background image
"A
cute gastro-enteritis
wordt gedefinieerd
als een acute diarree
(plotselinge stijging van de
stoelgangsfrequentie (minstens
3x/d gedurende meer dan 24 uur)
en/of zachte stoelgang) van
infectieuze oorsprong.
Bij pasgeborenen is een verschil
in consistentie met de gebruikelijke
stoelgang belangrijker dan de
stoelgangsfrequentie. Die laatste
kan in normale omstandigheden
al hoger zijn dan 3/d
(AFMPS).
De diarree kan gepaard gaan
met koorts en braken."
Acute diarree is in 90% van de
gevallen te wijten aan een infectie en geneest normaal
(90% van de gevallen) binnen 10 dagen. In ons land
krijgen kinderen gemiddeld 0,3-2,3 keer diarree per jaar
(in ontwikkelingslanden is dat 3 tot 9 keer) en het is één
van de frequentste oorzaken van morbiditeit en sterfte
bij kinderen.
In België treedt diarree vooral op voor de leeftijd van 4 jaar,
maar de sterfte aan diarree is er zeer laag.
Grondige evaluatie
Diarree bij kinderen jonger dan 1 jaar wordt vooral
veroorzaakt door virussen (70% van de gevallen;
rotavirus, adenovirus, norovirus...) en Salmonella. Bij
kinderen van 1 tot 4 jaar zijn dat diezelfde verwekkers
plus Campylobacter en Yersinia (1). De ontwikkeling van
een vaccin tegen het rotavirus heeft de incidentie van
seizoengebonden diarree door rotavirusinfecties sterk
verlaagd. Een virale gastro-enteritis wordt doorgegeven
via feco-oraal contact, maar ook door contaminatie van
voedsel en water of door druppeltjes in de lucht. Het
lichaam verdedigt zich op verschillende manieren: lage
pH in de maag, bewegingen van de darmen en secretie
van slijm in de darmen, maar ook via de microflora en
lokale inductie van systemische immuunreacties (2).
Als die mechanismen er niet in slagen om de infectie te
beteugelen, raakt de vochthuishouding verstoord door
een wisselende combinatie van meer darmsecreties en
minder darmabsorptie (3). De diarree kan inflammatoir
zijn door productie van cytotoxines (Shigella, Salmonella,
Yersinia
, ETEC, EIEC,...) of door andere mechanismen
(virussen, stafylokokken, Clostridium,...). In het eerste
geval is de diarree doorgaans bloederig, in het tweede
geval betreft het vooral een secretiediarree (3).
"De klinische evaluatie stoelt op het gewichtsverlies, de
capillaire refill, een abnormale huidturgor en tachypneu,
aldus prof. Hoffman. De WGO (World Gastroenterology
Organisation) spreekt van een matige uitdroging als het
kind minstens twee van de volgende tekenen vertoont:
vermoeidheid of prikkelbaarheid, ingezonken ogen,
dorst, traag wegtrekkende huidplooi (< 2 seconden
bij de pinchtest) (4). Het advies van een arts is
geïndiceerd als het kind jonger is dan 6 maanden, bij
overvloedige diarree (> 8 stoelgangen/dag), als er bloed
in de stoelgang zit, bij koorts, persisterend braken,
vermindering van het bewustzijn of een onderliggende
ziekte. Een ziekenhuisopname is noodzakelijk in geval van
shock, ernstige uitdroging, neurologische afwijkingen,
onbedwingbaar of galbraken, als een poging tot
rehydratatie met ORS mislukt of bij vermoeden van een
chirurgische aandoening."
Een beproefde behandeling: als
de darmen werken, gebruik ze dan
De WGO raadt aan om uitdroging te voorkomen of
te behandelen met ORS (Oral Rehydration Solutions)
om de vocht- en elektrolytenhuishouding te herstellen.
Grootschalig gebruik van ORS redt levens (4). ORS kan
immers bij elke vorm van uitdroging worden toegediend,
kost weinig, kan gemakkelijk thuis worden toegediend,
ongeacht de manier waarop, en is gezien de ideale
osmolaliteit en de aangepaste hoeveelheid elektrolyten
voor rehydratatie te verkiezen boven klassieke dranken.
De WGO raadt aan ORS toe te dienen in een hoeveelheid
van 50-100ml/kg/3-4 uur + 60-120ml bij elke episode van
diarree of braken bij kinderen < 10kg. Waar mogelijk, kan
het kind na een initiële latentie van 4-6 uur verder worden
gevoed (4).
PC152N
Gastro-enteritis bij kinderen
Racecadotril (Tiorfix
®
)
in aanvulling op rehydratatieoplossing:
gunstige klinische effecten
Gastro-enteritis geneest gewoonlijk vanzelf, maar kan soms ernstige gevolgen hebben door uitdroging.
De behandeling bestaat gewoonlijk in een herstel van de vocht- en elektrolytenhuishouding. Een gesprek
met prof. Ilse Hoffman (Kindergeneeskunde, UZ Leuven) in het kader van bijscholingen voor huisartsen
die worden georganiseerd door de firma Takeda.
Prof. Ilse Hoffman
PC152N.indd 1
06/09/13 09:25