background image
44
l
Neuron
·
Vol 17
·
Nr 7
·
2012
hij met zijn moeder naar België. Zijn va-
der zou snel volgen. "We hadden de Bel-
gische nationaliteit; mijn vader was ge-
boren in Iran. Mijn grootvader was ook
ingenieur en was afgevaardigd bestuur-
der van dat bedrijf geweest. Jammer ge-
noeg werd hij kort na de Eerste Wereld-
oorlog getroffen door de Spaanse griep.
Hij overleed in België in het jaar waarin
ik geboren ben.
"
Hij had al heel vroeg interesse voor ge-
neeskunde. "Al op mijn vierde zei ik dat
ik dokter wilde worden. De jongen in
mij voelde zich aangetrokken door het
feit dat artsen vaak een mooie wagen en
een knappe vrouw hadden",
voegt hij
lachend toe. "Sinds de lagere school heb
ik dus nooit iets anders dan geneeskunde
overwogen
." In 1958 behaalde hij zijn
diploma in de geneeskunde, waarna hij
zijn militaire dienst aanving.
Bij zijn keuze voor de specialisatie neu-
rologie speelden andere overwegingen
een rol. "In die tijd was er aan de Univer-
siteit van Luik geen opleiding voor deze
specialiteit"
, legt hij uit. "Zoals nog an-
dere specialismen behoorde de neurolo-
gie tot het domein van de interne ge-
neeskunde. Mijn `leermeester', prof.
Henri Van Cauwenberghe, was sterk in
zijn vak, maar geen neuroloog van
opleiding
." In zijn 3e kandidatuur ging
de jonge student aan de slag als assis-
tent-leerling in het laboratorium voor
histologie van prof. Chevrement, waar
hij twee dagen per week werkte. "Om-
dat ik onderzoek deed, had ik al ver-
schillende wetenschappelijke artikels
gepubliceerd. Op die manier kon ik een
beurs krijgen, als eerste laureaat op de
universitaire wedstrijd voor reisbeurzen.
In 1960 kon ik naar Frankrijk vertrekken.
In mijn 5e jaar volgde ik de cursus van
prof. Roskam, professor inwendige ge-
neeskunde, en kreeg ik de smaak van de
neurologie te pakken. Het was een heel
didactische discipline; de symptomen
waren logisch en ik hield wel van die
moeilijke propedeuse
." Maar hoewel
Georges Franck eigenlijk voor zes maan-
den vertrokken was, kwam hij pas twee
jaar later terug, na een opleiding in de
neurologie, met bijzondere aandacht
voor epilepsie en elektro-encefalografie
op de dienst van prof. Henri Gastaut in
Marseille. Gastaut was neuroloog en een
groot specialist in epilepsie, en in die tijd
voorzitter van de Internationale Federa-
tie van Liga's tegen epilepsie. "Hij wilde
dat ik langer bleef en ik kreeg een beurs
van het CNRS en vervolgens van het In-
stitut national d'hygiène de France.
Daarna kreeg ik, dankzij de steun van
prof. Van Cauwenberghe, ook nog een
beurs van het Fonds national de la re-
cherche scientifique (FNRS/NFWO)
."
Toen hij op aandringen van die laatste
terugkeerde naar België ­ en ondanks
het feit dat prof. Gastaut wilde dat hij
zijn carrière bij hem voortzette ­ stelde
Georges Franck zich kandidaat voor het
Fonds national de la recherche (Natio-
naal Fonds Onderzoek). Hij werd verant-
woordelijk voor onderzoek en ontpopte
zich verder tot gekwalificeerd onder-
zoeker. In 1970 behaalde hij zijn ag-
gregaat voor het hoger onderwijs (aggre-
gatie bij prof. Florkin en Schoffeniels,
leerstoel biochemie aan de ULg), en al
snel werd hij erkend als internist, later
ook als neuroloog.
Ionenstromen ter hoogte van
de hersenschors
Georges Franck wijdde zijn aggrega-
tieproefschrift aan de ionenstromen in
de hersenschors bij dieren. "Dat was vrij
origineel, omdat we in de jaren 65-70
voor het eerst de hypothese naar voor
hadden geschoven dat gliacellen niet
zomaar ondersteunende cellen waren,
wel cellen die een actieve rol spelen als
satellietcellen van de neuronen, wat be-
langrijk is in het kader van de excitabilit-
eit van de hersenen. We hebben dan de
hypothese geformuleerd ­ in die tijd ge-
durfd ­ dat de gliacellen bijdragen tot de
regulatie van het kalium van de extracel-
lulaire milieus van de neuronen en dus
een belangrijke rol speelden in hun prik-
kelbaarheid. Vervolgens gingen we op
moleculaire schaal werken en onder-
zochten we de enzymcurven van de
Na+ - K
+-uitwisselingen op gescheiden
populaties van neuronen en gliacellen,
die we hadden verkregen door differen-
tiële ultracentrifugatie. Dankzij dit
onderzoek konden we aantonen dat dit
enzym op het niveau van de gliacellen
een hogere sensitiviteit voor kalium had
dan de neuronen. Dit bevestigde onze
eerste hypothese, waarna we uitge-
nodigd werden op talrijke wetenschap-
pelijke bijeenkomsten
." Voor dit onder-
zoek werkte Georges Franck samen met
Thierry Grisar, neuroloog en momenteel
verantwoordelijk voor de leerstoel Bio-
chemie, en met Gustave Moonen, die
hem opvolgde in de leerstoel Neurologie
en momenteel decaan is van de faculteit
Geneeskunde van de ULg. Moonen
onderzocht cellen die niet langer waren
verkregen door ultracentrifugatie, maar
door weefselcultuur. Zijn onderzoek be-
vestigde dat de kaliumionen een belang-
rijke rol speelden op het niveau van de
gliacellen, en dus ook een duidelijk ef-
fect hadden op de prikkelbaarheid van
de neuronen.
"De internisten wilden de neurologie
niet `loslaten'. Ze waren bang dat ze het-
zelfde zouden moeten doen met de an-
dere takken van de inwendige ge-
neeskunde. Bij de opvolging van prof.
Bobon wilde de faculteit Geneeskunde
de leerstoel Psychiatrie veranderen in
een leerstoel Neurologie. Maar de inter-
nisten verzetten zich hiertegen en zo
werd uiteindelijk de leerstoel Neuropsy-
chiatrie opgericht. Zelf was ik al erkend
als neuropsychiater, hoewel ik een spe-
cialisatie in de inwendige geneeskunde
had gevolgd
." Georges Franck werd aan-
gesteld als professor Neuropsychiatrie.
Later verliet hij het ziekenhuis Bavière
voor het nieuwe CHU Sart-Tilman in