![]() het gewricht te koloniseren en zo onherstelbare schade aan het kraakbeen en boterosie te veroorzaken. De invasie van het ontstoken synoviaal weefsel door osteoclastvoorloper- cellen en hun differentiatie tot mature osteoclasten wordt gecontroleerd door cytokinen. Macrofaag-koloniestimu- lerende factor (M-CSF) en RANKL zijn essentieel voor de maturatie van osteoclasten (5). M-CSF wordt voornamelijk geproduceerd door synoviale fibroblasten en endotheelcel- len. Hoewel M-CSF essentieel is voor de osteoclastogenese (ontwikkeling van botafbrekende cellen of osteoclasten), is het niet in staat om zelf differentiatie van osteoclasten te induceren. RANKL is noodzakelijk om de maturatie van osteoclasten en hun botresorberende eigenschappen te bestendigen. RANKL wordt hoofdzakelijk geproduceerd door synoviale mesenchymale cellen zoals fibroblasten en geactiveerde synoviale T-cellen. bIj reumatoïde artrItIs Auto-immuniteit in RA verwijst naar de productie van antilichamen specifiek voor IgG, genaamd reumatoïde factor, ACPA's, chronische ontsteking en gewrichtsschade. ACPA's zijn een spectrum van autoantilichamen die de gecitrullineerde isovorm van eiwitten binden en specifiek geassocieerd zijn met RA (6). Recent werd aangetoond dat ACPA's gecitrullineerde vimentine op het oppervlak van osteoclastprecursorcellen kunnen herkennen. Binding van ACPA's aan het celoppervlak induceert differentiatie van osteoclasten door de autocriene stimulatie van TNF-- productie en daaropvolgend botverlies (7). Tijdens osteo- clastdifferentiatie blijkt bovendien de productie van pep- tidylargininedeïminase (PAD)2 verhoogd, een enzym dat verantwoordelijk is voor proteïnecitrullinatie. Calciumflux zorgt voor de activering van PAD2. Geactiveerde PAD2 ci- trullineert vervolgens vimentine, dat overvloedig aanwezig is op het osteoclastoppervlak (7). Chronische ontsteking bij RA wordt niet enkel opgebouwd en ondersteund door de inductie van auto-immuniteit maar ook door het onevenwicht tussen pro- en anti-inflamma- toire cytokinen. Cytokinen reguleren een breed scala aan ontstekingsprocessen verbonden met de pathogenese van RA en zijn overvloedig aanwezig in het serum en synovium van RA-patiënten (5). Zodra synovitis ontwikkelt, zullen aanvullende stimuli zoals de productie van pro-inflamma- toire cytokinen, onder andere TNF-, IL-1 en IL-6, verder osteoclastogenese en boterosie stimuleren. De remming van deze cytokinen blijkt één van de effectiefste methoden om beenerosie te vertragen of te stoppen en zo systemisch botverlies te voorkomen. In het bijzonder het inhiberen van TNF- is belangrijk bij inflammatoire osteolyse ver- mits TNF- op verscheidene manieren botvorming afremt en botafbraak stimuleert. De remming van TNF- kan van een verminderde afweer (bv. reactivering van tubercu- lose bij RA-patiënten behandeld met TNF--blokkers) (8). Ondanks de potentiële ongewenste neveneffecten, wor- den TNF--blokkers (infliximab, etanercept, adalimumab, certolizumab en golimumab) momenteel gebruikt als standaardbehandeling voor patiënten met RA (2). Van- wege de belangrijke rol van TNF- in RA en door het succes van anti-TNF--antilichamen of de toediening van oplosbare TNF--receptor (TNFR) als behandeling van RA en andere ontstekingsziekten zal in wat volgt dieper worden ingegaan op TNF-. bIj reumatoïde artrItIs geïnduceerd proteïne dat necrose van in muizen getrans- planteerde sarcomen veroorzaakt (9). TNF- bleek als ontstekingscytokine een centrale rol te spelen in de pa- thofysiologie van RA (10). De gemeten TNF--waarden in het synoviale vocht van RA-patiënten zijn verhoogd t.o.v. gezonde personen. TNF- werkt in op een scala van cel- len die aanwezig zijn in de gewrichten om het ontstekings- proces te verergeren en te bestendigen. zijn onvolledig ontrafeld. De rol van TNF- hierin is in- middels onweerlegbaar aangetoond. De hypothese luidt dat initieel de binding van ACPA's aan immature osteo- clasten de vrijzetting van TNF- stimuleert. TNF- bevor- dert vervolgens de differentiatie van deze cellen tot mature osteoclasten waardoor synovitis en botverlies optreden (1). Ook receptoren die geconserveerde patronen op pathoge- nen herkennen, zoals Toll-like-receptoren (TLR's), worden verondersteld een belangrijke rol te spelen in een eerste fase van synoviale activering (Figuur 1). Door de binding van microbiële componenten of endogene liganden aan deze TLR's worden synoviale fibroblasten geactiveerd om pro-inflammatoire cytokinen en chemokinen tot expres- sie te brengen. Chemokinen veroorzaken op hun beurt de aantrekking en accumulatie van immuuncellen in het synovium (11). In de ontstoken gewrichten kan TNF- geproduceerd worden door verschillende cellen (bijvoor- beeld geactiveerde macrofagen, synoviale fibroblasten, T- en B-cellen, neutrofiele granulocyten, natural killer (NK)- cellen, osteoblasten en osteoclasten) en op die manier voor chronische ontsteking en botverlies zorgen (5,12). Syno- viale T-cellen kunnen direct bijdragen tot synovitis door de productie van TNF- (13). T-cellen beïnvloeden echter voornamelijk indirect de TNF--concentraties door de ex- pressie van andere cytokinen die op hun beurt omringende |