![]() < 9,0ng/ml). op de 6 en onrijpe elementen, graad 2. Er waren microscopische haarden van een mogelijke dooierzaktumor, maar zonder formele zekerheid bij histo- logisch onderzoek. immunomarkering voor aFP was negatief. op de coupes die immunohistochemisch werden onderzocht, was echter geen tumor te zien (immunomarkering voor aFP was positief in enkele klieren van rijp teratoom). de resectie werd als volledig beschouwd. be spreken. over wegend vaste, weinig gevasculariseerde en exofytische tumor (Figuur 2). aan de hand van een 3d-echografie kon de misvorming beter aan de ouders worden uitgelegd (Figuur 2). tweede trimester, maar dankzij de verbetering van de echografische beeldvorming kunnen ze al op het einde van het derde trimester wor- den gedetecteerd (16). Een sCt ziet er klassiek uit als een exofytische massa met cystische en vaste componenten, uitgaande van de streek van het heiligbeen (17). inhoud ervan worden geëvalueerd (vast/cystisch). tevens kunnen pla- centomegalie en polyhydramnion worden opgespoord (7). de hoogte ontwikkeling van een polyhydramnion (16). dynamische weerslag van de tumor op de foetus worden geëvalueerd (7). Met 3d-echografische technieken kan het volume worden gemeten en kan de anatomie van de tumor gemakkelijker aan de ouders worden uitgelegd (23). nent van de tumor beter worden gekarakteriseerd. Een zwak signaal als gevolg van bloedderivaten kan wijzen op een plaatselijke bloeding. Bij snelle multipele-gradiëntecho daarentegen geven bloedderivaten een sterk signaal. Zo kan een volumetoename als gevolg van een bloeding worden onderscheiden van een snelle groei. Vetcomponenten geven bij beide sequenties een hypersignaal (7). vaste tumoren (er zijn meer dan 50 massa's/misvormingen van die streek beschreven) en myelomeningokèle (7). den verwezen naar een centrum dat ervaring heeft met de perinatale behandeling. zin het foetale karyotype te bepalen (24). schreven: percutane laserablatie (19, 25), sclerose met alcohol, drainage van een cyste, drainage van vruchtwater, shunt tussen blaas en vrucht- waterzak (25), resectie in utero (26), monopolaire thermocoagulatie (27) |