![]() commissaris prof. Marc Van Ranst eind september de griep- Wolf, adjunct-kabinetschef van de verhin- derde Vlaamse minister van gezondheid Jo Vandeurzen (CD&V), werd hij daarbij geflankeerd door gynaecologe Elke Sleurs (Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie). De Vilvoordse huisarts Luc De Munck demonstreerde in zijn praktijk voor het oog van de camera's hoe een arts een zwangere vrouw inent. (KU Leuven) verwacht een gewoon griep- seizoen. "Voorspellen is moeilijk maar er zijn alleszins geen aanwijzingen in een andere richting." Hij benadrukte ook dat het niet is aangewezen om eind september begin oktober onmiddellijk te vaccineren. "Beter is te wachten tot de tweede helft van later op gang, dan biedt het vaccin ook nog voldoende bescherming", aldus Van Ranst. Een jaarlijks weerkerende vraag is of er voldoende vaccins tijdig beschikbaar zul- len zijn. De griepcommissaris kon iedereen geruststellen. "Geen paniek. Het komt wat traag op gang, maar voor de woonzorg- centra is dat net goed. Dan vaccineert men later. Ik deed een rondvraag bij de farmaceutische firma's en duidelijk is dat er genoeg vaccins zullen zijn. De industrie gaat uit van het contingent vaccins van het jaar voordien. Vroeger deden ze er dan enkele procenten bij. Tegenwoordig pro- duceren ze ongeveer hetzelfde aantal als het vorige jaar." De Hoge Gezondheidsraad beveelt dit jaar aan chronisch zieken, 65-plussers en zwangere vrouwen te vaccineren. Ook wie in nauw contact staat met mensen uit de risicogroepen en personen die beroeps- halve voor risicogroepen zorgen in zie- kenhuizen, woonzorgcentra, thuisverple- ging... laten zich best inenten. zwangere vrouwen in het tweede en derde trimester aanzetten om zich te laten vacci- neren. "Die doelgroep komt niet zomaar uit de lucht vallen", aldus dr. De Wolf. "Sinds april vorig jaar beschikken we immers over een Vlaamse gezondheidsdoelstelling in verband met het vaccinatiebeleid. En één van de subdoelstellingen is om tegen 2020 wen te vaccineren tegen seizoensgriep." Daar zitten we nog ver af. Volgens de meest de zwangere vrouwen ingeënt. Op haar beurt wees dr. Elke Sleurs (Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie) erop dat zwangere vrouwen een vermin- derde immuniteit hebben en dus een groter risico lopen op een ernstiger verloop van infecties. "Tijdens de pandemie van 2009 werden zwangere vrouwen ook 7 maal meer gehospitaliseerd dan niet-zwangere vrou- toe. "Voor de baby stijgt het risico eveneens, onder meer op preterme arbeid, vroeg- geboorte, miskraam...." Dr. Sleurs benadrukte dat vaccinatie veilig is en zowel de moeder als de baby beschermt. overheid dit jaar vooral zwangere vrouwen in het tweede en derde trimester sensibiliseren om zich tegen de griep te laten vaccineren. Dit onder het motto "Jouw Griepprik, jullie bescherming. Zwanger? Laat je vaccineren." uit delen van extracellulaire domeinen van de humane VEGF (vasculaire endotheliale groeifactor)-receptor 1 en 2 gefuseerd met het Fc-gedeelte van humaan IgG1, geproduceerd in Chinese-hamsterovarium (CHO) K1-cellen met behulp van recombinant DNA-technologie.) voor Eylea is 2 mg a ibercept, equivalent met 50 microliter. Behandeling met Eylea wordt geïnitieerd met één injectie per maand voor drie opeenvolgende doseringen, gevolgd door één injectie elke twee maanden. Tussen de injecties is geen controle nodig. Na de eerste 12 maanden van de behandeling met Eylea kan het behandelingsinterval worden verlengd tot elke 3 maanden op basis van visuele en anatomische resultaten. In dit geval moet het schema voor controle worden vastgesteld door de behandelend arts en kan frequenter zijn dan het schema voor de injecties. Speciale populaties Patiënten met een lever- en/of nierfunctiestoornis Er zijn geen speci eke onderzoeken met Eylea uitgevoerd bij patiënten met een lever- en/of nierfunctiestoornis. De beschikbare gegevens wijzen er niet op dat de dosis Eylea voor deze patiënten moet worden aangepast. Ouderen Er zijn geen speciale zaken waarmee rekening moet worden gehouden. Pediatrische patiënten Veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen en adolescenten. Er is geen relevante toepassing van Eylea in de pediatrische populatie voor de indicatie natte LMD. Wijze van toediening Intravitreale injecties moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de medische standaarden en toepasselijke richtlijnen door een bevoegde arts die ervaring heeft met het toedienen van intravitreale injecties. In het algemeen moet worden gezorgd voor adequate anesthesie en asepsis, inclusief topicaal breedspectrum ontsmettingsmiddel (d.w.z. povidonjodium aangebracht op de perioculaire huid, het ooglid en het oogoppervlak). Chirurgische handdesinfectie, steriele handschoenen, een steriele doek en een steriel ooglidspeculum (of equivalent) worden aanbevolen. De injectienaald dient 3,5-4,0 mm posterior aan de limbus in de corpus vitreum te worden ingebracht, terwijl de horizontale meridiaan wordt vermeden en gericht wordt op het centrum van de oogbol. Het injectievolume van 0,05 ml wordt dan toegediend; voor volgende injecties dient een andere positie op de sclera worden gekozen. Onmiddellijk na de intravitreale injectie moeten patiënten worden gecontroleerd op verhoging van de intraoculaire druk. Een gepaste controle kan bestaan uit een controle op perfusie van de discus nervi optici of tonometrie. Indien nodig moeten steriele instrumenten voor paracentese beschikbaar zijn. Na de intravitreale injectie moeten patiënten de instructie krijgen alle symptomen die op endoftalmitis kunnen wijzen (b.v. oogpijn, roodheid van het oog, fotofobie, wazig zien), onmiddellijk te melden. Elke injectie acon mag alleen worden gebruikt voor de behandeling van maar één oog. De injectie acon bevat meer dan de aanbevolen dosering van 2 mg. Het extraheerbaar volume van de injectie acon (100 microliter) mag niet in zijn geheel worden gebruikt. Het teveel aan volume dient te worden uitgestoten voorafgaande aan injectie. Het injecteren van het gehele volume kan leiden tot overdosering. Druk de zuiger langzaam in totdat de cilindrische basis van de ronde top van de zuiger zich op één lijn bevindt met de zwarte doseringslijn (equivalent met 50 microliter, d.w.z. 2 mg a ibercept) om de luchtbel samen met het teveel aan geneesmiddel te verwijderen. Na injectie moet al het ongebruikte geneesmiddel worden afgevoerd. Contraindicaties Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel a ibercept of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. Actieve of vermoede oculaire of perioculaire infectie. Actieve ernstige intraoculaire ontsteking. Bijwerkingen Samenvatting van het veiligheidspro el In totaal 1.824 patiënten vormden de veiligheidspopulatie in de twee fase III-onderzoeken met een blootstelling aan Eylea van maximaal 96 weken. Het aantal patiënten dat werd behandeld met de dosis van 2 mg bedroeg 1.223. Ernstige bijwerkingen gerelateerd aan de injectieprocedure traden op bij minder dan 1 op 1.000 intravitreale injecties met Eylea en bestonden onder andere uit endoftalmitis, traumatische cataract en tijdelijke verhoogde intraoculaire druk. De meest voorkomende bijwerkingen (bij ten minste 5% van de met Eylea behandelde patiënten) waren conjunctivabloeding (26,7%), oogpijn (10,3%), glasvochtloslating (8,4%), cataract (7,9%), glasvochttroebelingen (7,6%) en verhoogde intraoculaire druk (7,2%). Tabel met bijwerkingen De hieronder beschreven veiligheidsgegevens omvatten alle bijwerkingen van de fase III-onderzoeken met natte LMD, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat er een causale relatie bestaat met de injectieprocedure of het geneesmiddel over de onderzoeksduur van 96 weken. De bijwerkingen zijn weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie met de volgende conventie: zeer vaak (1/10): oogaandoeningen: conjunctivabloeding, oogpijn; vaak (1/100, <1/10): oogaandoeningen: retinaloslating, scheur in het RPE-blad, loslating van RPE-blad, degeneratie retina, cataract, nucleair cataract, subcapsulair cataract, abrasie van de cornea, verhoogde intraoculaire druk, wazig zien, glasvochttroebelingen, cornea-oedeem, glasvochtloslating, injectieplaatspijn, het gevoel een vreemd voorwerp in de ogen te hebben, traanproductie verhoogd, ooglidoedeem, injectieplaatsbloeding, conjunctiva- |