background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 6 | 2013
30
figuur 3: bij de patiënten in de placebogroep die ustekinumab 45mg hadden gekregen (hetzij na 16 weken voor een vroege intensivering of, zoals in
het protocol voorzien, na 24 weken), werd na 52 weken een vertraging van de radiografische progressie vastgesteld.
Die studies werden uitgevoerd bij patiënten met actieve
psoriatische artritis ( 5 gezwollen gewrichten en 5 pijn-
lijke gewrichten; CRP 0,3mg/dl) ondanks een klas-
sieke basisbehandeling en/of NSAID's (PSUMMIT 1,
n = 615; PSUMMIT 2, n = 132) of patiënten die daarvoor
een dergelijke behandeling en een TNF-alfa-antagonist
hadden gekregen (PSUMMIT 2, n = 180).
De patiënten werden in drie groepen ingedeeld: ustekinu-
mab 45mg, ustekinumab 90mg of een placebo toegediend
op d0, na 4 weken en vervolgens om de 12 weken.
50% van de patiënten in beide studies nam metotrexaat
in, het enige toegelaten klassieke geneesmiddel. Er werden
röntgenfoto's van de handen en de voeten gemaakt bij de
start van de studie en na 24 en 52 weken, ongeacht of de
behandeling, zoals gepland in het protocol, na 16 weken al
dan niet werd geïntensiveerd. Er werden ook röntgenfoto's
gemaakt bij stopzetting van de behandeling, behalve als er
minder dan 8 weken daarvoor al foto's waren gemaakt.
een vooraf gespecIfIceerde analyse
De foto's werden gelezen door onafhankelijke radiologen
die niet op de hoogte waren van de behandeling die de
patiënten kregen, de identiteit van de patiënten of de chro-
nologie van de foto's.
Het primaire eindpunt was de verandering van de door
van der Heijde gewijzigde totaalscore van Sharp (vdH-S
van 0 tot 580) ten opzichte van de beginwaarde. De initiële
kenmerken van de ziekte waren in de twee studies verge-
lijkbaar, met name wat de totale vdH-S-score, het aantal
gezwollen en pijnlijke gewrichten en het CRP-gehalte be-
treft. Na 24 weken was de totale vdH-S-score significant
lager met de twee doseringen van ustekinumab dan met de
placebo en dat gunstige effect bleef gehandhaafd of nam
nog toe na 52 weken.
Bij de patiënten in de placebogroep die daarna werden be-
handeld met ustekinumab 45mg (hetzij na 16 weken voor
een vroege intensivering hetzij, zoals in het protocol ge-
pland, na 24 weken), werd een vertraging van de radiogra-
fische progressie waargenomen na 52 weken (Figuur 3).
De resultaten van de PSUMMIT 1-studie waren vergelijk-
baar met diegene van de twee studies samen. Bij de evaluatie
van de radiografische gegevens van de PSUMMIT 2-studie
alleen kon echter niet worden aangetoond dat ustekinumab
een gewrichtssparend effect heeft. De vorsers schrijven dat
toe aan het feit dat er veel gegevens ontbraken, vooral in de
placebogroep (23% ontbrekende foto's).
In een notendop
Een voorzichtige conclusie: een vooraf gespecificeerde
analyse van de samengevoegde gegevens van de twee stu-
dies leert dat ustekinumab de radiografische progressie na
24 weken vertraagde bij de patiënten in de ustekinumab-
groep. De grote vraag is evenwel wat de klinische impact
is van een radiografische winst met een half punt over een
periode van 6 maanden.
S 718
rItuxImab voor Igg4-gerelateerde zIekte:
een prospectIeve klInIsche studIe
IgG4-gerelateerde ziekte werd pas onlangs ontdekt.
Het betreft een fibro-inflammatoire aandoening die
tal van organen aantast. Twee Amerikaanse centra
hebben een open, verkennende studie uitgevoerd
met rituximab. Hierin werden de resultaten die
behaald werden bij 26 patiënten voorgesteld.
Placebo (n = 310)
UST 45mg (n = 308)
Placebo 45mg at week 24 (n = 269)*
UST 90mg (n = 309)
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0
Week 24
Week 52
Change from baseline in modi ed total vdH-S Score over time (ITT)
C
hange fr
om baseline
* Patients who did not receive UST are excluded