en zijn familie een zekere angst creëert wanneer de diagnose valt. Evolutie is immers onvermijdelijk, al verschilt de snelheid waarmee de ziekte evolueert van patiënt tot patiënt. Parkinsonpatiënten gaan na enkele jaren van `wittebroodsweken' (drie tot tien jaar, naargelang het geval), soms in combinatie met een depressie op het moment van de diagnose, over naar een toestand waarin ze hun activiteiten geleidelijk moeten afbouwen omwille van stijfheid en/of akinesie en/of beven. Vervolgens, wanneer onder andere urine-incontinentie optreedt, zullen ze in het gevorderde stadium hun activiteiten moeten stopzetten en veel hulp nodig hebben, meestal multidisciplinair van aard, waaronder ook psychologische bijstand ter behandeling van gedragingen van psychotische aard (vooral hallucinaties) of cognitieve uitval, die kan uitmonden in dementie. evalueren? er in die evolutiviteit kan worden ingegrepen, zijn specifieke evaluatiemiddelen nodig. Aan de hand van het studieopzet met `uitgestelde start' (delayed start), kan een onder- scheid worden gemaakt tussen een zuiver symptomatische behandeling (die een res- ponscurve geeft die strikt evenwijdig loopt met de placebocurve) en medicatie die het verloop van de ziekte-evolutie kan wijzigen (die een afwijkende responscurve zal geven, wat getuigt van een remming van de ziekte-evolutie). Dit volstaat echter niet om het effect aan te tonen van een molecule op de evolutiviteit van een ziekte. Daarvoor moet er bij een uitgestelde start van het gebruik van de molecule (de placebogroep neemt de werkzame molecule na enkele maanden) worden aangetoond dat de res- ponscurve van deze studiearm parallel loopt, maar zonder gelijk te vallen met de curve die overeenstemt met de patiëntengroep die meteen met de werkzame molecule is gestart (1). Op basis van het verschil tussen deze twee responscurves kan het verlies van |