background image
MEDI-
SFEER
420
30
19 september 2013
Js0624n
D
e incidentie van zwaarlijvigheid neemt in de geďndus-
trialiseerde landen stilaan epidemische vormen aan en
vormt dan ook een reëel en ernstig gezondheidspro-
bleem. Abdominale obesitas is geassocieerd met een reeks stof-
wisselingsstoornissen die worden gekenmerkt door een verstoring
van de koolhydratenbalans en de ontwikkeling van cardiovascu-
laire aandoeningen.
recent onderzoek staaft het idee dat de verhoogde prevalentie
van obesitas en diabetes type 2 (DT2) niet langer uitsluitend kan
worden verklaard door veranderingen in het genoom, voedingsge-
woonten of lichaamsbeweging.
Het lijdt geen twijfel meer dat obesitas en DT2 worden geken-
merkt door een laaggradige ontsteking, die is geassocieerd met de
ontwikkeling van insulineresistentie. De oorsprong van de nauwe
verbanden tussen stofwisselingsziekten en ontstekingsprocessen
is minder duidelijk. Via welke mechanismen kan een te vetrijke
voeding een ontsteking van geringe intensiteit in de hand werken?
Wat zijn de moleculaire verbanden tussen een te vetrijke/ener-
gierijke voeding en de ontwikkeling van deze ontstekingsreactie?
Akkermansia muciniphila
:
een bacterie die het
goed met u voorheeft...
Naar een interview met prof. Patrice Cani
Louvain Drug Research Institute
In het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift PNAS zijn onlangs de resultaten gepubliceerd van
een nieuw onderzoek onder leiding van prof. Patrice Cani (erkend onderzoeker van het FRS-FNRS
aan het Louvain Drug Research Institute aan de UCL en onderzoeker aan het Welbio). De studie
toonde aan dat de bacterie Akkermansia muciniphila een cruciale rol speelt in het behoud van de
barričrefunctie van de darmen en beschermt tegen de ontwikkeling van obesitas, diabetes type 2 en
ontsteking als gevolg van een vetrijke voeding.
Gastro
neWs
VAN HET PREBIOTICA-EFFECT
TOT DE MODULERING VAN DE
DARMBARRIčRE
Prof.
Marcel Roberfroid nam deel aan een project voor de
opwaardering van subproducten van de Waalse landbouw, in
het bijzonder vezels uit de cichoreiwortel. Hij ontdekte dat
als dieren deze eten, hun caecale biomassa toeneemt en de
bacteriële samenstelling van hun darmen verandert. Uit dat
onderzoek vloeide het
prebioticaconcept voort.
Toen prof. roberfroid met pensioen ging, nam prof.
Nathalie
Delzenne de fakkel over. Zij deed eerst onderzoek naar
de regeling van de transcriptie van apolipoproteďnen-A en
de modulering van de expressie van het synthase van de
vetzuren door de koolhydraten (laboratorium van prof. JC
Fruchart). Vervolgens onderzocht ze meer specifiek de rol
van de darmen en prebiotica in de controle van de eetlust,
de koolhydraten- en vetbalans (maar ook de rol van de
immuuncellen van de lever in de reactie op voedingsstoffen
en op metabole en inflammatoire stress).
In die context kadert het onderzoek van prof.
Patrice Cani,
die meer specifiek onderzoek deed naar de impact van
bepaalde gastro-intestinale hormonen, zoals ghreline en GLP-
1, op de regeling van de eetlust en de koolhydratenbalans.
Amandine Everard maakt deel uit van het team van prof.
Cani. Ze is de hoofdauteur van de publicatie in PNAS.
Voor meer informatie over de unit, de onderzoeken en publicaties:
https://www.uclouvain.be/en-ldri.html