![]() van longkanker: nieuwe concepten stagering bij longkanker algemene toestand van de patiënt zijn niet alleen van prognostisch belang (Figuur 1), maar helpen ook bij de keuze van de therapeutische strategie. Immers, patiënten met niet-kleincellige longkanker in stadium I en stadium II hebben geen uitzaaiingen in de mediasti- nale klieren en worden bij voorkeur behandeld met primaire resectie. Patiënten in stadium III hebben veelal wel uitzaaiingen in de mediastinale klieren (of directe invasie van de tumor in het mediastinum) en hebben meeste baat bij een gecombineerde behandeling met chemo-radiotherapie of inductiechemotherapie gevolgd door resectie bij sterk geselecteerde gevallen. Bij patiënten met stadium IV (en dus uitzaaiing `op afstand') wie geen uitzaaiingen buiten de borstkas, in de contralaterale long of in het longvlies worden aangetroffen, komt het erop aan de mediastinale klieren van de long te onderzoeken. De patiënt komt immers enkel in aanmerking voor primaire resectie wanneer geen uitzaaiing in de mediastinale klieren kan worden gevonden. Beeldvorming is vaak niet accuraat voor mediastinaal klieronderzoek, kwalitatief goed verricht invasief onderzoek met biopsie is dat wel. Zowel chirurgische mediastinoscopie als endoscopische echografie van het mediastinum behoren tot de mogelijkheden. Nieuw onderzoek toont dat beide een indicatie hebben in een vernieuwd stageringsalgoritme bij de longkankerpatiënt. Starten van mediastinaal onderzoek met echo-endoscopie verdient nu veelal de voorkeur, terwijl chirurgische mediastinoscopie een plaats heeft om vals-negatief echo- endoscopisch onderzoek te detecteren of bij herstagering na inductietherapie. stagering) (1). |