background image
Percentiel
|
Vol 18
|
Nr 4
|
2013
23
en radiofrequentieablatie (rFa) (28). Geen enkele behandeling werd
in grote reeksen gevalideerd. Elke behandeling houdt risico's in, o.a.
voortijdig breken van de vliezen. Er zijn geen criteria voor een prenatale
ingreep. Factoren die getuigen van een ernstig probleem, vooral tijdens
de prelevensvatbare periode, zijn een anasarca, een snelle groei van de
massa (tumorgroei 150cm
3
/week), tekenen van hartdecompensatie en
een extreem polyhydramnion (11).
Volgens Wilson et al. (2009) zijn de huidige criteria voor chirurgische
resectie in utero:
·
geen contra-indicatie van moeders kant voor foetale chirurgie (me-
dische of chirurgische contra-indicatie, BMi < 36kg/m², risico's als
gevolg van de anesthesie);
·
zwangerschapsleeftijd 20-30 weken amenorroe;
·
gunstig aaPss-stadium, geen andere afwijkingen;
·
anasarca (ascites, pleura-uitstorting of subcutaan oedeem). Een
significante placentomegalie (dikte van de placenta aan de inplan-
ting van de navelstreng > 35-45mm bij een zwangerschapsleeftijd
< 30 weken amenorroe) is volgens de klinische ervaring een rela-
tieve contra-indicatie;
·
normaal foetaal karyotype;
·
foetaal hartdebiet > 600-900ml/kg/min (gecorrigeerd voor de zwan-
gerschapsleeftijd);
·
geen mirrorsyndroom bij de moeder (29).
als de foetus levensvatbaar is en als er geen prognostisch ongunstige
elementen zijn, moet dringend een keizersnede worden uitgevoerd na
toediening van corticoïden om de longen te doen rijpen.
als er geen prognostisch ongunstige factoren zijn, wordt een wekelijkse
echografische controle aanbevolen (11).
doorgaans wordt een bevalling geprogrammeerd rond 38 weken. in
geval van een externe component > 5cm is een electieve keizersnede
vereist (30). als de externe component kleiner is dan 5cm, mag de moe-
der via natuurlijke weg bevallen (Figuur 3) (11).
Bij onze patiënte werd een electieve keizersnede uitgevoerd na 31 we-
ken en 4 dagen zwangerschap, gezien de grootte van het sCt (> 5cm) en
het echografische vermoeden van foetale anemie. Het sCt zou dystocie
hebben veroorzaakt en er was ook een risico op foetale exsanguinatie.
Het teratoom had een gemengde samenstelling (vast en cystisch), was
sterk gevasculariseerd en kon dus bloedingen en een anasarca veroor-
zaken.
Conclusie
Uit deze casus en de literatuur blijkt hoe belangrijk het is deze misvor-
mingen goed aan te pakken.
Het wordt aangeraden de grootte van het letsel wekelijks te controleren
met evaluatie van de cystische en vaste componenten (7).
in geval van een tumor met een hoog debiet wordt een foetale echocar-
diografie aanbevolen. tevens moet worden gezocht naar een anasarca
en moeten andere misvormingen worden uitgesloten (in 11-38% van de
gevallen zijn er inderdaad nog andere misvormingen). Meestal betreft
het lokale misvormingen als gevolg van de tumorgroei (imperforatio ani
en obstructieve uropathie). Een Mri van de foetus kan nuttig zijn om de
letsels te evalueren (7).
als het kind levensvatbaar is en als er bij echografie prognostisch
ongunstige factoren zijn, moet een extractie van de foetus worden uit-
gevoerd in een referentiecentrum dat beschikt over een team van kin-
derchirurgen en een neonataal centrum type N (11). Een externe compo-
nent > 5cm of een volume van 750cm
3
zijn indicaties voor een electieve
keizersnede (30). in sommige gevallen mag de bevalling via natuurlijke
weg plaatsvinden (klein sCt, geen tekenen van foetale anemie, geen
anasarca, zwangerschap à terme). als de foetus nog niet levensvatbaar
is en als er prognostisch ongunstige factoren zijn, kan een foetale inter-
ventie worden overwogen (11).
Follow-up van de moeder met betrekking tot pre-eclampsie en mirror-
syndroom wordt aanbevolen (7).
referenties
1.
isaacs h, jr. Perinatal (fetal and neonatal) germ cell tumors. j Pediatr surg 2004;39(7):1003-13.
2.
heerema-mcKenney a, harrison mr, Bratton B, farrell j, Zaloudek C. Congenital teratoma: a
clinicopathologic study of 22 fetal and neonatal tumors. am j surg Pathol 2005;29(1):29-38.
3.
isaacs h, jr. Perinatal (congenital and neonatal) neoplasms: a report of 110 cases. Pediatr Pathol
1985;3(2-4):165-216.
4.
Dehner LP. gonadal and extragonadal germ cell neoplasia of childhood. hum Pathol
1983;14(6):493-511.
5.
issacs h. germ cell tumors. in: Tumors of the fetus and newborn. Philadelphia, Pa: saunders, 1997: 1-38.
6.
swamy r, embleton n, hale j. sacrococcygeal teratoma over two decades: birth prevalence, prenatal
diagnosis and clinical outcomes. Prenat Diagn 2008;28(11):1048-51.
7.
woodward Pj, Kennedy a, sohaey r. Tératome sacrococcygien. in: obstétrique: Les 100 principaux
diagnostics. Paris: maloine, 2005: 194-6.
8.
moore KL, Persaud TVn. The developing human: clinically oriented embryology. 7e éd. Philadelphia:
wB saunders, 2003.
9.
Beghetti m, Prieditis m, rebeyka im, mawson j. images in cardiovascular medicine. intrapericardial
teratoma. Circulation 1998;97(15):1523-4.
10. altman rP, randolph jg, Lilly jr. sacrococcygeal teratoma: american academy of Pediatrics surgical
section survey. Pediatr surg 1974;9:389-98.
11. gucciardo L, uyttebroek a, De wever i, et al. Prenatal assessment and management of sacrococcygeal
teratoma. Prenat Diagn 2011;31:678-88.
12. graf jL, albanese CT. fetal sacrococcygeal teratoma. world j surg 2003;27(1):84-6.
13. hedrick hL, flake aw, Crombleholme Tm, et al. sacrococcygeal teratoma: prenatal assessment, fetal
intervention, and outcome. j Pediatr surg 2004;39(3):430-8; discussion-8.
14. milam Df, Cartwright PC, snow Bw. urological manifestations of sacrococcygeal teratoma. j urol
1993;149(3):574-6.
15. Currarino g, Coln D, Votteler T. Triad of anorectal, sacral, and presacral anomalies. ajr am j
roentgenol 1981;137(2):395-8.
16. Kuhlmann rs, warsof sL, Levy DL, flake aj, harrison mr. fetal sacrococcygeal teratoma. fetal Ther
1987;2(2):95-100.
17. Coleman Bg, adzick ns, Crombleholme Tm, et al. fetal therapy: state of the art. j ultrasound med
2002;21(11):1257-88.
18. Kamata s, imura K, Kubota a, et al. operative management for sacrococcygeal teratoma diagnosed in
utero. j Pediatr surg 2001;36(4):545-8.
19. ruano r, Duarte s, Zugaib m. Percutaneous laser ablation of sacrococcygeal teratoma in a hydropic
fetus with severe heart failure-too late for a surgical procedure? fetal Diagn Ther 2009;25(1):26-30.
20. mari g. middle cerebral artery peak systolic velocity: is it the standard of care for the diagnosis of fetal
anemia? j ultrasound med 2005;24(5):697-702.
21. Donnellan wL, swenson o. Benign and malignant sacrococcygeal teratomas. Ca Cancer j Clin
1969;19(6):344-51.
22. ishiguro T, Tsuchida Y. Clinical significance of serum alpha-fetoprotein subfractionation in pediatric
diseases. acta Paediatr 1994;83(7):709-13.
23. Danzer e, hubbard am, hedrick hL, et al. Diagnosis and characterization of fetal sacrococcygeal
teratoma with prenatal mri. ajr am j roentgenol 2006;187(4):350-6.
24. Batukan C, ozgun mT, Basbug m, Caglayan o, Dundar m, murat n. sacrococcygeal teratoma in a fetus
with prenatally diagnosed partial trisomy 10q (10q24.3-->qter) and partial monosomy 17p (p13.3--
>pter). Prenat Diagn 2007;27(4):365-8.
25. makin eC, hyett j, ade-ajayi n, Patel s, nicolaides K, Davenport m. outcome of antenatally diagnosed
sacrococcygeal teratomas: single-center experience (1993-2004). j Pediatr surg 2006;41(2):388-93.
26. adzick ns, Crombleholme Tm, morgan ma, Quinn Tm. a rapidly growing fetal teratoma. Lancet
1997;349(9051):538.
27. Lam Yh, Tang mh, shek Tw. Thermocoagulation of fetal sacrococcygeal teratoma. Prenat Diagn
2002;22(2):99-101.
28. Paek Bw, jennings rw, harrison mr, et al. radiofrequency ablation of human fetal sacrococcygeal
teratoma. am j obstet gynecol 2001;184(3):503-7.
29. wilson rD, hedrick h, flake aw, et al. sacrococcygeal teratomas: prenatal surveillance, growth and
pregnancy outcome. fetal Diagn Ther 2009;25:15-20.
30. gross sj, Benzie rj, sermer m, skidmore mB, wilson sr. sacrococcygeal teratoma: prenatal diagnosis
and management. am j obstet gynecol 1987;156(2):393-6.