background image
MEDI-
SFEER
420
9
19 september 2013
A
an het woord is dr. Marc Van
Hoey, huisarts, CrA en voorzitter
van de vereniging recht op Waar-
dig Sterven (rWS). Samen met professor
Patrick Cras leidde hij - op de 68
ste
Ge-
neeskundige Dagen van Antwerpen gewijd
aan urgentiegeneeskunde - de sessie over
`Do Not Resuscitate' (DNr) in goede ba-
nen. Onder de veelzeggende titel `DNr?
En als de bijgeroepen reanimator van niets
weet?' debatteerden huisartsen, medische
specialisten en publieke opinie voor het
eerst samen over dit thema dat toch nog
vaak in een taboesfeer baadt.
Over DNr, de impact ervan en de be-
gripsverwarring errond hadden we een
dubbelinterview met dr. Van Hoey en
prof. Patrick Cras, diensthoofd neurologie
(Universitair Ziekenhuis Antwerpen) en
verbonden aan het Instituut Born Bunge
(UA).
Arts is verantwoordelijk
"DNR maakt als begrip deel uit van de me-
dische beslissingen omtrent het levenseinde.
Afspraken hierover dienen dan ook binnen
dit kader te gebeuren. Het gaat voor alle
duidelijkheid niet over een wilsverklaring
euthanasie, DNR hoort in de medische con-
text. Het zwaartepunt, bijvoorbeeld op in-
tensieve zorg, ligt bij de arts die zijn verant-
woordelijkheid moet opnemen. Dit gebeurt
best na multidisciplinair overleg. Het is
echter geen kwestie van samen te beslissen
,
stelt professor Cras. De arts moet duidelijk
stellen dat reanimatie niet aangewezen is
."
Wel rijst de vraag - en in die optiek gaat dit
ook huisartsen en bij uitbreiding alle zorg-
verstrekkers aan - in welke mate de patiënt
bij DNr betrokken is. Patrick Cras: "Hoe
wordt er met hem over gesproken? Want
volgens de wet op de patiëntenrechten uit
2002 moet de patiënt bij elke medische han-
deling betrokken worden en erover geïnfor-
meerd worden. Hoe gaat dat echter in de
praktijk als de reanimator van niets weet?"
Voor professor Cras is het uitgangspunt
daarbij niet het leven, wel de kwaliteit er-
van. "Dat is belangrijker dan al dan niet
sondevoeding geven, reanimeren enzoverder.
Maar wat mag de reanimator doen? Wat is
het juiste? Daarvoor is communicatie nodig
met alle betrokkenen. Vraag is ook waar
gegevens geregistreerd moeten worden.
"
Sensibilisering
Huisarts Marc Van Hoey wijst erop dat de
circa 7.000 leden van rWS en hun familie
alle nodige documenten telkens netjes in-
vullen. Maar toch. Marc Van Hoey: "Zelfs
als alle documenten correct ingevuld zijn,
dan nog weet de arts bij een acuut probleem
niet wat de patiënt wil. Er is weliswaar de
LEIF- en de lidkaart van RWS mét foto
maar dat zegt niets aan de brancardier of
urgentiearts op het moment dat hij moet
ingrijpen. Die documenten zijn er op acute
momenten vaak niet. Daarom liet RWS ook
een hangertje met een QR-code ontwerpen.
Via de code staat geregistreerd wat de laat-
ste wil is en het geeft de artsen snel toegang
tot alle documenten. Mogelijk is ook op het
hangertje een DNR-code te graveren
."
Hoe dan ook stelt dr. Van Hoey bij de bur-
gers heel vaak veel begripsverwarring vast.
"In dat opzicht leverde de overheid al goed
werk met brochures en dergelijke. Er zijn
actualIteIt
JS0737N
"Do not resuscitate":
Veel begripsverwarring
Geert Verrijken
"Mensen zeggen bijvoorbeeld: ik wil niet als een plant aan een beademingsmachine liggen. In één adem
voegen ze er aan toe: `en ik wil ook niet gereanimeerd worden'. In de praktijk is de kans echter zeer groot
dat iemand met een hartstilstand die voor het overige redelijk gezond is, blijft leven. Als de bijgeroepen
arts-reanimator de wil van deze patiënten steeds eerbiedigt dan sterven er veel mensen die gered hadden
kunnen worden..."
"Zelfs als alle
documenten correct
ingevuld zijn, dan nog
weet de arts bij een
acuut probleem niet
wat de patiënt wil."
DR. MARC VAN HOEY