background image
35
l
Neuron
·
Vol 17
·
Nr 7
·
2012
reid is om op expliciet verzoek van een
patiënt middelen toe te dienen om diens
levenseinde te bespoedigen. Meer dan
de helft van de artsen vindt dat de arts
samen met het behandelend team moet
kunnen beslissen om levensbeëindigen-
de middelen toe te dienen indien een
ongeneeslijk zieke patiënt ondraaglijk
lijdt en niet in staat is om zelf beslissin-
gen te nemen. Drie op de vier artsen
ging akkoord met de stelling dat levens-
beëindiging op verzoek van de patiënt
deel kan uitmaken van goede zorg aan
het levenseinde. De overgrote meerder-
heid van de artsen kan zich ook vinden
in euthanasie voor terminaal zieke
patiënten met extreme, oncontroleerbare
pijn of ander lijden.
Tien procent van de bevraagde artsen
vindt dat de euthanasiewet de verdere
uitbouw van de palliatieve zorg verhin-
dert. Ongeveer één op vier vindt dat eu-
thanasie een zaak is van de arts en de
patiënt waar de Commissie niet moet op
toezien, terwijl 68 procent van de artsen
vindt dat maatschappelijke controle op
de euthanasiepraktijk noodzakelijk is.
Volgens 66 procent van de artsen zou de
euthanasiewet ook bijdragen aan de
zorgvuldigheid van het medisch hande-
len aan het levenseinde. De meerder-
heid van de artsen is voorstander van
uitbreiding van de euthanasiewet naar
minderjarigen, terwijl net iets minder
dan de helft van hen voor uitbreiding
van de wet is voor wilsonbekwaam ge-
worden patiënten zoals dementen die in
bezit zijn van een geldige schriftelijke
wilsverklaring voor euthanasie.
De attitudes van de artsen blijken sterk
samen te hangen met hun geloof of
levensovertuiging. Rooms-katholieke art-
sen die regelmatig een eredienst bijwonen
staan negatiever tegenover euthanasie
dan niet-religieuze artsen, maar hebben
een positievere houding tegenover maat-
schappelijke controle op de euthanasie-
praktijk. Verder blijkt ook dat Waalse
artsen vaker dan Vlaamse artsen vinden
dat euthanasie een privézaak is tussen
arts en patiënt. Het al dan niet een
opleiding in palliatieve zorg gevolgd
hebben, blijkt dan weer niet van invloed
te zijn op de attitude van de arts tegen-
over euthanasie, in tegenstelling tot wat
vaak gevonden wordt in studies in an-
dere landen (16-20).
Conclusie
Euthanasie wordt voornamelijk uitge-
voerd bij jonge patiënten en bij kanker-
patiënten. In 2007 werd in Vlaanderen
53 procent van alle uitgevoerde eutha-
nasiegevallen gemeld aan de Federale
Controle- en Evaluatiecommissie Eutha-
nasie. Euthanasiegevallen die door artsen
niet gemeld worden, worden meestal
door hen ook niet als euthanasie be-
schouwd. In deze niet-gemelde euthana-
siegevallen wordt de euthanasie meestal
uitgevoerd met opiaten. Euthanasiege-
vallen uitgevoerd met duidelijk letale
middelen zoals barbituraten en spierver-
slappers worden zo goed als altijd ge-
meld. Niet-gemelde euthanasiegevallen
worden over het algemeen minder zorg-
vuldig uitgevoerd dan gemelde euthana-
siegevallen. De meeste artsen zijn ak-
koord met euthanasie voor terminaal
zieke patiënten die ernstig lijden. De
meerderheid van hen staat ook positief
tegenover maatschappelijke controle op
de euthanasiepraktijk, hoewel één op
vier vindt dat euthanasie een zaak is tus-
sen de arts en de patiënt waar de Com-
missie niet moet op toezien.
Het hebben van een euthanasiewet op
zich blijkt niet voldoende te zijn om een
zorgvuldige en transparante medische
praktijk te bewerkstelligen. Daarvoor
zijn waarschijnlijk bijkomende maatre-
gelen nodig, zoals voldoende informatie
naar artsen over de euthanasiewet en de
interpretatie van de wettelijke voorwaar-
den en procedures, het intensiever trai-
nen van artsen in zorg aan het levens-
einde al in de basisopleiding geneeskun-
de, het bieden van voldoende ondersteu-
ning aan artsen die geconfronteerd wor-
den met verzoeken van patiënten voor
euthanasie, en het uitwerken van richtlij-
nen rond zorgvuldige uitvoering van
euthanasie en meer specifiek rond
middelengebruik.
Referenties
1.
Pollard BJ. Can euthanasia be safely legalized? Palliative
Medicine 2001;15:61-5.
2.
Wolf SM. Assessing physician compliance with the rules
for euthanasia and assisted suicide. Arch Intern Med
2005;165:1677-9.
3.
George RJD, Finlay IG, Jeffrey D. Legalised euthanasia
will violate the rights of vulnerable patients. BMJ
2005;331:684-5.
4.
Wet betreffende euthanasie 28 mei, 2002. Belgisch
Staatsblad 22 juni 2002. http://www.health.fgov.be/eu-
thanasie.
5.
Nijs H, Deckers E. Nieuwe wetgeving inzake euthana-
sie. Mechelen: Kluwer; 2003.
6.
Distelmans W. De Federale Controle- en Evaluatiecom-
missie inzake de toepassing van de wet van 28 mei 2002
betreffende de euthanasie. Tijdschrift voor Geneeskunde
2004;60(3):232-4.
7.
Smets T, Bilsen J, Cohen J, Rurup ML, De Keyser E, De-
liens L. The medical practice of euthanasia in Belgium
and the Netherlands: Legal notification, control and eva-
luation procedures. Health Policy 2009;90(2-3):181-7.
8.
Mortier F, Deliens L. The prospects of effective legal con-
trol of euthanasia in Belgium. Implications of recent end
of life studies. In Klijn A, Otlowski M, Trappenburg M,
eds. Regulating physician-negotiated death. `s Graven-
hage: Elsevier, 2001: 179-94.
9.
Smets T, Bilsen J, Cohen J, Rurup ML, Deliens L. Legal
euthanasia in Belgium. Characteristics of all reported
euthanasia cases. Med Care 2010;48(2):187-92.
10.
Chambaere K, Bilsen J, Cohen J, et al. A post-mortem
survey on end-of-life decisions using a representative
sample of death certificates in Flanders, Belgium: re-
search protocol. BMC Public Health 2008; August 27;8:
299.
11.
Smets T, Bilsen J, Cohen J, Rurup ML, Mortier F, Deliens
L. Reporting of euthanasia in medical practice in Flan-
ders, Belgium: cross sectional analysis of reported and
unreported cases. BMJ 2010; 341:c5174.
12.
Battin MP, Lipman AG (eds.). Drug use in assisted-suici-
de and euthanasia. New York: Haworth Press; 1996.
13.
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering
der Pharmacie (KNMP). Toepassing en bereiding van
euthanatica. Den Haag: KNMP; 1998.
14.
Smets T, Cohen J, Bilsen J, Van Wesemael Y, Rurup ML,
Deliens L. The labeling and reporting of euthanasia by
Belgian physicians: a study of hypothetical cases. Eur J
Public Health. 2010 Dec 3; doi:10.1093/eurpub/
ckq180.
15.
Smets T, Cohen J, Bilsen J, Van Wesemael Y, Rurup ML,
Deliens L. Attitudes and experiences of Belgian physici-
ans regarding euthanasia practice and the euthanasia
law. J Pain Symptom Manage 2011;41(3):580-93.
16.
Cohen J, van Delden J, Mortier F, et al; Eureld Consorti-
um. Influence of physicians' life stances on attitudes to
end-of-life decisions and actual end-of-life decision-
making in six countries. J Med Ethics 2008;34(4):247-
53.
17.
Cocconi G, Caminiti C, Zaninetta G, et al. National sur-
vey of medical choices in caring for terminally ill pa-
tients in Italy, a cross-sectional study. Tumori
2010;96(1):122-30.
18.
Gonçalves F. Attitudes toward assisted death amongst
Portuguese oncologists. Support Care Cancer
2010;18(3):359-66.
19.
Seale C. Legalisation of euthanasia or physician-assisted
suicide: survey of doctors' attitudes. Palliat Med
2009;23(3):205-12.
20.
Lisker R, Alvarez Del Rio A, Villa AR, Carnevale A. Phy-
sician-assisted death. Opinions of a sample of Mexican
physicians. Arch Med Res 2008;39(4):452-8.