blik van het verzoek en moet hij of zij zich bevinden in een medisch uitzichtlo- ze toestand van aanhoudend en ondraag- lijk fysiek of psychisch lijden dat niet te lenigen is en dat het gevolg is van een ongeneeslijke aandoening die veroor- zaakt werd door een ziekte of ongeval. De arts moet ook steeds een tweede onaf- hankelijke arts consulteren voor advies. Euthanasie is een uitzonderlijke hande- ling en vereist ook een vorm van maat- schappelijke controle om misbruiken te voorkomen. De wetgever heeft er daarom voor gekozen om de arts te verplichten om ieder geval van euthanasie te melden aan de Commissie (4-7). Deze Commissie heeft onder andere als taak om aan de hand van de door de artsen ingediende registratiedocumenten te controleren of zij bij de uitvoering van de euthanasie aan alle wettelijke voorwaarden en pro- cedures hebben voldaan (5, 6). Indien de commissieleden van oordeel zijn dat de arts alle wettelijke voorwaarden heeft nageleefd, dan is de zaak afgehandeld. Oordelen ze daarentegen dat de wet ge- schonden is, dan kunnen de commissie- leden beslissen om het dossier te verzen- den naar de procureur des Konings, die de arts kan vervolgen (5-7). De Commis- uit. Indien alles volgens de wet verlopen is, wordt de arts daarvan niet verder op de hoogte gesteld. Enkel indien de Commis- sie bijkomende informatie nodig heeft of opmerkingen wil geven, zal ze de arts contacteren en haar oordeel meedelen. De hoofddoelen van de meldingsproce- dure zijn, naast zorgvuldig medisch han- delen bevorderen, onder meer openheid creëren rond euthanasie en uniforme re- gistratie van euthanasiegevallen in heel België mogelijk maken (8). siewet en de zorgvuldigheid van de praktijk in ons land te evalueren, werd in het kader van het IWT-SBO-project `Mo- nitoring the quality of end-of-life Care in Flanders' (MELC-project) een studie op- gezet over de melding van euthanasie en het naleven van de wettelijke voorwaar- den en procedures door artsen. Dit arti- kel geeft een weergave van de belang- rijkste resultaten van die studie. euthanasiegevallen gevallen opgevraagd bij de Commissie (9) blijkt dat er in België tussen 22 sep- tember 2002 en 31 december 2009 in totaal 3.443 euthanasiegevallen door artsen gemeld werden. Het aantal ge- melde euthanasiegevallen stijgt boven- dien elk jaar: van 235 in 2003 tot 822 in 2009 (Figuur 1). Van alle gemelde eutha- nasiegevallen werd 82,2 procent gemeld door Nederlandstalige artsen en 17,8 procent door Franstalige artsen. was 51,8 procent man en 48,2 procent vrouw. De meeste patiënten die eutha- nasie verkregen waren tussen de veertig en negenenzeventig jaar oud (76,5%). Euthanasie komt weinig voor bij patiën- ten van 80 jaar of ouder: 21 procent van de bestudeerde gevallen betrof mensen ouder dan tachtig. Hun aandeel onder de euthanasiegevallen is sinds 2008 en 2009 wel significant toegenomen ten opzichte van de vorige jaren (van gemid- deld 17,0% van alle gemelde gevallen tussen 2002 en 2007 tot gemiddeld 24,7% in 2008 en 2009). De euthanasie vond in bijna de helft van de gevallen (48,8%) plaats in het ziekenhuis en in 43,2 procent van de gevallen thuis. In |