background image
De Specialist
13-16
9 oktober 2013
www.despecialist.eu
16
I
O
ver een voorbeeld van een
arts of specialist die zich met
succes van sociale media be-
dient, hoeft Nico De fauw niet lang na te
denken: dr. Bertho (@DokterBertho), een
Nederlandse gynaecoloog die in het
UMC St Radboud (Nijmegen) werkt, post
geregeld berichten op Twitter en heeft
meer dan 8.000 volgers.
Twitter-spreekuur
"In Nederland zie je dat men echt al aan
webcare doet", zegt De fauw, psycholoog
en stafmedewerker van Zorgnet Vlaan-
deren. "Er zijn een aantal voorzieningen,
artsen en specialisten die een Twitter-
spreekuur houden: één uur per week
waarop ze bereikbaar zijn voor mensen
die vragen hebben over een bepaalde
aandoening en die ze een persoonlijk
antwoord kunnen geven. In Vlaanderen
merk je daar toch nog drempelvrees voor.
Omgaan met sociale media zou deel
moeten uitmaken van het basispakket in
de opleiding van artsen en specialisten.
Er komt immers een generatie aan die
veel vertrouwder is met de sociale me-
dia. Dus we moeten er als zorgverstrek-
ker in getraind worden hoe we hiermee
omgaan en hoe we sociale media kunnen
inzetten in de zorg."
Verbeterjezorg.be
Er zijn veel mogelijkheden die op dit mo-
ment nog onderbenut blijven, vindt De
fauw. "Veel artsen of specialisten weten
vandaag de dag niet eens dat er over hen
geschreven wordt. Als een patiënt naar
de dokter gaat, verschijnt er op Twitter
en Facebook een bericht over, soms met
foto's van mensen in de wachtzaal. Vaak
zijn dat berichten met positieve inslag,
maar soms ook met bedenkingen, vragen
en klachten.
Ook patiënten(organisaties) zijn zich van-
daag de dag aan het organiseren om in-
formatie over de beste zorg te verzamelen
en feedback te geven over hun behande-
lervaringen. Je hebt verbeterjezorg.be of
sanconet.be bijvoorbeeld, websites waar
mensen specialisten kunnen quoteren. Of
je dat nu leuk vindt of niet, het gebeurt
toch. Het is een fenomeen dat je niet kunt
tegenhouden, dus je kunt eigenlijk maar
beter zien hoe je ermee omgaat. Daarom
is het belangrijk om op sociale media aan-
wezig te zijn, zodat je in elk geval kan vol-
gen wat er over jou geschreven wordt. Is
het negatief, dan kan je er ook adequaat
op reageren en eruit leren. In Nederland
vindt men dat transparant en dat is een
beetje de beweging die we in Vlaanderen
ook aan het maken zijn, denk ik."
Privacy
In de lezingen die hij over het onderwerp
gaf, probeert De fauw drempels weg te
halen en duidelijk te maken dat sociale
media geen angst hoeven in te boezemen
voor wie er in zijn praktijk gebruik van wil
maken. "Het is eigenlijk gewoon een ande-
re manier van communiceren met andere
artsen, zorgverleners, patiënten, onder-
zoekers... Soms lijkt het of mensen in de
zorgsector schrik hebben om die kanalen
te gebruiken. Hoe zit dat met de privacy?
Hoeveel tijd zal dat wel niet in beslag ne-
men? Dat zijn de vragen waar men vooral
mee zit."
Maar twijfels rond de privacy hoef je niet
te hebben als je het verstandig aanpakt,
zegt De fauw. "Eigenlijk kan dat opgelost
worden door te kijken welk sociaal me-
dium je gebruikt. Het heeft bijvoorbeeld
weinig zin om een vriendenclub op Face-
book te beginnen als arts, maar waarom
zou je op Twitter of LinkedIn geen ac-
count aanmaken om met een aantal col-
lega's een discussie te beginnen over een
bepaalde discipline binnen je vakgebied?
Zelfcorrigerend
Het is zo dat je online niet moet doen
wat je offline ook niet zou doen. Je neemt
zonder sociale media óók geen foto's
van je patiënten terwijl ze in behande-
ling zijn, dus dan doe je dat evenmin voor
Facebook. Op café roddel je óók niet met
vrienden over patiënten, dus evenmin op
Twitter. Er is bovendien een vorm van
kwaliteitsbewaking: sociale media zijn
redelijk zelfcorrigerend. Je afdeling en de
rest van de medische wereld kijkt mee en
kan je monitoren."
Een consultatie wordt door het gebruik
van sociale media niet per definitie een te
familiaire bijeenkomst. "Wie sociale media
gebruikt uit professionele overwegingen
creëert vanzelf een zekere afstand omdat
je geen mededelingen doet over je privé-
leven. Wie dat toch wil doen, geef ik de
raad om twee verschillende accounts aan
te maken en dan je contacten te kiezen
afhankelijk van het netwerk dat je wil
aanspreken. Iedereen weet dat patiënten
tegenwoordig mondiger zijn en toegang
hebben tot informatie op het internet,
waardoor ze goed geïnformeerd zijn. De
kloof is daardoor vanzelf al een heel stuk
kleiner geworden. Op zich is het best goed
dat een patiënt gemakkelijker vragen kan
en durft te stellen. Wie de sociale media
gebruikt, werkt daarmee bovendien ook
aan zijn imago: je bent bereikbaar, herken-
baar en transparant over wie je bent en
wat je doet."
Tijdrovend?
"Ongetwijfeld zal je meer informatie te
verwerken krijgen als je meer kanalen
openstelt. Maar uit onderzoek blijkt dat je
al een heel eind komt als je een kwartier
per dag met sociale media bezig bent. De
beste manier om ermee te beginnen en
het te ondervinden is het gewoon te doen.
Ik raad mensen aan om rustig te beginnen.
Eerst een account aanmaken om alles te
bekijken en dan, als je je er wat comfor-
tabeler in voelt, zelf ook iets te plaatsen.
Het is vooral kwestie van die eerste stap
te zetten. In Nederland zijn ze veel actie-
ver. Het niveau waarop men bij ons blijft
steken, is dat men vaak wel op internet
en sociale media aanwezig is, maar er nog
niet communiceert met zijn patiënten.
Terwijl het eigene van sociale media is
dat ze sociaal zijn, natuurlijk. Maar er zit
beweging in. Belangrijk is dat wie ermee
start er ook een plan voor maakt: wat is
mijn doel, welk sociaal medium moet
ik daarvoor gebruiken en hoever gaat
mijn engagement? Waarvoor kan men je
contacteren op Twitter bijvoorbeeld en
waarvoor niet? Je zal merken dat weinig
patiënten rechtstreeks over hun aandoe-
ning communiceren, wat ook logisch en
goed is voor de privacy ­ het gaat vaak
over informatieve vragen, bijwerkingen
van medicatie of een doorverwijsadres.
Communicatie zal voor artsen en specia-
listen daarom vooral moeten draaien rond
informatie verstrekken, sensibilisering,
psycho-educatie... Het allerbelangrijkste
in de zorg is echter het menselijke contact
en dat zal altijd zo blijven."
Raoul De Groote
JS816N
Communiceer, ook via sociale media
Huisartsen en specialisten staan vaak nog te wantrouwig
tegenover het professioneel inzetten van Twitter, Facebook,
LinkedIn & co, vindt Nico De fauw, psycholoog en stafmedewerker
bij Zorgnet Vlaanderen. Nochtans kan het de praktijk verrijken.
"Het is vooral een kwestie van de eerste stap te durven zetten."
MANAGEMENT
Nico De fauw: "Het is belangrijk om op
sociale media aanwezig te zijn, zodat je
in elk geval kan volgen wat er over jou
geschreven wordt. Is het negatief, dan kan je
er ook adequaat op reageren en eruit leren."