caHIer
préventIon
MEDI-
SFEER
420
38
19 september 2013
JS0628N
P
rofessor robert Fagard (Leuven, België) was een belang-
rijke spilfiguur in de uitwerking van die recente Europese
aanbevelingen, meer bepaald voor de onderdelen die te
maken hebben met de risicostratificatie, de verschillende meet-
instrumenten en de adviezen op het vlak van levenshygiëne en
voeding.
Allesdekkende verzekering
"Therapeutische beslissingen moeten worden genomen rekening
houdend met het geheel van cardiovasculaire risicofactoren: de
bloeddruk mag niet geïsoleerd worden bekeken", preciseerde r.
Fagard. Op basis van het geheel van factoren en de ernst van de
hypertensie kan dan een onderscheid worden gemaakt tussen vier
risicocategorieën (
Tabel 1).
De man in het wit
Een bloeddrukmeting bij de dokter is nog steeds de gold standard.
In de aanbevelingen wordt ook verwezen naar bloeddrukmetin-
gen thuis, doorgaans uitgevoerd door de patiënt zelf, en ambu-
lante bloeddrukmeting gedurende 24 uur (ABDM). Bloeddruk-
meting thuis en ABDM worden beschouwd als complementair.
De 24-uursmeting heeft echter het voordeel dat ze informatie
geeft over de nachtelijke bloeddruk, waarvan de impact op het
vlak van prognose groter is dan die van de bloeddruk overdag.
Thuismeting en ABDM zijn nuttig bij een vermoeden van witte-
jassenhypertensie of gemaskeerde hypertensie, in het geval van
sterk wisselende metingen bij de dokter, om met zekerheid een
diagnose van resistente hypertensie te stellen, of bij een groot ver-
schil tussen de bloeddruk die bij de dokter wordt gemeten en de
metingen thuis.
In de keuken
De gebruikelijke maatregelen op het vlak van levenshygiëne en
voeding blijven van toepassing. In veel landen bedraagt de zout-
consumptie 9 tot 12g/dag. Dat is te veel. Een vermindering van
Hypertensie:
welke strategie
in 2013?
Dr. Philippe Mauclet,
23
rd
European Meeting on Hypertension & Cardiovascular Protection,
Milaan, juni 2013
De European Society of Hypertension (ESH) en de European Society of Cardiology (ESC) onthulden
onlangs hun aanbevelingen. De experts adviseren een streefwaarde lager dan 140/90mmHg bij de
grote meerderheid van de patiënten. Op het vlak van geneesmiddelenstrategie is de keuze van de
monotherapie afhankelijk van de klinische context. Bij patiënten met een hoog of zeer hoog risico
moet er van bij het begin een combinatiebehandeling worden overwogen.
Katern
preventIe
Tabel 1: Stratificatie van het globale cardiovasculaire risico in vier categorieën (aanbevelingen ESH - ESC 2013).
Andere risicofactoren (RF)
Bloeddruk (mmHg)
Hoog-normale
systolische BD 130-
139 of diastolische
PA 85-89
Graad 1
Systolische BD 140-
159 of diastolische
BD 90-99
Graad 1
Systolische BD 140-
159 of diastolische
BD 90-99
Graad 3
Systolische BD
180 of diastolische
BD 110
Geen andere rf
Laag risico
Matig risico
Hoog risico
1-2 rf
Laag risico
Matig risico
Matig tot hoog risico
Hoog risico
3 of meer rF
Laag tot matig risico
Matig tot hoog
risico
Hoog risico
Hoog risico
Asymptomatische orgaanaantasting,
chronische nierziekte van stadium 3 of
diabetes
Matig tot hoog risico
Hoog risico
Hoog risico
Hoog tot zeer hoog
risico
Symptomatische cardiovasculaire ziekte,
chronische nierziekte van stadium 4 of
hoger, of diabetes met orgaanaantasting
/ rF's
Zeer hoog risico
Zeer hoog risico
Zeer hoog risico
Zeer hoog risico