background image
MEDI-
SFEER
420
27
19 september 2013
actualItés médIcales
people
middel voor, dan vraagt het systeem zich af of dit wel het juiste is
voor de patiënt in kwestie. Vervolgens worden de juiste documenten
en dossiergegevens met één druk op de knop verstuurd. Bijvoorbeeld
naar het ziekenfonds
."
Naast populatiegerichte en acute zorg en administratieve verlichting
is postacademische vorming een vierde functie van het EMD. "Stel,
er komt een patiënt op consultatie met een voor de huisarts onbekende
pathologie. Hij geeft dat in en het EMD zegt hem waar hij daarover
meer kan lezen. Het systeem ontdekt blinde vlekken in de praktijk en
houdt ze bij in een educatieve e-portfolio. Dat kan bijvoorbeeld via de
Canmeds, ICD-10 code medische aspecten enz. Zo genereert het EMD
eigenlijk `continue medische vorming' (CME). Het EMD geeft de arts
bijvoorbeeld ook toegang tot de Riziv-databank met een agenda voor
geaccrediteerde navorming. De arts krijgt bericht zodra er een navor-
mingssessie georganiseerd wordt en kan zich onmiddellijk inschrijven.
Ook dat is een vorm van administratieve vereenvoudiging
", aldus
prof. Aertgeerts.
Kwaliteitsvolle zorg
Het EMD als instrument, de link met het e-Healthplatform en met
externe databases... Het laat toe kwalitatief hoogstaande zorg te
bieden zoals gedefi nieerd door het Institute of Medicine (IOM).
"Het gaat dan over effectieve, goed onderbouwde en doeltreffende
zorg. Acute zorgverlening verloopt
evidence-based, de arts werkt po-
pulatiegericht en de patiënt is betrokken bij de zorg. Een diabeticus
kan bijvoorbeeld beschikken over informatiefolders, krijgt meer gege-
vens over diëten, enz
." Via het beknopt elektronisch medisch patiën-
tendossier (Sumehr) gevoed vanuit het EMD speelt de patiënt mee.
Professor Bert Aertgeerts: "Ik geloof sterk in dit instrument. Het
EMD is belangrijk. Met respect voor de privacy moeten we hier sterk
op inzetten. Ook voor gegevensuitwisseling
. Uiteraard is het werk
niet af. Huisartsen zijn al ongeloofl ijk goed in hun zorg voor de in-
dividuele patiënt die ze begeleiden van de wieg tot het graf. De mo-
derne huisarts moet wel nog populatiegericht leren werken. Het is dan
minder belangrijk of hij solo, in groep of in een groepspraktijk van
geneeskunde voor het volk werkt
." Waarbij Aertgeerts wel opmerkt
dat velen opteren voor een groepspraktijk omdat samenwerken
voordelen biedt. "Solo beginnen is echter geen probleem. Als de solist
maar op een gestandaardiseerde manier via ICT en EMD de patiënt
helpt. Standaardisatie is een
conditio sine qua non. En als het EMD
goed draait, heeft de huisarts automatisch meer tijd voor zijn patiënt,
zijn praktijkpopulatie enz. Zelfs voor spiritualiteit bij palliatieve zorg.
En zo staat de patiënt echt centraal
."
Ten slotte wijst Aertgeerts op een laatste element waarin het EMD
een rol kan spelen. "Gezondheidszorg kost veel geld. De samenleving
heeft dus het recht om keuzes te maken. Wat is moreel verantwoord?
Een miljard euro uitgeven aan de terugbetaling van geneesmiddelen
die een beperkt aantal patiënten voorthelpt? Of besteedt men het geld
beter aan iets anders? Dat is een maatschappelijke keuze
."
Prof. Aertgeerts,
KU Leuven