Skin
Vol 16
Nr 3
2013
21
immuun-gerelateerde panniculitis te
behandelen. Chirurgie kan aangewezen
zijn voor geïsoleerde letsels veroorzaakt
door fungi of bacteriën (mycetoma, bo-
tryomycosis). In een artikel in Dermato-
logic Therapy van 2010 (15) wordt een
heel mooi overzicht gegeven van alle in
de literatuur beschreven oorzakelijke
agentia en de aangepaste therapie.
CyTofaaG HISTIoCyTaIrE
PaNNICULITIS (CHP)
Hierbij is de hamvraag of een patiënt
met CHP een lymfoom heeft of een niet-
neoplastische aandoening. Immunofeno-
typering en genotype studies kunnen
hierbij helpen, maar zelfs bij negatieve
resultaten is een ontwikkelend lymfoom
nog steeds mogelijk. ook de vormen
die niet geassocieerd zijn met lymfoom
kunnen fataal verlopen door een hemo-
fagocytair syndroom dat de lever, milt
en het beenmerg aantast. Behandeling
met prednisone, ciclosporine en dapsone
is beschreven. Voor de agressieve vorm
van de ziekte wordt cytotoxische che-
motherapie aangeraden. Patiënten met
een subcutaan panniculitis-like T-cel-
lymfoom werden behandeld met varia-
bele vormen van combinatiechemothera-
pie, maar er zijn zelden verlengde remissies.
ook radiotherapie is beschreven (2, 3).
Referenties
1.
Requena L, Yus ES. Panniculitis. Part I. Mostly septal panniculi-
tis. JAAD augustus 2001;45:163-86.
2.
Bolognia JL, Jorizzo, JL, Schaffer JV. Dermatology.
3.
Requena L, Yus ES. Panniculitis. Part II. Mostly lobular pannicu-
litis. JAAD augustus 2001;45:325-61.
4.
Gilchrist H, Patterson JW. Erythema nodosum and erythema
induratum (nodular vasculitis): diagnosis and management.
Dermatol Ther 2010;23(4):320-7.
5.
Khelifa E, Masouyé I, Chavaz P, et al. Primary Atrophic Solitary
Morphea Profunda. Dermatology 2008;217:20710.
6.
Hansen CB, Callen JP. Connective tissue panniculitis: lupus
panniculitis, dermatomyositis, morphea/scleroderma. Dermatol
Ther 2010;23(4):341-9.
7.
Lyon MJ. Metabolic panniculitis: alpha-1 antitrypsin defici-
ency panniculitis and pancreatic panniculitis. Dermatol Ther
2010;23(4):368-74.
8.
Ortiz PG, Skov BG, Benfeldt E. Alpha1-antitrypsin deficiency-
associated panniculitis: case report and review of treatment
options. J Eur Acad Dermatol Verereol 2005;19(4):487-90.
9.
Zheng ZJ, Gong J, Xiang GM, et al. Pancreatic panniculitis
associated with acinar cell carcinoma of the pancreas: a case
report. Ann Dermatol 2011;23(2):225-8.
10. Banfill KE, Oliphant TJ, Prasad KR. Resolution of pancreatic
panniculitis following metastasectomy. Clin Exp Dermatol.
2012 Jun;37(4):440-1.
11. Foxton G, Vinciullo C, Tait CP et al. Sclerosing lipogranuloma of
the penis. Australas J Dermatol. 2011 Aug;52(3):e12-4.
12. Husein-Elahmed H, Soriano-Hernandez MI, Aneiros-Cachaza J.
et al. Ulceration of the scalp: lipogranuloma induced by indus-
trial oils in a decorator woman. Ann Acad Med Singapore. 2012
Mar;41(3):132-2.
13. Gomez-Espejo C, Pérez-Bernal A, Camacho-Martinez F. A new
case of semicircular lipoatrophy associated with repeated
external microtraumas and review of literature. JEADV (2005)
19, 459-461.
14. Nagor E, Sanchez-Motilla JM, Rodriguez-Serna M et al.
Lipoatrophia semicircularis a traumatic panniculitis: Report of
seven cases and review of the literature. JAAD, noverber 1998;
879-881.
15. Morisson LK, Rapini R, Willison CB, Tyring S. Infection and
panniculitis. Dermatologic Therapy. Vol. 23. 2010, 328-34
Te ontdekken op skin
.be
HET DiSTriBuTiEPATrooN VAN
SEGMENTAlE ViTiliGo: AANKNoPiNGS-
PuNTEN Voor SoMATiSCH
MozAïCiSME
Segmentale vitiligo wordt gekenmerkt door een
unilaterale en gelokaliseerde distributie. Tot op he-
den is het onderliggende mechanisme nog steeds
een enigma. Deze retrospectieve, observationele
studie had tot doel een beter inzicht te verwerven
in de etiopathogenese van segmentale vitiligo, door
het distributiepatroon van huidaandoeningen met
een mogelijke mozaïek- of neurogene achtergrond
met elkaar te vergelijken.
Hierbij werd het distribu-
tiepatroon van 724 unilate-
rale, lineaire of bandvormige
controlelaesies vergeleken
met 181 segmentale vitiligo-
laesies.
MolECulAirE PATHoloGiE VAN
HET MElANooM
De incidentie van het melanoom stijgt en be-
halve een volledige resectie bij gelokaliseerde
letsels waren de therapeutische mogelijkheden
beperkt en weinig doeltreffend. Dankzij een
betere kennis van de moleculaire afwijkingen
die een rol spelen bij de ontwikkeling van een
melanoom, hebben we een beter inzicht
gekregen in de onderliggende mechanismen
en kunnen we nieuwe therapeutische opties
aanbieden. Het mela-
noom blijkt bovendien
een heterogene aan-
doening te zijn.