![]() bij patiënten met niet-valvulaire atriumfibrillatie (AF) vormen de middels een alternatief voor vitamine K- antagonisten (VKA). De European Society aan als eerstelijnstherapie in die indicatie (1). Ze bieden ontegensprekelijk meerdere voordelen zoals een voorspelbare werking, het feit dat er geen monitoring hoeft te gebeuren, minder interacties met voedsel en geneesmiddelen, een kortere plasma- halfwaardetijd en een betere verhouding tussen werkzaamheid en veiligheid. verkrijgen (dabigatran, rivaroxaban, apixa- ban; tabel 1) en momenteel is er nog een vierde in onderzoek (edoxaban). De samen- vatting van de productkenmerken (SPK) van die anticoagulantia bevat uitgebreide informatie. "Het probleem is dat er zeer veel informatie wordt gegeven, dat die in- formatie voor de vier geneesmiddelen zeer gelijklopend is, maar dat er toch belangrijke nuances zijn. Te veel informatie zou dan ook verwarrend kunnen zijn in plaats van te helpen. De SPK bevat bovendien niet het advies dat de artsen nodig hebben in hun praktijk, gezien de beperkingen als gevolg van wettelijke bepalingen", onderstreept prof. Hein Heidbuchel (UZ Leuven) (3). Association (EHRA) en de ESC een prak- en het beheer van een behandeling met NOAC (2). Er worden vijftien klinische scenario's besproken, waarbij dan concre- te, op bewijskracht gestoelde antwoorden worden gegeven (zie kader). Het geheel chel. Prof. Peter Sinnaeve en prof. Peter Verhamme, beiden van de UZ Leuven, hebben meegeschreven aan het artikel. Prof. Heidbuchel verhult niet dat de zwakte van die `praktische richtlijnen' toe te schrij- ven is aan de informatie zelf. Voor som- mige scenario's zijn er inderdaad nog niet veel gegevens beschikbaar. Op deze manier worden er echter wel praktisch mogelijke adviezen gegeven, met bijvoorbeeld een klassement van de metingen en bepalin- gen van stollingsfactoren. De adviezen gaan overigens verder dan farmaceutische firma's kunnen gaan. Ook moet gezegd worden dat de farmaceutische firma's bij- zonder goed hebben meegewerkt (3). een oordeelkundig gebruik van de NOAC, om zo maximaal te kunnen genieten van de voordelen ervan, zonder de veiligheid van de patiënten in het gedrang te bren- gen. Uit een analyse blijkt dat de over- grote meerderheid van de accidenten im- mers toe te schrijven is aan onvoldoende voorzichtigheid of het niet-naleven van de bijsluiters en andere richtlijnen. low-up van de patiënten zijn te verkrijgen op de website www.NOACforAF.eu. Die website zal regelmatig worden bijgewerkt naarmate er nieuwe gegevens verschijnen. 1. AJ Camm, et al. 2012 focused update of the ESC tion. European Heart Journal. 2012; 33:2719-47. tical Guide on the use of new oral anticoagu- lants in patients with non-valvular atrial fibril- lation. Europace 2013;15:62551 (lang artikel, dat kan worden gedownload) et European Heart Journal 2013 doi: 10.1093/eurheartj/eht134 (kort artikel, dat kan worden gedownload) geworden bij de preventie van trombo-embolie bij niet-valvulaire atriumfibrillatie (1). Er moeten echter nog heel wat vragen wor- den beantwoord omtrent het gebruik van die geneesmiddelen in specifieke klinische situaties. Om die reden hebben de EHRA en de ESC onder het voorzitterschap van prof. Hein Heidbuchel (UZ Leuven) een praktisch document opgesteld, met het oog op een goed gebruik van de nieuwe orale anticoagulantia (2). "Er worden praktisch mogelijke adviezen gegeven, met bijvoorbeeld een klassement van de metingen en bepalingen van stollingsfactoren". (Pradaxa (Xarelto onderzoek) trombineremmer 2x110 mg/d 15 mg/d 2x2,5 mg/d AVERROES preventie van trombo-embolie bij atriumfibrillatie |