![]() De huidbarrière heropbouwen Vermindering van 2 derm, mesoderm en endoderm) (1). anatomisch onderscheiden we tera- tomen van de gonaden (teelballen en ovaria) en andere (2). Histologisch onderscheiden we rijpe en onrijpe teratomen (aanwezigheid van primair neurogliaweefsel en/of neuro-epitheliale haarden) (3). rijpe teratomen zijn goedaardig (4). Bij immature teratomen is de prognose doorgaans goed, behalve als er maligne haarden van dooierzaktumor zijn of een embryonaal carcinoom (3). Foetale teratomen vertonen vaak onrijpe elementen, maar dat betekent nog niet dat de prognose op volwassen leeftijd slecht zal zijn (5). en komt viermaal vaker voor bij meisjes dan bij jongens (6). Maligne transformatie vindt echter vaker plaats bij jongens (7). tijdens de embryologische ontwikkeling van de gonaden. tijdens de migratie van de kiemcellen kunnen sommige cellen geïsoleerd raken, zich blijven ontwikkelen en dan een teratoom vormen (5). Volgens een tweede theorie zouden teratomen ontstaan uit resten van de primitieve knoop (8). Volgens een derde theorie zouden teratomen ontstaan als gevolg van een onvolledige scheiding van een tweelingzwangerschap. Het teratoom zou dus een `foetus in foetu' zijn (1). epifyse. de frequentste locaties zijn de streek van het heiligbeen en het staartbeen (60%), en de gonaden (20%) (9). we naar de classificatie van de American Academy of Pediatrics Surgery Section (aaPss) (Tabel 1) (10). de anatomische uitbreiding van de tumor genomen, van de prenatale diagnose tot de perinatale behandeling. een patiënte die 27 weken en 5 dagen zwanger was (G1P0), werd naar ons verwezen wegens een massa ter hoogte van het sacrum. een echografie bevestigde de diagnose van sCT. omdat het teratoom groter werd en er een vermoeden van foetale anemie was, werd na 31 weken en 4 dagen zwangerschap een behandeling met corticosteroïden gestart om de rijping van de foetale longen te bevorderen. Daarna werd een keizersnede uitgevoerd. De baby werd op de eerste levensdag geopereerd. De diagnose van teratoom werd bevestigd door pathologisch-anatomisch onderzoek. Microscopische maligne haarden van dooierzak- tumor konden niet worden uitgesloten. De diagnose van sCT kan worden gesteld met een kleurendopplerechografie en magnetische kernspinresonantie (Mri). een echografische follow-up wordt aanbevolen om de groei van de massa en de hemodynamische weerslag te evalueren. een foetale echocardiografie wordt aanbevolen in geval van een sCT met een hoog debiet. Tevens moet worden gezocht naar andere misvormingen en/of optreden van een anasarca. De moeder moet worden begeleid om een pre-eclampsie met een mirrorsyndroom uit te sluiten. De bevalling gebeurt het best in een centrum dat gespecialiseerd is in de behandeling van foetale misvormingen (kinderchirurgie) en vroeggeboorte (neonatologie). |