background image
28
I
De Specialist
13-16
9 oktober 2013
www.despecialist.eu
C
OPD houdt verband met de ver-
nietiging van longblaasjes, die
aanleiding geeft tot emfyseem
en hypersecretie van mucus. Maar het is
ook een ontstekingsziekte met systemi-
sche gevolgen (1). Die ontsteking is des te
schadelijker omdat COPD-patiënten een
hoog risico lopen op cardiovasculaire ziek-
ten, osteoporose, luchtwegaandoeningen,
angst, depressie, diabetes, longkanker...
(2). 98% van de patiënten vertoont ten
minste één van die aandoeningen (3).
Leonardo Fabbri had het specifiek over
de cardiovasculaire comorbiditeiten. Hij
aarzelde niet om COPD een cardiopul-
monale ziekte te noemen, een ziekte die
aanleiding geeft tot een verhoogd risico
op overlijden als gevolg van een cardio-
vasculaire oorzaak met 28% per stap van
10% afname van de ESW. De prevalentie
van coronaire events is bij deze patiënten
20% hoger (4), wat aangeeft dat de in-
vloed van de comorbiditeiten op de mor-
taliteit groter is dan die van de aantasting
van de longfunctie. COPD is ook de enige
`moderne' ziekte waarvan de incidentie
van de mortaliteit blijft stijgen sinds 1990
(Figuur 1) (5).
In geval van hartfalen verdrievoudigt de
aanwezigheid van COPD de mortaliteit,
ongeacht de leeftijd (6). Behandeling er-
van verbetert de prognose van deze pa-
tiënten significanter dan de behandeling
van de hartaandoening (7). Omgekeerd
verhoogt de aanwezigheid van COPD het
risico op het ontwikkelen van hartfalen
significant (8). Op dezelfde manier lopen
patiënten met STEMI-infarct een hoger ri-
sico op een nieuwe hospitalisatie wegens
een cardiovasculaire oorzaak als ze ook
lijden aan COPD (9). Tot slot hebben au-
topsiegegevens uitgewezen dat de voor-
naamste doodsoorzaak in geval van hos-
pitalisatie voor exacerbatie van COPD van
cardiovasculaire aard is ­ hartdecompen-
satie (37,2%) of trombo-embolie (20,9%)
­ en niet van respiratoire aard (10). Som-
migen verklaren dit door het gebrek aan
herkenning van deze aandoeningen, waar-
van de symptomen vaak overlappen met
die van COPD, wat verwarring veroorzaakt
(11).
In dat kader moet de pneumoloog een
beroep doen op de competenties van de
cardioloog. Het ongerechtvaardigd voor-
schrijven van bronchusverwijders of het
zonder reden stopzetten van bètablokkers
(metoprolol, bisoprolol, nebivolol) kan de
cardiopulmonale toekomst van deze pati-
enten alleen maar bezwaren, concludeert
Leonardo Fabbri. Om elke ondoordachte in-
terventie te vermijden, is een BNP-meting
een doeltreffend hulpmiddel (12). Tot slot
kunnen we dit onderwerp niet afsluiten
JS0747N
EUROPEAN RESPIRATORY SOCIETY, BARCELONA, 7-10 SEPTEMBER 2013
Pneumologie in de dagelijkse praktijk
De comorbiditeiten van COPD zijn vrijwel allemaal gerelateerd
aan gemeenschappelijke risicofactoren: roken, leeftijd... Ze heb-
ben een negatieve impact op de prognose, vooral als ze van car-
diovasculaire aard zijn. Maar wat zijn de mechanismen die het
perinatale risico bij vrouwen met astma verhogen? En wat zijn
de perinatale gevolgen van geneesmiddelen tegen astma? En
corticosteroïden vormen dan wel de hoekstenen van de behan-
deling van astma, maar ze worden niet altijd correct gebruikt.
G
emiddelde w
aar
den (95%IE)
Ischemische car
diopa
thie
CV
A
Longk
anker
Alzheimer
COPD
Diabet
es
Inf
ec
ties v
an de lage luch
tw
egen
Color
ec
tale k
anker
Chr
onische nefr
opa
thie
Ander
e C
V-
of cir
cula
tiest
oor
nissen Cir
rose
Ver
keersongev
allen
Hyper
tensie car
diopa
thie
Borstk
anker
Pedia
trische k
ankers
Aut
omutila
tie
Car
diom
yopa
thie
Prostaa
tkanker
Valpar
tijen
Leukemie
187
181
171
761
151
141
131
121
111
101
91
81
71
61
51
41
31
21
11
1
1990
2010
Figuur 1: In functie van de leeftijd gestandaardiseerd aantal overlijdens
in de Verenigde Staten tussen 1990 en 2010.
Astma en zwangerschap: geen speciale voorzorgs-
maatregelen
Astma verhoogt het risico op pre-eclampsie (HR = 1,54), vroeggeboorte
(HR = 1,41), een laag geboortegewicht (HR = 1,46), neonataal overlijden
(HR = 1,49) of misvormingen (HR = 1,11) (14). Maar die vaststellingen gel-
den vooral voor vrouwen die hun behandeling niet correct volgen (15) en
voor vrouwen die exacerbaties en/of ernstig astma vertonen (16). Het risico
op een vroeggeboorte is vooral gerelateerd aan een slechte controle van
het astma (17).
"Wat de astmabehandelingen betreft", licht Michael Schatz toe op basis van
een databank van 7.376 zwangerschappen bij astmapatiënten (18), "kunnen
we gerust zijn, toch voor inhalatiecorticosteroïden en bèta-2-agonisten met
korte werkingsduur. De gegevens zijn overigens niet talrijk genoeg om dit
ook te bevestigen voor bèta-2-agonisten met lange werkingsduur en voor
antileukotriënen. Maar alles wijst erop dat ook dat het geval is." Voor het
risico op aangeboren misvormingen lijkt elk zwaar risico te kunnen worden
uitgesloten in geval van inname van de geneesmiddelen in de loop van het
eerste trimester (19). Maar we moeten voorzichtig blijven want de analyse
van de Engelse databank van aangeboren afwijkingen wijst dan weer op een
verhoogd risico op slokdarmatresie in geval van blootstelling aan bronchus-
verwijders, op anorectale atresie met corticosteroïden en op navelbreuk
met de twee (20). In het Deense register wordt enkel melding gemaakt van
het risico op endocriene of stofwisselingsstoornissen bij blootstelling aan
corticosteroïden (21).
Deze voorzorgen verhinderen echter niet dat in de internationale aanbe-
velingen wordt geadviseerd om zwangere vrouwen met astma dezelfde
behandeling te geven als wanneer ze niet zwanger zijn. Wel moeten virale
luchtweginfecties absoluut worden bestreden tijdens de zwangerschap. Die
zijn namelijk een belangrijke oorzaak van exacerbatie van het astma, niet
enkel omdat vrouwen met astma een verminderde anti-inflammatoire res-
pons hebben (interferon en interleukine) tegen rinovirussen (22), maar ook
omdat de prevalentie van deze infecties verhoogd is tijdens de zwanger-
schap (23). Tot slot hebben vrouwen vaak de neiging om hun astmabehan-
deling spontaan af te bouwen als ze zwanger zijn (24), wat het risico op een
slechte controle en exacerbatie verhoogt. "Uiteindelijk moet een zwangere
vrouw met astma worden beschouwd als een normale vrouw met astma.
Niet meer, niet minder," concludeert Schatz.
MEDISCH & WETENSCHAPPELIJK NIEUWS