background image
MEDI-
SFEER
420
10
19 september 2013
actualItés médIcales
actualIteIt
wilsverklaringen, documenten, wilsbeschik-
kingen enzoverder. De arts moet beslissen,
maar wie heeft de papieren? Daarom is het
ook zeer belangrijk dat de directe omgeving
van de patiënt op de hoogte is: hijzelf of zijn
vertrouwenspersoon en de huisarts
."
Professor Cras voegt eraan toe dat niet al-
leen inspanningen nodig zijn om de bevol-
king te sensibiliseren maar ook om de me-
dici te informeren. "Op sommige diensten
wordt er weinig over DNR nagedacht of
gepraat. Door artsen meer en beter te infor-
meren zullen ze het ook zelf met de patiënt
bespreken en op het juiste moment de juiste
beslissingen nemen."
De Antwerpse neu-
roloog verwijst naar de Vlaamse gezond-
heidsinspectie die op een bepaald moment
voorstelde om een DNr code 0 in te voe-
ren. "Die code staat dan in het medisch dos-
sier en zou betekenen dat de patiënt onder
alle omstandigheden gereanimeerd moet
worden. Dat impliceert uiteraard een bij-
komende administratieve belasting want
dit geldt voor 97% van de patiënten. Maar
het laat effectief meer sensibilisering van het
medisch korps toe
."
Advanced care planning
Dr. Van Hoey wijst in verband met DNr
op de verschillende mogelijke insteken:
het ziekenhuis, de huisarts, het rusthuis.
"Geriatrie is goed voor circa de helft van
de gevallen. Als CRA is mijn ervaring dat
het relatief makkelijk is om hierover met
geriatrische patiënten te spreken. In een
rusthuis wonen mensen in hun laatste le-
vensfase. Neem het voorbeeld van een 85-ja-
rige vrouw die al vier hartinfarcten heeft ge-
had en in slechte gezondheid verkeert. Met
zo iemand kan individueel worden afgespro-
ken wat ze nog wel en niet wil laten doen.
Dat gebeurt samen met het zorgteam zodat
iedereen op de hoogte is. Maar zelfs alles
vooraf bespreken, is geen garantie. Het ge-
beurt immers vaak dat in een acuut geval de
patiënt toch nog een behandeling wil die hij
voordien op papier geweigerd had.
" Patrick
Cras: "Mensen verleggen inderdaad vaak
zelf hun grenzen."
Marc Van Hoey: "Van-
daar ook het belang van
advanced care
planning, overleg tussen zorgverleners,
patiënten en hun familie. Op dat moment
kan afgesproken worden dat mensen in een
bepaalde situatie niet meer kunstmatig in
leven worden gehouden."
Cras: "Maar dat is
geen DNR, dat komt daarvoor
."
Ter verduidelijking wijst professor Cras
er nog op dat DNr juridisch kadert in de
wet op de patiëntenrechten: het recht op
informatie, het recht op tussenkomst van
een arts, het recht op niet-weten. Patrick
Cras: "Persoonlijk vind ik wel dat men art-
sen niet kan verplichten om medisch futiele
handelingen te stellen. Ik herhaal: bij DNR
neemt de arts het initiatief en de beslissing.
Liefst na multidisciplinair overleg. Hij deelt
de beslissing ook mee. Dat gebeurt zoveel
mogelijk in consensus met de familie maar
de arts mag de verantwoordelijkheid en de
druk niet doorschuiven. Het gaat om een be-
slissing van medische aard. Daarmee mag de
familie niet worden opgezadeld. Dat is geen
pleidooi voor paternalistische geneeskunde
maar iedereen raadplegen kan niet altijd
."
Geen harde statistieken
Artsen worden (regelmatig) geconfronteerd met beslissingen over het al dan niet reanimeren van patiënten. Om te vermijden dat patiënten
in een medisch uitzichtloze situatie nodeloos gereanimeerd worden of op Intensieve Zorg terechtkomen, werd de DNr-code ingevoerd.
De afkorting DNr staat voor `Do not Resuscitate' oftewel `reanimeer niet'. Men onderscheidt drie DNr-codes:
·
DNR code I houdt in dat de patiënt bij hartstilstand niet cardiaal gereanimeerd wordt. Voor het overige krijgt hij wel alle nodige
medische zorg.
·
DNR code II houdt in dat de patiënt niet cardiaal gereanimeerd wordt en dat bovendien slechts beperkt therapeutisch wordt
opgetreden om zinloos medisch handelen te voorkomen. Er kan hierbij gespecifieerd worden welke behandelingen wel en welke niet
gebeuren ­ bijvoorbeeld geen nierdialyse meer, geen kunstmatige beademing meer enzoverder. "Dit is echter een open categorie, ze laat
veel toe
", verduidelijkt professor Patrick Cras.
·
DNR code III houdt in dat, bijkomend bij DNr code II, de arts de therapie afbouwt of stopzet. Zo wordt een niet-interventionele
omgeving gecreëerd. DNr III gebeurt niet zonder de familie erbij te betrekken.
In principe wordt de DNr-code vooraf besproken met de patiënt en staat ze ook genoteerd in het medisch dossier. Hoe vaak dit effectief
gebeurt, is niet duidelijk. Harde statistieken zijn er niet.
"Door artsen meer en
beter te informeren
zullen ze het ook
zelf met de patiënt
bespreken en op het
juiste moment de
juiste beslissingen
nemen."
PROF. PATRICK CRAS