![]() beroepsvereniging der Belgische chirurgen in samenwerking met of Medical Specialists (UEMS) in Brus- sel een internationaal symposium over de toekomst van de chirurgie in Europa. Dr. Marc Moens, secretaris-generaal van het Verbond der Belgische Specialisten (VBS) en vicevoorzitter van de Bvas, sprak over de plaats van de medische specialist in de toekomstige gezondheidszorg. Eén ding is zeker: specialistische geneeskunde wordt steeds meer een Europese aangelegen- heid. specialisatie. "België erkent 50 disciplines, 33 basistitels en 17 subspecialisaties. In de Europese Unie gaat het over 55 algemeen erkende disciplines. Internationaal zijn er grote verschillen. Frankrijk bijvoorbeeld erkent 52 vakgebieden en/of subdiscipli- nes, Canada 67 en de Verenigde Staten zelfs 158!" Marc Moens stelde de vraag hoever dit moet gaan. Wat is een correct aantal medische disciplines? "Biedt een te gespecialiseerde geneeskunde nog wel ruimte voor een holistische benadering? Weten huisartsen nog wel welke eerste- lijnspatiënt ze naar welke arts moeten verwijzen?" Voor de Mechelse klinisch bioloog gaat (hyper)specialisatie alvast gepaard met be- langrijke nadelen. "Het leidt tot fragmen- tatie van zorg, de continuïteit komt in het gedrang, de kans op fouten neemt toe, de coördinatie kan tot problemen leiden, enz." liseerde arts voldoende praktijkervaring opdoen om kwalitatief goede zorg te leve- ren. Voor snijdende disciplines kan dat nog in skill labs. Al blijft het meten van kwa- liteit een heikele kwestie. Dr. Moens: "In Nederland gelden kwantitatieve criteria. Om erkend te blijven moeten chirurgen jaarlijks minstens 100 maagverkleiningen, 20 prostaatoperaties... enz. uitvoeren. Vraag is of het niet halen van de criteria automatisch zal leiden tot een verlies van erkenning en/of het spontaan stopzetten hyperspecialisatie eigenlijk opgedrongen!" Vraag is ook hoe niet-chirurgische discipli- nes zoals interne geneeskunde, psychia- trie of pediatrie voldoende ervaring kun- nen opdoen en hoe kwaliteit dan gemeten wordt. Verder wees de VBS-topman op de vele elkaar overlappende vakgebieden zo- als cardiologie/pneumologie, psychiatrie/ neurologie of nefrologie/diabetologie/ endocrinologie. "Heeft elk ziekenhuis wel genoeg patiënten in huis om elke (sub) discipline voldoende ervaring te laten op- doen? Anders gezegd: moet elk ziekenhuis elke vorm van hypergespecialiseerde me- dische zorg aanbieden?" leidde tussen 1975 en 1990 tot een `boom' in de hypergespecialiseerde ge- neeskunde. Marc Moens: "Vandaag tekent zich in sommige Europese landen een tegengestelde beweging af. Zowel in de chirurgie als in de interne geneeskunde worden subspecialisaties weer samen- gebracht in hun originele basisdiscipline. De meeste ziekenhuizen hebben immers te weinig patiënten per subspecialisme. Daardoor is het ook financieel onhoud- baar. Bovendien kampt Europa met een schaarste aan artsen. Daarom werkt de UEMS een voorstel uit dat moet leiden tot gemeenschappelijke trainingsplat- forms." De behoefte aan expertisecentra zet zich eveneens door. "Geen exclusiviteit van de universiteiten. En niet elke lidstaat dient voor elke weesziekte hooggespeciali- seerde zorg aan te bieden. Dit moet men grensoverschrijdend zien," aldus Moens, waarbij hij niet naliet te verwijzen naar de al jaren aanslepende sage over het al hadrontherapie in ons land. ziekenhuis en starten een privépraktijk op. De aantrekkingskracht van de ziekenhui- zen vermindert, besparingen zorgen voor een personeelskrimp en minder goede dienstverlening. Marc Moens: "Om de zorg op peil te houden zoeken overheden naar innovatieve financieringssystemen voor gespecialiseerde en ziekenhuiszorg. Momenteel is er veel belangstelling voor P4P (Pay for Performance): supplementaire financiering op voorwaarde dat bepaalde targets gehaald worden. Dit systeem is administratief belastend en de controle erop is duur. Daarnaast is er uiteraard de all-inziekenhuisfinanciering. Het enige voordeel is dat de overheid de kosten in de hand kan houden. Er zijn echter vooral nadelen," besloot Marc Moens. specialisten specialisten in toenemende mate voor hun verantwoordelijk- heid. Tegelijk worden nieuwe financieringsvormen en zieken- huisoverschrijdende betalingsmethoden voor chronische zorg uitgetest. Het valt af te wachten of dit betere, meer toeganke- lijke zorg oplevert." (hyper)specialisatie alvast gepaard met belangrijke nadelen. "Het leidt tot fragmentatie van zorg, de continuïteit komt in het gedrang, de kans op fouten neemt toe, de coördinatie kan tot problemen leiden, enz." lijn uit 2011 over grensoverschrijdende zorg implementeren. "De meest significante en meest verstrekkende Europese transparantie als sleutelbegrippen waarop de gezondheidszorg toe- gankelijk en terugbetaald wordt diariteit neemt in belang af. Kwaliteit en transparantie worden sleutelbegrippen." wat met de commercialisering van medi- sche zorg en klinische praktijken? regelt Europa ook de erkenning van medische titels en de patiëntveiligheid. Dit zowel voor ziekenhuis- als voor ambulante pa- tiënten. Moens: "Nadeel is dat dit alles heel wat bijkomend papierwerk met zich meebrengt. Ook de vraag naar accredita- tie neemt toe. Zowel op individueel vlak tot recertificatie toe als op praktijk- en ziekenhuisniveau. Deze richtlijn op de een extra boost", dixit Moens. minder individueel verantwoordelijk wor- den voor de eisen die samenleving aan goede zorg stelt. "Geneeskunde wordt meer teamwork en dus worden ook ver- antwoordelijkheden gedeeld. Meestal kunnen fouten ook niet worden toege- schreven aan individuele zorgverstrekkers maar zijn ze een gevolg van systeem- feilen", zegt Moens. "De wetgever volgt helaas niet. Artsen worden nog steeds vaak individueel aansprakelijk gesteld." |