background image
Percentiel
|
Vol 18
|
Nr 4
|
2013
28
geen chromosomale afwijkingen. Een PCr (Polymerase Chain Reac
tion) voor cytomegalievirus en parvovirus B19 is negatief. Gezien de
foetale ascites wordt na 35 weken een Mri uitgevoerd. daarbij wordt
een belangrijke ascites waargenomen met een hypersignaal op de
t2-gewogen beelden en discreet meer hypersignaal dan de blaas op
de t1-gewogen beelden. dat getuigt van een eventuele contaminatie
van het ascitesvocht door meconium of bloed. Met de Mri kan echter
een `gedekte' darmperforatie zonder residuele dilatatie niet worden
uitgesloten. Het hydramnion kan getuigen van een vrij proximale atre-
sie (slokdarm, dunne darm), wat met een Mri niet volledig kan worden
uitgesloten. Het hydramnion neemt progressief toe en daarom wordt de
moeder in het ziekenhuis opgenomen.
op een zwangerschapsleeftijd van 36 weken 4/7 wordt dringend een
keizersnede onder peridurale anesthesie uitgevoerd omdat de vrouw
spontaan in arbeid is gegaan. daarbij wordt een grote hoeveelheid
citroengeel vruchtwater teruggevonden. Het abdomen is zeer sterk
uitgezet, wat de fysiologische adaptatie van de pasgeborene in het
gedrang brengt. de respiratoire functie is onvoldoende. de baby
weent niet en vertoont geen spontane, regelmatige ademhaling. de
apgarscore is 4/7/7. de baby wordt gereanimeerd met eerst niet-inva-
sieve beademing en daarna een intubatie 2 minuten na de geboorte.
de vitale parameters zijn nu normaal en de baby vertoont een zekere
tonus. Hij weegt 3.090g [percentiel 90 op de curve van lubchenco
(17)], is 50,5cm lang (percentiel 85) en de schedelomtrek bedraagt
37cm (percentiel 90).
Bij lichamelijk onderzoek wordt geen dysmorfie waargenomen. de
pasgeborene heeft een normale kleur en vertoont geen tekenen van
hydrops. de rijpheidsscore van Finnström stemt overeen met de theo-
retische einddatum van de zwangerschap. Bij hartauscultatie wordt
geen geruis gehoord. Het abdomen is sterk uitgezet door de ascites en
de baby vertoont een belangrijke hydrokèle beiderzijds (Figuur 1). de
buikomtrek t.h.v. de navel bedraagt 37cm.
Het laboratoriumonderzoek bij opname toont geen elektrolytenstoornis-
sen of hematologische afwijkingen. de stollingstests zijn normaal. Er
is geen inflammatoir syndroom. Een röntgenfoto van de thorax toont
een normaal aspect van het longparenchym en een normale hartscha-
duw. Een overzichtsfoto van het abdomen toont een grote hoeveelheid
ascites en slechts weinig dunnedarmlissen met lucht (Figuur 2).
in overleg met de kinderchirurg wordt dringend een explorerende lapa-
rotomie uitgevoerd. daarbij kan 26ml sereus vocht worden geëvacueerd
en kan een misvorming van de darmen worden uitgesloten. Het post-
operatieve verloop is gunstig. Het punctievocht bevat een normale
concentratie van triglyceriden, amylase en bilirubine.
Vervolgens wordt een aantal onderzoeken uitgevoerd om misvormingen
op te sporen. Er worden geen cardiale of neurologische afwijkingen
waargenomen. Een echografie van de nieren toont een bilaterale hydro-
nefrose. Een klep achteraan in de urethra kan worden uitgesloten met
een permictionele urethrocystografie. links wordt een vesico-ureterale
reflux van graad iV in beeld gebracht. de baby krijgt profylactisch anti-
biotica. Er wordt een volledig genetisch onderzoek uitgevoerd (kind en
ouders).
tot dag 9 krijgt de baby enkel parenterale voeding. Geleidelijk
wordt moedermelk gestart. op dag 20 getuigen een toename van de
buikomtrek en het optreden van een oppervlakkige polypneu van een kli-
nisch recidief van de ascites, die inmiddels was geresorbeerd. Na echo-
grafische bevestiging wordt een tweede punctie uitgevoerd. Gezien
het melkachtige aspect van het punctievocht wordt een diagnose van
chyleuze ascites gesteld (Figuur 3). dat wordt bevestigd door bepaling
figuur 1: sterk uitgezet abdomen door ascites met een belangrijke
bilaterale hydrokèle.
figuur 2: Buikoverzichtsfoto: grote hoeveelheid ascites, weinig
dunnedarmlissen met lucht.