background image
MEDI-
SFEER
420
6
19 september 2013
T
egen het nieuwe KB (zie het twee-
de artikel op deze pagina) werd
een beroepschrift ingediend door
vier artsen actief of geïnteresseerd in palli-
atieve zorg. Met name: prof. Bart Van Den
Eynden (UA), diensthoofd Centrum voor
Palliatieve Zorg Sint Camillus, groep Gast-
huiszusters Antwerpen, dr. Daniël Devos,
sectorcoördinator algemene ziekenhuizen,
Zorgnet Vlaanderen, Jacky Boterman,
oncoloog AZ Sint-Lucas Gent en voorzit-
ter vzw palliatieve Zorg St.-Vincentius en
Marc Desmet, huisarts en medisch ver-
antwoordelijke palliatieve eenheid Jessa
Ziekenhuis Hasselt.
Van dit kwartet treedt enkel dr. Desmet
ook vaak op als raadgevend arts bij eutha-
nasie.
Geen absoluut
patiëntenrecht
Het beroepsschrift verwijst onder meer
naar de wet van 2002: euthanasie is geen
absoluut recht van de patiënt. Wel heeft
de patiënt het recht euthanasie te vragen.
De arts kan daarop ingaan maar hoeft dit
niet te doen. Waarbij men aanstipt dat elke
arts weliswaar "absoluut respect" moet
opbrengen voor een persoon maar daarom
nog niet voor zijn of haar wil. Terwijl de
euthanasiewet ruimte laat voor levensbe-
schouwelijke diversiteit sluit het gewraakte
KB dit juist uit. Uitgangspunt is immers
het criterium "absoluut respect voor de
individuele wil van de ongeneeslijk zieke
patiënt." Ook de artsen aangesloten bij het
LevensEinde InformatieForum vzw (Leif)
willen op die manier het recht op euthana-
sie laten bekrachtigen.
Maar voor de vier aanklagers
kan dat niet.
Zij leunen aan bij de Federatie Palliatieve
Zorg vzw en willen de vrije keuze behou-
den. Vanuit de optiek dat "euthanasieaan-
vragen heel vaak een achterliggende vraag
verbergen" vragen ze meer aandacht voor
palliatieve begeleiding.
Enkel Leif-artsen
Het nieuwe KB professionaliseert het ad-
vies van de tweede arts en voorziet in een
vergoeding. Daarvoor moet aan een aantal
voorwaarden voldaan zijn. Maar de opge-
legde criteria discrimineren, vinden de vier
artsen.
Daardoor komen enkel Leif-artsen
in aanmerking. Een IM moet bijvoorbeeld
in heel België actief zijn. De facto is enkel
LEIF en de Franstalige tegenhanger EOL
actualIteIt
JS0719N
Naar de Raad van State tegen
euthanasiebesluit
Geert Verrijken
Tegen een recent Koninklijk Besluit dat een tweede, geraadpleegde arts bij euthanasie vergoedt via
een `Inrichtende Macht' werd een beroepschrift ter vernietiging ingediend. Op het lijf van de Leif-
artsen geschreven en discriminerend voor daarbij niet-aangesloten artsen én een inbreuk op de
euthanasiewetgeving uit 2002, zo luidt het.
Wat houdt het gewraakte KB
precies in?
Z
oals bekend bepaalt de euthanasiewet van 28 mei 2002 dat de arts die euthanasie
toepast een `tweede' of `andere' arts raadpleegt. Het nieuwe Koninklijk Besluit
van 7 maart (Staatsblad van 8 april) beoogt nu het advies van deze geraadpleegde
arts met terugwerkende kracht tot begin 2012 te `professionaliseren.' Zo worden moda-
liteiten vastgelegd om een inrichtende macht (IM) te selecteren, een vzw met "een ab-
soluut respect voor de individuele wil van de ongeneeslijk zieke patiënt". Deze zou dan
de artsen selecteren die voor een tweede advies een honorarium ontvangen. Zijn advies
moet wel voldoen aan de standaarden die de IM controleert.
Het KB bepaalt heel wat opdrachten voor de IM. Het moet onder meer een geactuali-
seerde lijst van geraadpleegde artsen bijhouden waarop behandelende artsen een beroep
kunnen doen, contracten afsluiten met de geschikt bevonden artsen, ze evalueren, hono-
raria uitbetalen, een register bijhouden en beschikken over een eigen secretariaat. Voorts
bepaalt de wet dat een IM over een comité beschikt van "12 artsen met verschillende
levensbeschouwelijke opvattingen inzake menswaardig levenseinde". De IM duidt zelf zes
leden aan, de koepelorganisaties van de federaties voor palliatieve zorg drie (één Vlaming,
één Waal, één Brusselaar) en de representatieve artsenorganisaties eveneens drie.
Bedoeling is dat het schriftelijk advies van de geraadpleegde arts niet alleen naar de
euthanaserende arts gaat maar geanonimiseerd ook naar de IM. Het riziv stort het hono-
rarium van 160 euro per advies aan de IM die dit bedrag ­ met inhouding van maximaal
10 euro overhead ­ doorstort aan de arts. De begroting voorziet hiervoor in een envel-
oppe van 192.200 euro per jaar ­ goed voor 1.200 adviezen. De Dienst Geneeskundige
Evaluatie en Controle van het riziv houdt toezicht op de contracten.