background image
8
I
De Specialist
13-16
9 oktober 2013
www.despecialist.eu
"V
andaag krijgt de patiënt maar
financiële inlichtingen in ver-
band met een ziekenhuisop-
name op het moment van zijn opname of
kort daarvoor. De patiënt heeft dus niet
altijd de tijd of de geestesgesteldheid om
alle financiële gevolgen van zijn keuzes
goed in te schatten", betreurt de minis-
ter van Volksgezondheid en Sociale Zaken.
Laurette Onkelinx meent dat "een betere
en voorafgaande informatie dus gewenst is
opdat de patiënt, in een nog serene con-
text, de financiële gevolgen van zijn zieken-
huisverblijf goed zou kunnen begrijpen."
Het wetsontwerp dat Laurette Onkelinx
indiende, bepaalt dat de ziekenhuizen in
de toekomst informatieve documenten
ter beschikking moeten stellen op hun
website en dat ze naar een contactper-
soon moeten verwijzen bij wie de patiënt
meer gepersonaliseerde inlichtingen kan
inwinnen om de kosten van zijn opname
in detail te kennen.
Het kabinet-Onkelinx kondigt aan dat er
tevens een studie lopende is in samen-
werking met de sector, de ziekenfondsen
en de patiënten om de leesbaarheid en
de doelmatigheid van de opnameverkla-
ring te vergroten. Volgens een enquête
uitgevoerd in april 2013 over de om-
standigheden waarin de opnamever-
klaring wordt bediscuteerd en onderte-
kend, blijkt dat 68% van de patiënten
dit document de dag van de opname
ondertekent. Een moment dat zeker niet
ideaal is en dus voor verbetering vat-
baar. Bovendien toont deze studie aan
dat 40% van de gebruikers de financiële
gevolgen van hun keuze niet begrijpt en
dat 88% van de artsen geen enkele in-
formatie geeft over de kostprijs van de
interventie.
Financiële alternatieven
Ter herinnering, drie kamerleden van
de sp.a (Maya Detiège, Karin Temmer-
man en Hans Bonte) dienden tijdens
de zomermaanden een wetsvoorstel
in dat de toegankelijkheid van de ge-
zondheidszorg wil verbeteren (lees De
Specialist nr. 13-13). Zij vinden dat een
ziekenhuis de patiënt een meer volledig
overzicht moet geven van de financiële
gevolgen van zijn ziekenhuisopname en
van de verschillende keuzes (o.a. van de
kamer) die hem aangeboden worden.
Ze vragen dat het ziekenhuis in de toe-
komst verplicht wordt de totale kost-
prijs voor vier belangrijke posten aan
te geven: de kosten voor het verblijf, de
farmaceutische kosten, de honoraria en
de supplementen van de artsen en de
kostprijs van implantaten en medisch
materiaal, de mogelijke alternatieven
inbegrepen.
V.C.
D
e FOD Volksgezondheid stelde
deze vraag aan het Federaal Ken-
niscentrum voor de gezondheids-
zorg. Het KCE vindt dat de stand van de
huidige wetenschappelijke kennis onvol-
doende is om deze vraag te beantwoor-
den. Volgens de specialisten die het KCE
raadpleegde, vormen de eMRI-indicaties
slechts een beperkt percentage van alle
uitgevoerde MRI's. Er zijn geen harde ge-
gevens over het volume per indicatie be-
schikbaar om dit te onderbouwen. "De
analyse van de beschikbare literatuur
toont bovendien aan dat de precisie van
de eMRI tijdens het stellen van een diag-
nose nog te weinig gedocumenteerd is. De
momenteel beschikbare wetenschappelij-
ke bewijzen zijn aldus onvoldoende om de
installatie en de openbare financiering van
eMRI's aan te bevelen", besluit het KCE.
Het Federaal Kenniscentrum oordeelt
daarom dat het nog te vroeg is om eMRI's
in België te installeren. En dus zeker om
deze onderzoeken terug te betalen. Mo-
menteel is de vraag van de terugbetaling
van deze technologie nog niet gerezen
omdat er nog geen enkel Belgisch zieken-
huis is dat over een eMRI beschikt.
"De besluiten opgenomen in het rapport
van het KCE zitten in de lijn van verschil-
lende voorstellen van radiologen om stra-
ling van medische oorsprong te verminde-
ren", zegt dr. Christian Delcour, voorzitter
van het Consilium Radiologicum, die nog
benadrukt dat de radiologen aan deze
studie van het KCE hebben meegewerkt.
"eMRI's (low field) zijn momenteel niet
nuttig vermits ze beperkt zijn zowel in-
zake anatomische domeinen als op vlak
van prestaties."
Responsabilisering van de
voorschrijver
In rapport 205 A herinnert het KCE eraan
dat de Belgische Vereniging voor Radio-
logie in 2012 verklaarde dat "een betere
naleving van de aanbevelingen door de
voorschrijvende artsen meteen zou leiden
tot een vermindering van de blootstel-
ling aan straling en tot een daling van de
uitgaven van de ziekteverzekering en dat
dankzij een afname van het aantal voor-
schriften voor radiografieën en CT-scans
en door een vervanging van bepaalde CT-
onderzoeken door een MRI".
Het Federaal Kenniscentrum gaat nog
een stapje verder door voor te stellen
"dat zorgverstrekkers verplicht moeten
worden een navorming te volgen over
beeldvormingstechnieken en dat ook hun
voorschrijfgedrag het onderwerp van op-
volging moet zijn". Deze registratie moet
onderzoekers in de toekomst de mogelijk-
heid bieden zich een beter idee te vormen
van de noodzakelijke capaciteit en van de
nood aan apparaten voor medische beeld-
vorming.
Het KCE oordeelt eveneens dat het nood-
zakelijk is "erover te waken dat de keuze
om een beroep te doen op een MRI of een
CT-scan geen financieel verschil maakt
voor de voorschrijvende arts, voor de ra-
dioloog en voor het ziekenhuis". In de
ogen van dr. Delcour is deze aanbeveling
niet heel duidelijk. "Om onnodige onder-
zoeken te vermijden vraagt het Consilium
Radiologicum sinds vele jaren dat zowel
de patiënt als de voorschrijver gerespon-
sabiliseerd wordt. De goede toepassing
van de richtlijnen is essentieel om dat
doel snel te bereiken. De radioloog heeft
geen controle over het voorschrift. Mo-
menteel bestaat er voor de voorschrijver
echter geen enkele vorm van responsa-
bilisering noch een financiële impact. De
patiënt merkt geen verschil: de terugbeta-
ling van een CT-scan en van een MRI zijn
gelijk. Enkel radiologen worden mogelijk
gesanctioneerd door de vermindering van
hun enveloppe of door een afname van de
vergoeding per prestatie."
De voorzitter van het Consilium Radio-
logicum onderstreept bovendien dat on-
derzoeken met straling uitgevoerd buiten
een dienst radiologie helemaal buiten elke
vorm van controle vallen omdat ze vaak
zelf voorgeschreven worden.
De radioloog betrekken bij de
beslissing
In zijn rapport beveelt het KCE eveneens
aan dat de radioloog nauwer betrokken
zou worden bij de beslissing om al dan
niet een onderzoek uit te voeren en ook
bij de keuze van de meest aangewezen
techniek.
Volgens het Federaal kenniscentrum
"moeten deze maatregelen toelaten het
aantal CT-scans te verminderen en het
aantal MRI's te laten toenemen en zo
dus ook de stralingsdosis bij de patiënt te
laten afnemen. De financiële middelen die
nu toegewezen worden aan het gebruik
van de CT-scan verschuiven naar de MRI
lijkt dan ook een logische maatregel."
Vincent Claes
JS0799N
MRI `extremity-only':
het KCE raadt investeringen af
In België wordt het aantal MRI's sinds vele jaren door een
moratorium beperkt. Volgens een recente schatting zou er in ons
land zelfs plaats zijn voor 33 bijkomende MRI's (lees De Specialist
nr. 13-14). Zouden kleinere apparaten voor beeldvorming door
magnetische resonantie nuttig kunnen zijn? Deze apparaten zijn
uitsluitend bestemd voor de ledematen of de `extremiteiten'
(eMRI), maar kunnen wel de wachtlijsten voor de klassieke MRI's
verminderen.
BEROEPSNIEUWS
JS0799BN
Meer transparante kosten in het ziekenhuis
Laurette Onkelinx wil de transparantie van de kosten van een
ziekenhuisopname verbeteren. Op 20 september stelde ze een
wetsontwerp in die zin voor aan de ministerraad. De tekst werd
aanvaard en is nu voor advies doorgezonden aan de Raad van
State.
eMRI's zijn beperkt zowel
inzake anatomische
domeinen als op vlak van
prestaties.