![]() financiële inlichtingen in ver- band met een ziekenhuisop- kort daarvoor. De patiënt heeft dus niet altijd de tijd of de geestesgesteldheid om alle financiële gevolgen van zijn keuzes goed in te schatten", betreurt de minis- ter van Volksgezondheid en Sociale Zaken. Laurette Onkelinx meent dat "een betere en voorafgaande informatie dus gewenst is opdat de patiënt, in een nog serene con- text, de financiële gevolgen van zijn zieken- huisverblijf goed zou kunnen begrijpen." indiende, bepaalt dat de ziekenhuizen in de toekomst informatieve documenten ter beschikking moeten stellen op hun website en dat ze naar een contactper- soon moeten verwijzen bij wie de patiënt meer gepersonaliseerde inlichtingen kan inwinnen om de kosten van zijn opname in detail te kennen. Het kabinet-Onkelinx kondigt aan dat er tevens een studie lopende is in samen- werking met de sector, de ziekenfondsen en de patiënten om de leesbaarheid en de doelmatigheid van de opnameverkla- uitgevoerd in april 2013 over de om- standigheden waarin de opnamever- klaring wordt bediscuteerd en onderte- kend, blijkt dat 68% van de patiënten dit document de dag van de opname ondertekent. Een moment dat zeker niet ideaal is en dus voor verbetering vat- baar. Bovendien toont deze studie aan dat 40% van de gebruikers de financiële gevolgen van hun keuze niet begrijpt en dat 88% van de artsen geen enkele in- formatie geeft over de kostprijs van de interventie. de sp.a (Maya Detiège, Karin Temmer- man en Hans Bonte) dienden tijdens in dat de toegankelijkheid van de ge- zondheidszorg wil verbeteren (lees De Specialist nr. 13-13). Zij vinden dat een ziekenhuis de patiënt een meer volledig overzicht moet geven van de financiële gevolgen van zijn ziekenhuisopname en van de verschillende keuzes (o.a. van de kamer) die hem aangeboden worden. Ze vragen dat het ziekenhuis in de toe- komst verplicht wordt de totale kost- prijs voor vier belangrijke posten aan te geven: de kosten voor het verblijf, de farmaceutische kosten, de honoraria en de supplementen van de artsen en de kostprijs van implantaten en medisch materiaal, de mogelijke alternatieven inbegrepen. deze vraag aan het Federaal Ken- niscentrum voor de gezondheids- huidige wetenschappelijke kennis onvol- doende is om deze vraag te beantwoor- den. Volgens de specialisten die het KCE raadpleegde, vormen de eMRI-indicaties slechts een beperkt percentage van alle uitgevoerde MRI's. Er zijn geen harde ge- gevens over het volume per indicatie be- schikbaar om dit te onderbouwen. "De analyse van de beschikbare literatuur toont bovendien aan dat de precisie van de eMRI tijdens het stellen van een diag- nose nog te weinig gedocumenteerd is. De momenteel beschikbare wetenschappelij- ke bewijzen zijn aldus onvoldoende om de installatie en de openbare financiering van eMRI's aan te bevelen", besluit het KCE. daarom dat het nog te vroeg is om eMRI's in België te installeren. En dus zeker om deze onderzoeken terug te betalen. Mo- menteel is de vraag van de terugbetaling van deze technologie nog niet gerezen huis is dat over een eMRI beschikt. van het KCE zitten in de lijn van verschil- lende voorstellen van radiologen om stra- ling van medische oorsprong te verminde- ren", zegt dr. Christian Delcour, voorzitter van het Consilium Radiologicum, die nog benadrukt dat de radiologen aan deze studie van het KCE hebben meegewerkt. "eMRI's (low field) zijn momenteel niet nuttig vermits ze beperkt zijn zowel in- zake anatomische domeinen als op vlak van prestaties." voorschrijver dat de Belgische Vereniging voor Radio- logie in 2012 verklaarde dat "een betere naleving van de aanbevelingen door de voorschrijvende artsen meteen zou leiden tot een vermindering van de blootstel- ling aan straling en tot een daling van de uitgaven van de ziekteverzekering en dat schriften voor radiografieën en CT-scans en door een vervanging van bepaalde CT- onderzoeken door een MRI". een stapje verder door voor te stellen "dat zorgverstrekkers verplicht moeten worden een navorming te volgen over beeldvormingstechnieken en dat ook hun voorschrijfgedrag het onderwerp van op- volging moet zijn". Deze registratie moet onderzoekers in de toekomst de mogelijk- heid bieden zich een beter idee te vormen van de noodzakelijke capaciteit en van de nood aan apparaten voor medische beeld- vorming. zakelijk is "erover te waken dat de keuze om een beroep te doen op een MRI of een CT-scan geen financieel verschil maakt voor de voorschrijvende arts, voor de ra- dioloog en voor het ziekenhuis". In de ogen van dr. Delcour is deze aanbeveling niet heel duidelijk. "Om onnodige onder- zoeken te vermijden vraagt het Consilium Radiologicum sinds vele jaren dat zowel de patiënt als de voorschrijver gerespon- sabiliseerd wordt. De goede toepassing van de richtlijnen is essentieel om dat doel snel te bereiken. De radioloog heeft geen controle over het voorschrift. Mo- menteel bestaat er voor de voorschrijver echter geen enkele vorm van responsa- bilisering noch een financiële impact. De patiënt merkt geen verschil: de terugbeta- ling van een CT-scan en van een MRI zijn gesanctioneerd door de vermindering van hun enveloppe of door een afname van de vergoeding per prestatie." De voorzitter van het Consilium Radio- logicum onderstreept bovendien dat on- derzoeken met straling uitgevoerd buiten een dienst radiologie helemaal buiten elke vorm van controle vallen omdat ze vaak zelf voorgeschreven worden. beslissing aan dat de radioloog nauwer betrokken zou worden bij de beslissing om al dan niet een onderzoek uit te voeren en ook bij de keuze van de meest aangewezen techniek. Volgens het Federaal kenniscentrum "moeten deze maatregelen toelaten het aantal CT-scans te verminderen en het aantal MRI's te laten toenemen en zo dus ook de stralingsdosis bij de patiënt te laten afnemen. De financiële middelen die nu toegewezen worden aan het gebruik van de CT-scan verschuiven naar de MRI lijkt dan ook een logische maatregel." het KCE raadt investeringen af moratorium beperkt. Volgens een recente schatting zou er in ons land zelfs plaats zijn voor 33 bijkomende MRI's (lees De Specialist nr. 13-14). Zouden kleinere apparaten voor beeldvorming door magnetische resonantie nuttig kunnen zijn? Deze apparaten zijn uitsluitend bestemd voor de ledematen of de `extremiteiten' (eMRI), maar kunnen wel de wachtlijsten voor de klassieke MRI's verminderen. ziekenhuisopname verbeteren. Op 20 september stelde ze een wetsontwerp in die zin voor aan de ministerraad. De tekst werd aanvaard en is nu voor advies doorgezonden aan de Raad van State. inzake anatomische domeinen als op vlak van prestaties. |