background image
Skin
Vol 16
Nr 3
2013
40
40
AllErGiETESTEN BiJ
CoNSTiTuTioNEEl ECzEMA
ziJN VAAK NiET ziNVol
In het maart-nummer van het Neder-
lands Tijdschrift voor Geneeskunde (1),
dat enkel over dermatologie handelt,
verscheen een artikel over het nut van
allergologisch onderzoek bij constitu-
tioneel eczeem. Mogelijk zal het bij de
dermato-allergologen onder ons voor-
en tegenstanders oproepen. Ik vond het
inspirerend voor de dagelijkse praktijk.
Het werd geschreven door dermatolo-
allergologen werkzaam in het Univer-
sitair medisch centrum van Utrecht. Ze
stellen dat er tot op heden geen con-
sensus bestaat rond allergologisch on-
derzoek bij mensen met constitutioneel
eczeem. De belangrijkste Nederlandse
richtlijn stelt dat aanvullend allergolo-
gisch onderzoek geen nut heeft bij kinde-
ren ouder dan 2 jaar of bij volwassenen.
Want ook al worden er allergieën aange-
troffen, dit heeft geen enkele therapeu-
tische consequentie. alleen bij kinderen
jonger dan 2 jaar die naast het eczema
eveneens klachten vertonen die wijzen
op een voedselallergie, kan je onderzoek
naar voedselallergie overwegen. Volgens
het recentste consensusrapport uit 2006
van de European Academy of Allergy and
Clinical Immunology
lijkt verder nazicht
bovendien wel zinvol bij ernstige vormen
van eczema en bij de verdenking dat al-
lergenen een invloed hebben op het ver-
loop van het eczema. Dit allergologisch
onderzoek bestaat dan uit allergeen-spe-
cifieke huidtesten, serologische testen en
provocatietesten.
om de vraag naar de zinvolheid van al-
lergologisch onderzoek bij constitutio-
neel eczema verder uit te diepen, deden
de auteurs een systematisch literatuur-
onderzoek via alle artikels uit Pubmed,
Web of Science en Cochrane Library: 719
artikels werden gevonden, 23 kwamen
in aanmerking. Hieruit distilleerden de
auteurs de volgende richtlijnen:
- Globaal is er wel degelijk een asso-
ciatie tussen constitutioneel eczema
en inhalatie- en/of voedselallergie. Er
kan echter tussen beiden geen cau-
sale relatie aangetoond worden.
- onderzoek naar inhalatieallerge-
nen
bij kinderen met constitutio-
neel eczema zonder verdere klachten
heeft geen therapeutische conse-
quenties en is dus niet zinvol. Het
is enkel geïndiceerd wanneer er ook
symptomen bestaan van astma en
hooikoorts. Voor volwassenen met
constitutioneel eczema is er wel
een indicatie voor allergologisch
onderzoek naar inhalatieallergenen
wanneer er ook sprake is van con-
tacturticaria na blootstelling aan een
allergeen (bv. katten- of honden-
haren) of wanneer er sprake is van
astma of hooikoorts.
- onderzoek naar voedingsaller-
genen
bij kinderen en volwassenen
met constitutioneel eczema is enkel
zinvol wanneer er andere voedsel-
reacties gevonden worden. Voedsel-
reacties bij kinderen kunnen zich
uiten onder de vorm van een oraal
allergiesyndroom, urticaria, respi-
ratoire, gastro-intestinale syndro-
men of shock. Volwassenen vertonen
doorgaans een licht oraal allergie-
syndroom.
DrESS-SyNDrooM KAN zowAT
AllE orGANEN AANTASTEN
Het JaaD-nummer van mei 2013 wijdt
zijn tweedelig overzichtsartikel (2, 3)
aan het `Drug Reaction with Eosinofi-
lia and Systemic Symptoms
', afgekort
Dress-syndroom. Dress is een ernstige
veralgemeende en potentieel levens-
bedreigende reactie op medicaties. De
mortaliteit wordt geschat op 10 percent.
Dermatologische manifestaties kunnen
variabel zijn maar een morbilliforme
eruptie komt het vaakst voor. Patiënten
vertonen daarbij koorts en gezwollen
lymfeklieren. ook verstoringen in andere
organensystemen (hematologisch, hepa-
tisch, renaal, pulmonair, cardiaal, neuro-
logisch, gastro-intestinaal en endocrien)
kunnen wisselend gevonden worden zijn.
oorspronkelijk werd Dress in ver-
band gebracht met fenytoïne en werd
het fenytoïne hypersensitivity-syndroom
genoemd. De naamsverandering naar
Dress ontstond omdat later bleek dat ook
andere medicaties (vooral anticonvul-
siva en sulfonamiden) hetzelfde tableau
kunnen uitlokken. Vergeleken met andere
medicamenteuze reacties vertoont Dress
een langere latentieperiode (2 tot 6 we-
ken). ook de reactie zelf verloopt en evo-
lueert langzamer dan wat we doorgaans
zien bij andere medicamenteuze reacties.
De voornaamste maatregelen in de aanpak
zijn 1) het strikt weglaten van de uitlok-
kende medicatie en 2) het toedienen van
systemische corticotherapie. ook het over-
brengen van de patiënt naar een intensive
care
-afdeling of een brandwondencentrum
wordt aangeraden wegens het infectiege-
vaar. Wegens de diverse orgaanaantasting
is een multidisciplinaire aanpak noodza-
kelijk. Meestal is er een evolutie naar een
volledige genezing. Sommige patiënten
zullen chronische orgaanklachten behou-
den en uiteindelijk overlijden, meestal
wegens een fulminante hepatitis. Het is
tot op heden niet duidelijk in hoeverre
corticosteroïden verantwoordelijk zijn
voor complicaties op lange termijn.
ook zou de rol van andere van andere
immunosupressieve medicaties, die
inTERnATiOnAlE liTERATuuR
Nieuwtjes over neuzen van
niezenden...
Ria Willemsen
Meise
S1
1
92N