). Daarenbo- ven zijn deze factoren ook in staat DC's te polariseren naar re- gulatorische DC's die T-celproliferatie kunnen onderdrukken (13, 27). Een andere factor die ook een sleutelrol speelt in de aan- trekking en de polarisatie van myeloïde cellen is prostaglandine E2 (PGE2). PGE2 kan onder meer de toestroom van MDSC's en Tregs naar de tumor vergroten door de productie op te drijven van verschillende chemokines, zoals CXCL12 en CCL2. Voorts verhoogt het ook de IL-10-productie door macrofagen, speelt het een rol bij de inductie van HIF-1 in MDSC's en kan het de maturatie van DC's blokkeren zodat deze cellen geen T-cellen meer kunnen activeren (14, 28). Andere belangrijke TDSF, die een rol spelen in de polarisatie van myeloïde cellen, zijn onder meer de immuunsuppresieve cytokines TGF- en IL-10 en het angiogene proteïne angiopoëtine 2 dat de productie van IL-10 door TEM's verhoogt (15, 28) celpopulaties in de tumor: open vragen omtrent hun aantrek- king naar de tumor en hun plasticiteit progressie een uitgebreide interactie plaatsgrijpt tussen de kan- ker- en myloïde cellen. De precieze aarde en de dynamiek van deze interactie is tot op heden echter onduidelijk en dit wordt hier besproken aan de hand van twee open vragen. waarvan myloïde cellen een aanzienlijk percentage kunnen bedra- gen (het exacte percentage varieert, aangezien het voornamelijk afhankelijk is van de oorsprong en het stadium van de tumor). De dubbele vraag die hierbij gesteld kan worden is: a) waarom zijn er cellen aangetrokken of/en expanderen ze in situ? gebeurt zowel in het vroege stadium wanneer vascularisatie optreedt, als in het late stadium wanneer tumoren metastatisch zijn. Een heleboel componenten spelen een rol bij de aantrek- king van deze leukocyten, waaronder verschillende TDSF's en verscheidene CC-chemokineliganden en -receptoren. Angio- gene TDSF's, zoals VEGF, plateled-derived growth factor (PDGF) en CFS-1, spelen voornamelijk een rol bij de aantrekking van monocyten (26), terwijl angiopoëtine 2 eerder instaat voor de aantrekking van TEM's (26). Voorts dragen verschillende che- mokines en chemokinereceptoren bij tot de aantrekking van neutrofielen (vooral CXCL8) en DC's, zoals CCL20, CCL17, CCR5 en CCR6 (29). Vooral CCL2 is een belangrijke che- motactische factor voor de aantrekking van monocyten en MO-MDSC's (12, 30). Daarenboven kunnen additionele me- chanismen de aantrekking van immuunsuppressieve myeloïde cellen bevorderen. Zo werd onlangs aangetoond dat de intra- tumorale productie van reactieve stikstofintermediairen instaat voor de nitrering/nitrosylering van CCL2. Bijgevolg trekt dit gemodificeerde CCL2 enkel nog myeloïde cellen aan, maar geen tumorspecifieke T-cellen meer (31). Tijdens situaties van chronische inflammatie, zoals bij kanker, kan er echter extramedullaire myelopoëse optreden. In deze context werd aangetoond dat MO-MDSC's de capaciteit bezitten om ac- tief te proliferen in de milt van tumordragende muizen (32). Voorts werd ook aangetoond dat aanhoudende IL-4 stimulatie ervoor kan zorgen dat terminaal gedifferentieerde weefselmacrofagen opnieuw beginnen te delen (33). Aangezien zelfvernieuwing van mature macrofagen opgewekt kan worden door deficiënties in de MafB- en C-Maf-transcriptiefactoren (34), zou men durven veron- derstellen dat IL-4 of andere M2-stimuli, de functies van MafB/ c-Maf kunnen beïnvloeden. Deze veronderstelling is echter te voorbarig, aangezien data omtrent MafB/c Maf in TAM's ontbreken. Daarenboven is er te weinig gericht onderzoek uitgevoerd naar de proliferatie van myeloïde cellen binnen tumoren. maturatie / differentiatie van myeloïde celpopulaties in eenzelfde tumor muunonderdrukkende en angiogene capaciteit van myeloïde |