![]() De bedenking die hierbij moet worden gemaakt, is het feit dat normale waarden niet zo frequent voorkomen, zelf bij endoscopi- sche remissie, en dit vooral bij patiënten met de ziekte van Crohn. kan worden voorspeld door het volgen van calprotectine en zo de medicatie vroegtijdig kan worden aangepast. Er zijn wel studies die onderzoeken of relaps vroegtijdig kan worden voorspeld maar er zijn geen interventionele studies die aantonen dat vroegtijdig handelen de evolutie van de ziekte beïnvloedt. Opnieuw scoort de test beter voor colonziekte dan voor dunnedarmaantasting. Het volstaat echter vermoedelijk niet om rekening te houden met één waarde maar is het veeleer een opeenvolging van calprotectine- stijgingen die een komende opstoot voorspellen. die frequent voorkomen bij IBD-patiënten en die een klachten- patroon kunnen geven dat lijkt op een opstoot. In deze situatie kan een laag calprotectinegehalte in de stoelgang onnodige be- handelingen en/of onderzoeken voorkomen. Bij patiënten met CU is een linkercolonoscopie niet steeds betrouwbaar voor het opvolgen van de evolutie aangezien bij behandelde patiënten de darm gedeeltelijk kan genezen. In geval van klachten én negatieve linkercolonoscopie is blijvende activiteit hogerop in de darm dus niet uitgesloten. Een calprotectinebepaling kan in deze situatie nuttige bijkomende informatie leveren. waardoor het stabiel blijft en het stoelgangsstaal ongeveer een week bij kamertemperatuur kan worden bewaard. Dit laat ook toe de stalen op te sturen per post. De beschikbaarheid van de resultaten is afhankelijk van de gebruikte techniek (ELISA of sneltests). De ELISA-test gebeurt meestal gegroepeerd. Het tijd- stip van uitvoering is dus afhankelijk van het aantal tests dat per dag wordt aangevraagd. De sneltests gebeuren per stoelgangsstaal en de resultaten kunnen dus theoretisch de dag zelf gekend zijn. Er bestaan ook al ELISA-tests die per stoelgangsstaal kunnen worden uitgevoerd. ten van calprotectine. Ze hebben elk een eigen cut-off zodat de waarden van < 50µg/g niet altijd gelden als negatieve waarde. Er is (nog) geen terugbetaling, zodat de patiënt ongeveer 30-35 euro betaalt per onderzocht stoelgangsstaal. Er is toch nog een grote overlap tussen actieve en niet-actieve ziekte. De test is het minst betrouwbaar voor de moeilijkste groep IBD-patiënten namelijk deze met geïsoleerde dunnedarmaantasting. Er is nog onvol- doende kennis over de dagelijkse variaties van calprotecine en de variaties in één staal. NSAID en aspirine zijn frequente gebruikte geneesmiddelen die verantwoordelijk kunnen zijn voor de stijging van calprotectine. Het is niet gekend hoelang er moet worden gewacht alvorens het effect verdwenen is. inflammatie. Vooral de negatief predictieve waarde is hoog zodat zeer lage waarden (< 50µg/µ) en zeker < 30µg/g) zeer betrouw- baar zijn voor afwezigheid van pathologie. Dit maakt deze test zeer geschikt voor de differentaaldiagnose tussen IBS en IBD en laat toe om een colonoscopie te vermijden. Zeer hoge waarden (> 500µg/g?) zijn betrouwbaar voor aanwezigheid van organische pathologie. Er moet wel rekening gehouden worden met de cut- offwaarden van het gebruikte toestel. Bij gekende inflammatoire darmziekte is het vooral de evolutie van de waarden in de tijd die remissie of opstoot suggereert en niet een éénmalige waarde. Een aantal zaken moeten nog beter worden onderzocht, zoals de dagelijkse variaties en de variaties in één stoelgangsstaal. Het is echter duidelijk dat calprotectinebepaling in de toekomst deel zal uitmaken van de standaardonderzoeken bij het diagnosticeren en volgen van IBD. dienst Gastro-Enterologie, UZ Brussel, VUB) |