background image
I
9
De Specialist
13-16
9 oktober 2013
www.despecialist.eu
W
at zegt de HGR daar eigenlijk van? En wat te
denken van het standpunt van de specialist,
die dus de verantwoordelijkheid heeft? Een
overzicht en commentaren van Jean-Marie Dubru, neuro-
pediater en diensthoofd aan het CHR la Citadelle (Luik),
die bijzonder geïnteresseerd is in ADHD.
De Specialist: Wat denkt u van het advies
van de HGR?
Dr. Jean-Marie Dubru: Globaal ben ik het er best mee
eens. Ik zie al jaren kinderen met ADHD en ik kan u
verzekeren dat elk geval anders is. Het eerste wat
ik doe, is de ouders bevragen over wat precies het
probleem is. Ter herinnering: hyperactiviteit is helemaal
niet systematisch aanwezig bij een aandachtsstoornis.
Ik stel overigens vast dat in CLB's ­ en zelfs in het
hoofd van de adviserende artsen ­ dat fundamentele
feit vaak wordt miskend of vergeten. Kinderen hebben
dus enorme aandachtsstoornissen zonder dat ze ook
hyperactief zijn, en dat geldt nog meer bij meisjes.
Het is dus intriest dat terugbetaling zo vaak wordt
geweigerd omdat er geen sprake is van hyperactiviteit,
terwijl een perfect ernstig en volledig onderzoek
positief is gebleken. Dat toont in elk geval aan dat
de ADHD-problematiek op alle niveaus moet worden
aangepakt door competente mensen.
Zouden de diagnostische vragenlijsten
zoals die van Conners niet kunnen
volstaan?
Neen, en de HGR heeft gelijk op dit punt. We mogen
de grote subjectiviteit in de evaluatie van de situatie
niet vergeten. Sommige ouders aanvaarden dat hun
kind op de tafel klimt of in de gordijnen hangt; anderen
verdragen niet eens dat het een vaas met bloemen
verplaatst. Het is dus vaak nuttig om de leerkrachten te
raadplegen. Zij zien meer kinderen en kunnen dus beter
inschatten wat `normaal' is, of niet. Maar ook een grondig
neuropsychologisch onderzoek is noodzakelijk alvorens
de diagnose te stellen, net als ­ soms ­ de mening van
een psycholoog.
Huisartsen en ouders: in of out?
Heeft enkel opvolging door de huisarts zin?
Absoluut! Deze kinderen moeten worden opgevolgd om
te kijken of alles goed gaat en of de behandeling geen
bijwerkingen heeft, meer specifiek op het vlak van de
groei en de ontwikkeling, maar ook in de vorm van een
verlies van eetlust of arteriële hypertensie.
De HGR wijst ook op de rol van de ouders in
de behandeling
De begeleiding, de vorming van de ouders en de
pedagogische steun die de HGR aanraadt: voor mij is het
goed bedoeld, maar wishful thinking ­ want het ontbreekt
volledig aan aangepaste structuren om die zaken te
realiseren. Sommige adviserende artsen gebruiken
het gebrek aan dit soort omkadering overigens om de
terugbetaling van het geneesmiddel te weigeren. We
bevinden ons dus in een volkomen hypocriete situatie,
met ouders die in een hoekje worden geduwd en zich
verplicht zien om de volledige prijs van de medicatie te
betalen... Wat er ook gebeurt, het zou eigenlijk `de fout
van de ouders' zijn. De literatuur is nochtans duidelijk: in
80% van de gevallen spelen genetische factoren een rol
en zijn ze zelfs doorslaggevend. Het gaat in het bijzonder
om genen die coderen voor DAT, de dopaminetransporter.
Tijd en praktische hulpmiddelen
De precieze diagnose en de behandeling
kunnen dus complex zijn. Is er dan echt
geen plaats meer voor de huisarts, ten
minste in de opsporing?
Dat klopt, en mijn eerste consultatie duurt ongeveer 45
minuten. Dat is echt wel nodig om een duidelijk beeld
te vormen, voordat gerichte onderzoeken volgens de
vastgestelde problematiek worden aangevraagd. En ja, het
klopt dat de behandelende arts van het kind ten minste
ADHD en het type kan detecteren tijdens zijn eigen
consultatie. Er kan een verkorte versie van de vragenlijst
van Conners worden ingevuld en geanalyseerd in slechts
tien minuten, wat volstaat om een eerste oriëntatie, een
voordiagnose te geven.
Dr. Claude Leroy
MS7855N
ADHD-problematiek moet worden
aangepakt door competente mensen
De zeer officiële Hoge Gezondheidsraad
(HGR) heeft een advies uitgevaardigd
over de optimale behandeling van
ADHD. Als dit wordt opgevolgd, zou de
huisarts voortaan niet meer zijn dan de
bewaker van eventuele bijwerkingen en
afleveraar van nieuwe voorschriften voor
het door de specialist voorgeschreven
methylfenidaat. Een goede gelegenheid
om het er eens met een specialist en een
huisarts over te hebben.
Huisartsen schrijven minder voor
dan specialisten
Op het moment dat we dit artikel schrijven,
had de SSMG (Société Scientifique de Médecine
Générale
/Wetenschappelijke vereniging
voor algemene geneeskunde) zich nog niet
gebogen over het recente advies van de GHR.
Maar wat Michel Vanhalewyn, algemeen
coördinator, ervan denkt, is interessant om
verschillende redenen: hij werkt niet enkel als
lambda-huisarts, maar ook voor een instelling
die mentaal gehandicapte of autistische
kinderen behandelt: "Het is niet echt nieuw.
Persoonlijk stel ik nooit een behandeling met
methylfenidaat in. En wij hebben sterk de indruk
dat huisartsen het minder voorschrijven dan
specialisten. Kinderpsychiaters lijken soms een
beetje te snel in te gaan op de geringste vraag
van de ouders, of zodra er een probleempje op
school opduikt, zowel in het normale onderwijs
als in instellingen."
BEROEPSNIEUWS
Kinderen hebben soms enorme
aandachtsstoornissen zonder dat
ze ook hyperactief zijn. Het is dus
intriest dat terugbetaling zo vaak
wordt geweigerd omdat er geen
sprake is van hyperactiviteit, terwijl
een perfect ernstig en volledig
onderzoek positief is gebleken.
Het advies (nr. 8846, juni 2013) is beschikbaar
op www.health.belgium.be/eportal/index.htm,
rubriek HGR