![]() een gemiddeld risico; ker. De preventieve middelen beschrijven en relativeren in vergelijking met de andere risico's voor de gezondheid, vooral de cardiovasculaire risico's. motiveerde weigering te aanvaarden. De participatie moet in ieder geval persoonlijk en vrijwillig zijn. In principe is geen pu- blieke uitnodiging vereist als er goede informatie wordt gege- ven. In de praktijk bevatten de meeste informatiefolders echter onvoldoende objectieve informatie om een beslissing op maat mogelijk te maken. valkanker lopen, zou de incidentie van intervalkanker moeten verlagen. Risicofactoren voor intervalkanker zijn familiale ante- cedenten, een hoge mammografische densiteit en gebruik van een hormonale behandeling. verouderen, stijgt het absolute aantal gevallen van intervalkan- ker met de leeftijd, omdat de totale incidentie van borstkanker stijgt. Intervalkankers komen echter verhoudingsgewijs vaker voor bij jonge vrouwen, omdat die tumoren sneller groeien en omdat mammografie in deze leeftijdsgroep onvoldoende ge- voelig is (11). van een hoge of zeer hoge mammografische densiteit, wegens de beperkte gevoeligheid van mammografie en het agressievere fenotype van tumoren die ontstaan in dense borsten (12, 13). Een interessante vaststelling is dat het risico nog hoger is bij vrouwen ouder dan 50 jaar, omdat de mammografische densi- teit afneemt naarmate het vetweefsel van de borsten bij het verouderen vermindert (13). Kerlikowske heeft in de WHI-stu- die vastgesteld dat een geringe mammografische densiteit ge- vrouwen therapie met hormonale substitutie gebruikten. Bij vrouwen met borsten met een hoge dichtheid daarentegen ging het gebruik van combinatietherapie (oestrogenen + progestage- nen) gepaard met een hoger risico op borstkanker en betrof het ook vaker borstkanker in een gevorderd stadium op het ogen- blik dat de diagnose werd gesteld (14). Daarom is een intensie- vere screening wenselijk bij vrouwen met een hoge mammogra- fische dichtheid, vooral als ze een gecombineerde hormonale substitutie krijgen, en/of in het geval van familiale antecedenten van borstkanker. De screening zou moeten gebeuren met ge- voeligere beeldvormingstechnieken en het interval tussen de screeningen zou korter moeten zijn (15). een hoger hereditair risico, niet alleen omdat de incidentie van borstkanker bij die vrouwen hoger is, maar ook omdat de tu- mor sneller groeit (16). Vrouwen van 40-49 jaar met borsten met een zeer hoge dichtheid en eerstegraadsverwanten met borstkanker lopen een tweemaal hoger risico op borstkanker (17). In de FH01-studie werd aangetoond dat het aantal gevor- derde kankergezwellen bij vrouwen van 40-49 jaar met een matig hoog hereditair risico significant kon worden verlaagd door middel van een jaarlijkse mammografie (18). Bij patiënten met een gemuteerd BRCA-gen zou een jaarlijkse MRI vanaf de leeftijd van 25 jaar in combinatie met een jaarlijkse mammogra- fie vanaf de leeftijd van 30 jaar de beste strategie zijn, ondanks het risico op fout-positieve uitkomsten en op door röntgen- stralen veroorzaakte tumoren (19). bij vrouwen jonger dan 50 jaar, in de perimenopauze en in het geval van een hoge mammografische densiteit, maar heeft als nadeel dat het aantal fout-positieve resultaten hoger ligt. De tumoren die specifiek bij digitale mammografie werden ont- dekt, hadden meestal een goede prognose, wat dus het risico op overdiagnostiek verhoogde (20). gevoeligheid van mammografie in het geval van borsten met hoge mammografische densiteit volledig worden gecompen- seerd door echografie (21). De meeste tumoren die alleen bij echografie werden gezien, waren invasieve kankers zonder klierinvasie. Een combinatie van echografie en mammografie resulteerde echter in een significante stijging van het aantal bi- opsies. Er werd een biopsie uitgevoerd bij 5 procent van de |