![]() einden van de vingers of de tenen wor- den aangetast, vaak asymmetrisch. Er is een erytheem bedekt met puistjes en schilfers. De ziekte evolueert traag en de letsels blijven jarenlang vrij beperkt. aantasting van de nagels is mogelijk met onyxis en perionyxis. Er kan osteolyse van het eindkootje optreden en de let- sels kunnen gepaard gaan met psoriati- sche artritis. PPPP wordt beschouwd als een ernstige vorm van psoriasis en dat om meerdere redenen: de behandeling is complex, de letsels reageren niet goed op biologische geneesmiddelen en er is een vrij hoog risico op ontwikkeling van psoriatisch gewrichtslijden (24%). Tot slot heeft deze vorm van psoriasis een sterke weerslag op de levenskwaliteit en de ernst ervan wordt onderschat met de PaSI (Psoriasis Area and Severity Index) en de DLQI (Dermatology Life Quality index). als lokale corticoïden (± calcipotriol) of plaatselijke PUVa-therapie (of uv B TLo1) mislukken, kunnen tacrolimus of retinoïden worden voorgeschreven. als derdelijnstherapie worden metotrexaat, ciclosporine, de combinatie PUVa + reti- noïden en zelfs dynamische fototherapie (1 studie) gegeven. Biologische genees- middelen worden voorgeschreven als vierdelijnstherapie, maar ustekimumab is in deze indicatie minder werkzaam dan bij psoriasis vulgaris. En als dat alles nog geen resultaat oplevert, kan worden geprobeerd met TNf-alfa-antagonisten, soms in combinatie met metotrexaat. (fLr) merkt door een urethritis, een asym- tis en conjunctivitis. De postvenerische vorm van artritis wordt veroorzaakt door Chlamydia trachomatis, Mycoplasma of Ureaplasma. Mogelijke verwekkers van gastro-intestinale infecties die een syn- droom van fiessinger-Leroy kunnen ver- oorzaken, zijn Salmonella, Shigella, yer- gevallen, vooral de postvenerische vor- men, worden de huid en de slijmvliezen aangetast en dat hoofdzakelijk in de vorm van erosies in de mond en een niet-ero- sieve balanitis circinata. Minder vaak vin- den we een palmoplantaire keratodermie in de vorm van `tapijtnagels', psoriatische plekken op de ledematen en subunguale hyperkeratose. Een dergelijke `tapijtnagel- keratodermie' moet vooral worden on- derscheiden van een palmoplantaire papuleuze syfilis (daarom een syfilissero- logie aanvragen). Het syndroom van fLr wordt behandeld als een spondylartritis: niet-steroïdale ontstekingsremmende middelen, sulfasalazine, metotrexaat of TNf-alfa-antagonisten. Bij een reactieve artritis na een Chlamydia-infectie zijn cyclines (doxycyline 200mg/d geduren- de 3 weken) geïndiceerd om de urethritis te behandelen, maar ook om het optre- den van artritis te voorkomen en de ernst ervan te verminderen. PUSTULOSIS HyPEROSTOSIS- OSTEOMyELITIS SyNDROME) combinatie van reumatologische ver- schijnselen en neutrofiele huidaandoe- ningen. reumatologische verschijnselen zijn aantasting (hyperostose en osteïtis) van de voorste thoraxwand (65-90%), de wervelkolom (30%) en de sacro-iliacale gewrichten (10-50%). Zeer vaak wor- den de gewrichten in de buurt van de botletsels aangetast en treedt een en- thesopathie op. Er kunnen verschillende huidletsels optreden voor, tegelijk met of na de osteoarticulaire aantasting: pal- moplantaire pustulose (50-75% van de gevallen) (figuren 5 en 6), acne fulmi- nans en conglobata, hidrosadenitis sup- purativa, syndroom van Sweet, pyoderma Voetzolen = mediaan en mediaal deel van voetgewelf en hielen Pleistertests noodzakelijk Pleistertests zinloos Syndroom van Fiessinger-Leroy SAPHO Dyshidrose Pustulosis subcornealis van de Sneddon-Wilkinson Neutrofiele dermatosen Steriele eosinofiele pustulose, ziekte van Ofuji Paradoxale reacties op TNF-alfa-antagonisten Geïsoleerde palmoplantaire pustulose |