background image
MEDI-
SFEER
420
35
19 september 2013
caHIer
préventIon
caHIer
préventIon
Gastro
neWs
Gastro
neWs
waarde van < 50µg/g vrij goed correleert met mucosale heling.
De bedenking die hierbij moet worden gemaakt, is het feit dat
normale waarden niet zo frequent voorkomen, zelf bij endoscopi-
sche remissie, en dit vooral bij patiënten met de ziekte van Crohn.
Voorspellen van relaps
Eens de patiënt in remissie is gebracht, rijst de vraag of een opstoot
kan worden voorspeld door het volgen van calprotectine en zo de
medicatie vroegtijdig kan worden aangepast. Er zijn wel studies
die onderzoeken of relaps vroegtijdig kan worden voorspeld maar
er zijn geen interventionele studies die aantonen dat vroegtijdig
handelen de evolutie van de ziekte beïnvloedt. Opnieuw scoort de
test beter voor colonziekte dan voor dunnedarmaantasting. Het
volstaat echter vermoedelijk niet om rekening te houden met één
waarde maar is het veeleer een opeenvolging van calprotectine-
stijgingen die een komende opstoot voorspellen.
Opstoot?
IBS-klachten en galzoutenmalabsorptie zijn enkele aandoeningen
die frequent voorkomen bij IBD-patiënten en die een klachten-
patroon kunnen geven dat lijkt op een opstoot. In deze situatie
kan een laag calprotectinegehalte in de stoelgang onnodige be-
handelingen en/of onderzoeken voorkomen. Bij patiënten met
CU is een linkercolonoscopie niet steeds betrouwbaar voor het
opvolgen van de evolutie aangezien bij behandelde patiënten de
darm gedeeltelijk kan genezen. In geval van klachten én negatieve
linkercolonoscopie is blijvende activiteit hogerop in de darm dus
niet uitgesloten. Een calprotectinebepaling kan in deze situatie
nuttige bijkomende informatie leveren.
Praktisch
Calprotectine is resistent aan degradatie door colonbacteriën
waardoor het stabiel blijft en het stoelgangsstaal ongeveer een
week bij kamertemperatuur kan worden bewaard. Dit laat ook
toe de stalen op te sturen per post. De beschikbaarheid van de
resultaten is afhankelijk van de gebruikte techniek (ELISA of
sneltests). De ELISA-test gebeurt meestal gegroepeerd. Het tijd-
stip van uitvoering is dus afhankelijk van het aantal tests dat per
dag wordt aangevraagd. De sneltests gebeuren per stoelgangsstaal
en de resultaten kunnen dus theoretisch de dag zelf gekend zijn.
Er bestaan ook al ELISA-tests die per stoelgangsstaal kunnen
worden uitgevoerd.
Bemerkingen
Er zijn actueel op de markt verschillende methodes voor het tes-
ten van calprotectine. Ze hebben elk een eigen cut-off zodat de
waarden van < 50µg/g niet altijd gelden als negatieve waarde. Er
is (nog) geen terugbetaling, zodat de patiënt ongeveer 30-35 euro
betaalt per onderzocht stoelgangsstaal. Er is toch nog een grote
overlap tussen actieve en niet-actieve ziekte. De test is het minst
betrouwbaar voor de moeilijkste groep IBD-patiënten namelijk
deze met geïsoleerde dunnedarmaantasting. Er is nog onvol-
doende kennis over de dagelijkse variaties van calprotecine en de
variaties in één staal. NSAID en aspirine zijn frequente gebruikte
geneesmiddelen die verantwoordelijk kunnen zijn voor de stijging
van calprotectine. Het is niet gekend hoelang er moet worden
gewacht alvorens het effect verdwenen is.
Besluit
Calprotectine in de stoelgang is een niet-specifieke merker voor
inflammatie. Vooral de negatief predictieve waarde is hoog zodat
zeer lage waarden (< 50µg/µ) en zeker < 30µg/g) zeer betrouw-
baar zijn voor afwezigheid van pathologie. Dit maakt deze test
zeer geschikt voor de differentaaldiagnose tussen IBS en IBD en
laat toe om een colonoscopie te vermijden. Zeer hoge waarden
(> 500µg/g?) zijn betrouwbaar voor aanwezigheid van organische
pathologie. Er moet wel rekening gehouden worden met de cut-
off
waarden van het gebruikte toestel. Bij gekende inflammatoire
darmziekte is het vooral de evolutie van de waarden in de tijd
die remissie of opstoot suggereert en niet een éénmalige waarde.
Een aantal zaken moeten nog beter worden onderzocht, zoals de
dagelijkse variaties en de variaties in één stoelgangsstaal. Het is
echter duidelijk dat calprotectinebepaling in de toekomst deel zal
uitmaken van de standaardonderzoeken bij het diagnosticeren en
volgen van IBD.
referenties
1.
Smith LA, Gaya Dr. Utility of faecal calprotectin analysis in adult inflammatory bowel
disease. World J Gastroenterol 2012;18:6782-9.
2.
Takeuchi K, Ladwa M, Bjarnason. Fecal calprotectin and IBD - A viewpont. Inflammatory
bowel disease monitor 2004;5:91-5.
3.
Van Den Bergh F, Kolkman J, russel M, et al. Calprotectine: een fecale marker voor
diagnostiek en follow-up bij patiënten met chronische inflammatoire darmafwijkingen. Ned
Tijdschrif Geneeskd 2003;147:2360-5.
4.
Sipponen T. Correlation of faecal calprotectin and lactoferrin with an endoscopic score for
Crohn's disease and histological findings. Aliment Pharmacol Ther 2008;28:1221­9.
5.
Burri E. Faecal calprotectin ­ a useful tool in the management of inflammatory bowel
disease. Swiss Medical Weekly 2012;142:w13557.
6.
De Vos M, Dewit O, D'Haens G, et al. Fast and sharp decrease in calprotectin predicts
remission by infliximab in anti-TNF naïve patients with ulcerative colitis. J Crohns Colitis
2012;6:557-62.
Prof. Fazia Mana (Afdelingshoofd,
dienst Gastro-Enterologie, UZ Brussel, VUB)