![]() van de talus door onderbreking van de bloedvoorziening. Drie grote arteriën bevloeien rechtstreeks de talus: de a. dorsalis pedis, de a. sinus tarsi en de a. canalis tarsi. Deze laatste kan als de belangrijkste beschouwd worden (Figuur 4). De a. canalis tarsi takt af van de a. tibialis posterior en vormt een uitgebreid netwerk van anastomo- sen (5). Het risico van AVN neemt toe met de graad van luxatie, de cijfers variëren van 0 - 24% bij Hawkins type I, tot 33 100% bij Hawkins type III en IV fracturen (1). verwikkeling niet nauwkeurig genoeg. Bij een normale klaring van calcium uit het bot door een intacte doorbloe- ding van de talus zien we 1 tot 2 maanden na het trauma een bandvormige opklaring verschijnen in de taluskoepel (`het teken van Hawkins') op de standaardradiografische |