background image
7
Onco
l
Vol 7
l
Nr 3
l
2013
- de screening starten op een leeftijd waarop het individuele
risico equivalent is aan dat van een vrouw van 50 jaar met
een gemiddeld risico;
- de screening stopzetten als het risico op overlijden aan
borstkanker niet opweegt tegen de comorbiditeit;
- de frequentie van en het type onderzoek aanpassen vol-
gens het individuele risico en de mammografische densiteit;
- de screeningstrategie regelmatig bij elke patiënte afzonder-
lijk opnieuw evalueren;
- elk vrouw zorgvuldig inlichten over de voor- en nadelen
van screening en over hun persoonlijke risico op borstkan-
ker. De preventieve middelen beschrijven en relativeren in
vergelijking met de andere risico's voor de gezondheid,
vooral de cardiovasculaire risico's.
De artsen zouden moeten leren om een doordachte en ge-
motiveerde weigering te aanvaarden. De participatie moet in
ieder geval persoonlijk en vrijwillig zijn. In principe is geen pu-
blieke uitnodiging vereist als er goede informatie wordt gege-
ven. In de praktijk bevatten de meeste informatiefolders echter
onvoldoende objectieve informatie om een beslissing op maat
mogelijk te maken.
Vrouwen met een hoog risico opsporen
Een intensievere screening bij vrouwen die een risico op inter-
valkanker lopen, zou de incidentie van intervalkanker moeten
verlagen. Risicofactoren voor intervalkanker zijn familiale ante-
cedenten, een hoge mammografische densiteit en gebruik van
een hormonale behandeling.
Leeftijd
Hoewel de gevoeligheid van mammografie verbetert met het
verouderen, stijgt het absolute aantal gevallen van intervalkan-
ker met de leeftijd, omdat de totale incidentie van borstkanker
stijgt. Intervalkankers komen echter verhoudingsgewijs vaker
voor bij jonge vrouwen, omdat die tumoren sneller groeien en
omdat mammografie in deze leeftijdsgroep onvoldoende ge-
voelig is (11).
Mammografische dichtheid
Het risico op een intervalkanker is 60 procent hoger in het geval
van een hoge of zeer hoge mammografische densiteit, wegens
de beperkte gevoeligheid van mammografie en het agressievere
fenotype van tumoren die ontstaan in dense borsten (12, 13).
Een interessante vaststelling is dat het risico nog hoger is bij
vrouwen ouder dan 50 jaar, omdat de mammografische densi-
teit afneemt naarmate het vetweefsel van de borsten bij het
verouderen vermindert (13). Kerlikowske heeft in de WHI-stu-
die vastgesteld dat een geringe mammografische densiteit ge-
paard ging met een lage incidentie van borstkanker, ongeacht de
vrouwen therapie met hormonale substitutie gebruikten. Bij
vrouwen met borsten met een hoge dichtheid daarentegen ging
het gebruik van combinatietherapie (oestrogenen + progestage-
nen) gepaard met een hoger risico op borstkanker en betrof het
ook vaker borstkanker in een gevorderd stadium op het ogen-
blik dat de diagnose werd gesteld (14). Daarom is een intensie-
vere screening wenselijk bij vrouwen met een hoge mammogra-
fische dichtheid, vooral als ze een gecombineerde hormonale
substitutie krijgen, en/of in het geval van familiale antecedenten
van borstkanker. De screening zou moeten gebeuren met ge-
voeligere beeldvormingstechnieken en het interval tussen de
screeningen zou korter moeten zijn (15).
Erfelijkheid
De incidentie van intervalkanker is verhoogd bij vrouwen met
een hoger hereditair risico, niet alleen omdat de incidentie van
borstkanker bij die vrouwen hoger is, maar ook omdat de tu-
mor sneller groeit (16). Vrouwen van 40-49 jaar met borsten
met een zeer hoge dichtheid en eerstegraadsverwanten met
borstkanker lopen een tweemaal hoger risico op borstkanker
(17). In de FH01-studie werd aangetoond dat het aantal gevor-
derde kankergezwellen bij vrouwen van 40-49 jaar met een
matig hoog hereditair risico significant kon worden verlaagd
door middel van een jaarlijkse mammografie (18). Bij patiënten
met een gemuteerd BRCA-gen zou een jaarlijkse MRI vanaf de
leeftijd van 25 jaar in combinatie met een jaarlijkse mammogra-
fie vanaf de leeftijd van 30 jaar de beste strategie zijn, ondanks
het risico op fout-positieve uitkomsten en op door röntgen-
stralen veroorzaakte tumoren (19).
Beeldvormingstechnieken op maat
Digitale mammografie is gevoeliger dan analoge mammografie
bij vrouwen jonger dan 50 jaar, in de perimenopauze en in het
geval van een hoge mammografische densiteit, maar heeft als
nadeel dat het aantal fout-positieve resultaten hoger ligt. De
tumoren die specifiek bij digitale mammografie werden ont-
dekt, hadden meestal een goede prognose, wat dus het risico
op overdiagnostiek verhoogde (20).
In een groot retrospectief cohortonderzoek kon de beperkte
gevoeligheid van mammografie in het geval van borsten met
hoge mammografische densiteit volledig worden gecompen-
seerd door echografie (21). De meeste tumoren die alleen bij
echografie werden gezien, waren invasieve kankers zonder
klierinvasie. Een combinatie van echografie en mammografie
resulteerde echter in een significante stijging van het aantal bi-
opsies. Er werd een biopsie uitgevoerd bij 5 procent van de