background image
Percentiel
|
Vol 18
|
Nr 4
|
2013
10
gaat met een minder goede prognose en wat te wijten zou kunnen zijn
aan verlies van heterozygotie. de CoG heeft dat specifiek onderzocht
bij 212 patiënten in de studies NWts-4 en PoG 9046. 1q-gain werd
waargenomen bij 27% van de onderzochte tumoren, correleerde niet
met het tumorstadium en ging gepaard met een minder goede recidief-
vrije overleving na 8 jaar: 76% versus 93% zonder 1q-gain (p = 0,0024).
Het risico op recidief steeg met factor 2,72 (p = 0,0089). ook de totale
overleving na 8 jaar was minder goed: 89% versus 98% (p = 0,0075).
Het overlijdensrisico was 3,08-maal hoger (p = 0,067). die gegevens zijn
zeker interessant, maar moeten nog worden bevestigd.
Neuroblastoom:
een beetje van alles
stadium 4N, een stadium dat verschilt van
het klassieke stadium van metastasering
op het ogenblik dat de diagnose wordt gesteld, is een neuroblastoom
vaak al gemetastaseerd en is de prognose zeer slecht. "Maar er bestaat
een stadium dat minder werd onderzocht: stadium 4N met alleen me
tastasen in de distale ganglia. De prognose van dat stadium zou beter
kunnen zijn. Daarom hebben we beslist dat aan een nader onderzoek te
onderwerpen", zei daniel alexander Morgenstern (Canada). Uitgaande
van meerdere gegevensbanken werden 2.250 patiënten in stadium 4
gerekruteerd, van wie 146 (6,5%) met alleen metastasen in de distale
ganglia (19). de evenementvrije overleving en de totale overleving
waren zeer significant beter bij die patiënten (Figuur 1). de mediane
leeftijd van die patiënten was lager, ze vertoonden minder vaak een
MYCN-amplificatie en hadden een lager ferritinegehalte. Bovendien
vertoonden ze een minder ongunstig histologisch beeld en een betere
MKi-index (MitosisKaryorrhexis Index).
de leeftijd (< of 547 dagen) en MYCN-amplificatie zijn andere,
onafhankelijke voorspellers van een minder goede EFs (EventFree
Survival, evenementvrije overleving). daarom werden die subgroepen
apart onder zocht. Bij patiënten jonger dan 574 dagen zonder MYCN-
amplificatie was de prognose beter in geval van een stadium 4N
(p = 0,03). de groep patiënten met MYCN-amplificatie was te klein om
conclusies te kunnen trekken. Bij kinderen ouder dan 547 dagen was
de EFs beter ongeacht een eventuele MYCN-amplificatie en was ook
het histologisch beeld beter in geval van stadium 4N. daniel alexander
Morgenstern concludeerde dan ook dat "de dosering niet hoeft te
worden verhoogd bij patiënten in stadium 4N, maar dat het goed
zou zijn om segmentale chromosomale analyses uit te voeren en de
proteomics te analyseren."
TVD: een oplossing in geval van persisterende
beenmerginvasie na inductietherapie?
de sioPEN (Society of Paediatric Oncology European Neuroblastoma
Network), hier vertegenwoordigd door loredana amoroso, heeft de
werkzaamheid en de toxiciteit van de combinatie topotecan-vincristine-
doxorubicine (tVd) onderzocht bij 68 patiënten met een neuroblastoom
met een hoog risico (stadium 4 of stadium 3 met MYCN-amplificatie)
die niet in remissie waren gegaan met een klassieke inductietherapie.
Na 2 cycli werd complete remissie verkregen bij 4 patiënten, een VGPr
(Very Good Partial Response) bij 13 en een Pr (Partial Response) bij
27 (20). ondanks een vooral hematopoëtische toxiciteit (neutropenie
en/of trombocytopenie) konden die patiënten worden opgenomen in
de volgende therapeutische fase aangezien een cytologische en histo-
logische Cr (Complete Response) kon worden verkregen bij 47% van de
patiënten die na de inductietherapie nog altijd beenmerginvasie ver-
toonden. Van de 68 patiënten waren 13 nog in leven na een follow-up
van 53 maanden.
figuur 1: efs en Os bij patiënten met een neuroblastoom stadium 4n versus stadium non-4n.
"Hoe kunnen we het percentage responders verhogen
in geval van een hoogrisiconeuroblastoom? Een eerste
mogelijkheid is een intensievere inductietherapie met
een intensievere myeloablatieve onderhoudstherapie en
een postconsolidatietherapie met immunotherapie (23).
Andere mogelijkheden zijn radio-isotopen en gerichte
geneesmiddelen, op voorwaarde dat het risico beter kan
worden gepreciseerd (zeer laag, laag, intermediair, hoog)
(24). Genomics spelen een belangrijke rol bij het evalueren
van het risico, maar ook een regelmatige evaluatie van de
tumor kan uitmonden in een herziening van de behandeling,
waardoor de respons en de prognose kunnen verbeteren."
Rochelle Bagatell (Philadelphia)
0
2
4
6
8
10
12
14
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0
E
v
en
t-fr
ee sur
viv
al pr
obabilit
y
(pr
opor
tion)
4N (n = 146)
Non-4N (n = 2104)
4N (n = 146)
Non-4N (n = 2104)
EFS
Time from diagnosis (years)
0
2
4
6
8
10
12
14
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0
O
v
er
all sur
viv
al pr
obabilit
y
(pr
opor
tion)
OS
Time from diagnosis (years)