![]() aSpecten bij evaluatie van het Strekapparaat van de knie 2. Dienst Fysische Geneeskunde en revalidatie, uZa edegem naar behoren ingeschat. De onderliggende diagnose die meestal richtinggevend is, die wordt aangevuld met omtrekmetingen, manuele spierkrachttesten en eenvoudige functie- proeven, geeft niet altijd een exact beeld van de ernst van deze eventuele spierdis functie weer. Ook de weerslag op het functioneren van de persoon qua algemene dagelijkse levens verrichtingen (ADL), ook in zijn beroepsleven, wordt niet altijd even goed inge- schat. Indien er op het niveau van verzekeringen enige twijfel bestaat over de functionele weer slag van deze spierstoornis, kunnen gestandaardiseerde functieproeven, specifieke vragenlijsten en krachttesten (bv. isokinetische testing) waardevolle instrumenten zijn om tot een betere schatting te komen. In de praktijk kan men voor deze aanvullende eva- luaties meestal terecht bij revalidatiediensten van ziekenhuizen. r t ho normale dagelijkse functioneren van de mens: gaan, staan, lopen, wandelen, bukken, knielen, opstaan, springen, trap- pen doen, sporten... Deze antigravitatiespier is zeer gevoelig voor atrofie in het geval van rechtstreeks of onrechtstreeks letsel, in tegenstelling tot de hamstrings. Posttraumatische quadricepsdisfunctie komt vaak voor (1). Klassiek hierin zijn onder andere: voorstekruisbandletsels, zowel conservatief als heelkundig behandeld, tibiaplateaufracturen, patella- fracturen, femurfracturen, bekkenfracturen met lang durig steunverbod, gevolgen van een doorgemaakte L3-L4- radiculopathie, postmenisectomieknieën, gonartrose en totale knieprothesen. De functionele weerslag van deze disfuncties, die soms langdurig en permanent kunnen zijn, luatie van menselijke schade in het geval van functie- stoornissen van de quadricepsmusculatuur, waarbij men uitspraak wenst te doen over impairment en de weerslag op de arbeids capaciteit, beroept men zich vaak op manuele spierkrachttesting, dijomtrekmetingen, enkele weinig ge- standaardiseerde functieproeven of beschrijving van de onderliggende anatomische afwijkingen, en de ervarings- deskundigheid wat betreft het inschatten van de maximale medewerking van de patiënt bij functionele metingen. Dat laatste wordt omschreven als de `sincerity of effort'. Aan de hand van twee onderliggende casussen kan men zich echter afvragen of de hogervermelde courante evaluatie- methoden wel adequaat zijn en of er vanuit verzekerings- geneeskundig perspectief geen efficiëntere evaluatiemetho- den zijn om de quadricepsfunctie te meten. |