![]() met EUS-FNA (Figuur 3). Een ander voorbeeld is de hersta- gering na inductietherapie. Het is aangetoond dat de ac- curaatheid van echo-endoscopie na inductiechemotherapie slechter is dan deze van mediastinoscopie. Dat heeft te maken met de verlaagde prevalentie van klieraantasting na inductie- chemotherapie en de slechte negatief voorspellende waarde van endo-echografie hierdoor. Voor deze indicatie blijft de chirurgische mediastinoscopie eerste keus. teerd, is een essentiële voorwaarde voor kwaliteitsvolle long- kankerstagering. Hiermee wordt bedoeld dat minstens drie mediastinale klierstations worden onderzocht en gebiopteerd. Hoewel klieronderzoek van het mediastinum met een chirur- gische benadering (de mediastinoscopie) de voorbije 50 jaar de standaard was, tonen nieuwe data aan dat met echo-endo- scopie systematisch klieronderzoek mogelijk is, en dat dit bovendien net zo accuraat kan. Een recent prospectief cohort- onderzoek door Kazuhiro Yasufuku et al. (4) vergeleek EBUS- TBNA direct met mediastinoscopie en vond dat de sensitivi- teit voor detectie van uitzaaiing in de mediastinale klieren res- pectievelijk 81 en 79 procent was. Over het systematische kli- eronderzoek zijn vandaag echter de meeste data beschikbaar betreffende de techniek waarbij EUS-FNA en EBUS-TBNA worden gecombineerd. Recente data beschrijven dat met de bronchoscoop eerst in de luchtwegen en dan in de slokdarm (`single scope procedure') net zo goede resultaten worden ge- haald dan wanneer men met twee aparte endoscopen zou werken. De gerandomiseerde ASTER-studie, waarbij endo-echografie (EBUS-TBNA plus EUS-FNA) direct werd vergeleken met van patiënten met longkanker, leerde dat de sensitiviteit om mediastinale klieruitzaaiing te ontdekken respectievelijk (5). Dit was niet significant verschillend. Toevoegen van chirur- gische mediastinoscopie aan een (negatieve) complete endo- echografie dreef de gevoeligheid echter op tot 94 procent (95%-BI: 85-98). Dat was significant beter dan bij die patiënten waarbij gestart werd met chirurgische mediastinoscopie. Met deze strategie verminderde de kans op vals-negatief mediasti- naal onderzoek van 15 naar 7 procent, wat klinisch relevant is en zich vertaalt in minder onnodige thoracotomieën. kankerpatiënten getoond die met complete endo-echografie werden onderzocht. Deze data bevestigen dat systematisch klieronderzoek met EUS-FNA samen met EBUS-TBNA niet alleen haalbaar en accuraat is, maar ook dat de gecombineerde procedure beperkte, doch meetbare meerwaarde biedt boven het onderzoek met EBUS-TBNA alleen (2). altijd gevolgd worden door een chirurgische mediastinoscopie? de klieren nodig is, eerst met endo-echografie worden onder- zocht, en indien dit negatief uitvalt een chirurgische mediasti- noscopie ondergaan, is te verkiezen op basis van wetenschap- pelijke data. De voordelen zijn meervoudig: het klieronderzoek is nauwkeuriger, veiliger en leidt tot minder onnodige thora- cotomieën. De strategie is bovendien goedkoper en wordt beter verdragen door de patiënten in vergelijking met de stra- afstand (2). |