background image
39
l
Neuron
·
Vol 17
·
Nr 7
·
2012
ontwikkeling van een bipolaire stoornis,
kan ofwel deze stressfactoren `excessief'
afscheiden en daar niet tegen bestand
zijn, ofwel niet in staat zijn om zich te
verdedigen tegen deze neurobiologische
`tsunami'. Deze uitbarsting vertaalt zich
klinisch in een manische episode.
Hoe kan neurotoxiciteit
worden gedefinieerd?
Aan de hand van het concept `allosta-
tische last' kan het begrip neurotoxiciteit
van een manische episode worden
verklaard. De `allostatische last' kan
worden gedefinieerd als de prijs die het
organisme betaalt voor herhaaldelijke
blootstelling aan stress. In die zin kan
een bipolaire stoornis worden beschouwd
als een ziekte die wordt gekenmerkt
door de opeenstapeling van allostatische
lasten waarvan het gewicht toeneemt
met het aantal episodes.
De hierboven vermelde stressfactoren
liggen aan de basis van factoren die het
lichaam afscheidt om zichzelf te be-
schermen. Bijvoorbeeld: als we met een
gevaar worden geconfronteerd, integre-
ren en organiseren onze hersenen de
reactie van het organisme via cardiovas-
culaire, metabole en immunologische
systemen. Maar als de stress zich her-
haalt en de reacties niet adequaat zijn,
induceren de stressfactoren niet langer
bescherming, maar wel (neuro)toxiciteit.
In de literatuur lezen we steeds
vaker over de neurotoxiciteit
van een manische aanval als
dusdanig. Wat betekent dat?
Tijdens een manische episode kunnen te
fragiele hersenen de stressfactoren niet
bijhouden. Dit induceert een toxiciteit,
die wordt gekenmerkt door bijvoorbeeld
een structurele reorganisatie (atrofie van
de hippocampus via BDNF of amygdala-
disfunctie bijvoorbeeld).
Recente studies wijzen ook op het fun-
damentele belang van oxidatieve stress:
de serumconcentratie van de markers
hiervan blijkt verhoogd te zijn (onder
andere het calcium binding protein B).
Als we de schade als gevolg van herhaal-
delijke oxidatieve stress kennen (DNA-
schade, endotheliale disfunctie), moeten
we die uiteraard in de mate van het mo-
gelijke vermijden!
En wat is de rol van dopamine
in die neurotoxiciteit?
Dopamine lijkt ook een rol te spelen als
mediator van oxidatieve stress via een
ontregeling van de homeostase van de
subtypes van dopaminereceptoren.
De vicieuze cirkel is dus rond: herhaal-
delijke stress tast de al kwetsbare herse-
nen van bipolaire patiënten aan. De allo-
statische last vergroot en verkleint onver-
biddelijk het vermogen van de patiënt
om zich te verdedigen.
De toename van de allostatische last
heeft uiteindelijk langdurige klinische
gevolgen: cognitieve achteruitgang, ont-
wikkeling van somatische stoornissen
zoals zwaarlijvigheid, diabetes en car-
diovasculaire stoornissen.
Er is dus een duidelijk verband tussen
herhaaldelijke manische episodes, het
verminderde reactievermogen en de ont-
wikkeling van cognitieve en somatische
stoornissen.
Hoe kan een onderscheid
worden gemaakt met de
neurotoxiciteit van lithium en
bepaalde antipsychotica?
We kennen alle bijwerkingen van li-
thium en van de meeste antipsychotica,
op cognitief en somatisch vlak. Op basis
van studies weten we ook dat lithium bij
gezonde vrijwilligers bepaalde cogni-
tieve functies zoals het geheugen doet
afnemen. Volgens sommige studies zou
ook de creativiteit afnemen. Die gevol-
gen lijken te worden bevestigd door be-
paalde beeldvormingsonderzoeken waar-
in lithium, net als valproaat, het signaal
vermindert in verschillende hersengebie-
den (nog steeds bij gezonde vrijwilli-
gers). Bij mijn weten beschikken we niet
over meer uitgebreide gegevens.
De studies bij niet-behandelde bipolaire
patiënten vertonen heel wat bias, zoda-
nig verschillen ze van studies bij behan-
delde patiënten door de geringere ernst
van de symptomen.
Anderzijds kon nog niemand een directe
verbetering van de cognitieve vermo-
gens bewijzen, ongeacht of het gaat om
lithium dan wel om antipsychotica...
Zoals eerder aangehaald, is een ma-
nische episode als dusdanig een factor
die somatische en cognitieve achteruit-
gang in de hand werkt. Er bestaan weinig
studies om het onderscheid te maken.
Maar we vermelden hier de studies van
MP DelBello die door onderzoek van de
structurele evolutie van de amygdala bij
kinderen met een diagnose van bipolaire
stoornis kon aantonen dat het volume
van de amygdala statistisch significant
afneemt, terwijl de patiënten nooit
waren behandeld.
We blijven realistisch, maar we moeten
voorzichtig zijn bij onze patiënten.
Rekening houdend met de risico's die
rechtstreeks verbonden zijn aan genees-
middelen, moet elke behandeling waar-
mee we het aantal manische episodes en
dus de allostatische last kunnen vermin-
deren, voortgezet en sterk aangemoe-
digd worden!
Kunnen die twee vormen van
neurotoxiciteit worden
voorkomen?
De neurotoxiciteit van een manische epi-
sode aantonen, heeft nut: we moeten reke-
ning houden met het feit dat die episode
gevolgen heeft op zeer korte, maar ook op
lange termijn. In alle gevallen moet het ri-
sico op recidief worden beperkt. Hieron-
der halen we twee pisten aan.
·
De geneesmiddelenpiste. We beschik-
ken momenteel over een onvolmaakt
arsenaal, waarvan de doeltreffendheid
echter bewezen is. Eerste principe:
medicatie verdient altijd de voorkeur
boven een gebrek aan interventie bij
een patiënt met een bipolaire stoornis
I, vooral als hij jong is. De allostatische