![]() voor cutaan gebruik in spuitbus. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SA- MENSTELLING Elke gram schuim voor cutaan gebruik bevat 500 micro- gram clobetasolpropionaat. Hulpstoffen: bevat ook cetylalcohol 11,5mg/g, stearylalcohol 5,2mg/g en propyleenglycol 20,9mg/g. FARMACEUTISCHE VORM Schuim voor cutaan gebruik in spuitbus. Wit schuim dat afbreekt bij contact met de huid. THERAPEUTISCHE INDICATIES Kortdurende be- handeling van dermatosen van de hoofdhuid gevoelig voor steroïden zoals psoriasis, die niet voldoende reageren op minder actieve steroïden. DOSE- RING EN WIJZE VAN TOEDIENING CLARELUX is een zeer sterk topisch cor- ticosteroïd; de behandeling moet daarom worden beperkt tot 2 opeenvol- gende weken en grotere hoeveelheden dan 50g/week mogen niet worden gebruikt. N.B.: voor een goede dosering van schuim dient u de bus onder- steboven te houden en de actuator in te drukken. Toedieningsweg: voor cutaan gebruik. Vermijd contact met ogen, neus en mond. Niet gebruiken in de buurt van open vuur. geen gegevens uit klinische stu- dies waarin de doeltreffendheid van eenmaal daags aanbrengen is geëvalueerd. Keer de bus om en breng een kleine hoeveelheid (ter grootte van een walnoot of één theelepel) CLARELUX direct aan op de laesies, of doe een kleine hoeveelheid in de dop van de bus, op een schotel of een ander koel oppervlak, waarbij u erop dient te letten dat contact met ogen, neus en mond wordt vermeden. Rechtstreeks op de handen spuiten wordt afgeraden, daar het schuim onmiddellijk begint op te lossen bij contact met warme huid. Masseer voor- zichtig de aangetaste plek tot het schuim verdwijnt en is geab- sorbeerd. Herhaal tot de gehele aangetaste plek is behandeld. Strijk het haar weg van de aan- getaste plek zodat het schuim op elke aangetaste plek kan worden aangebracht. zien er geen gegevens zijn over het gebruik van CLARELUX bij kinderen en adolescenten wordt het gebruik bij deze patiënten afgeraden. CONTRA-INDICATIES CLARELUX is gecontra-indiceerd bij patiënten met overgevoelig- heid voor clobetasolpropionaat, voor andere corticosteroïden of voor één van de hulpstoffen. CLARELUX is gecontra-indiceerd bij patiënten met brandwonden, rosacea, acne vulgaris, dermatitis perioralis, perianale en genitale pruritus. Het gebruik van CLARELUX is gecontra-indiceerd in de behandeling van primair geïnfecteerde huidlaesies veroorzaakt door in- fectie met virussen, schimmels of bacteriën. CLARELUX dient niet gebruikt te worden op het aangezicht. BIJWERKINGEN De meest opgemerkte bij- werkingen in verband met het gebruik van clobetasolpropionaat schuim- formuleringen voor cutaan gebruik in klinische studies waren reacties op de toedieningsplaats zoals een brandend gevoel (5%) en andere niet- gespecifi ceerde reacties (2%). Bijwerkingen worden gerangschikt volgens systeem/orgaanklasse en frequentie volgens de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1000, < 1/100), zelden ( 1/10000, < 1/1000), zeer zelden (<1/10000), niet bekend (kan met de bepaald). Zenuwstelselaandoenin- gen Zeer zelden: paresthesieën. Oogaandoeningen Zeer zelden: oogirritatie. Bloedvataandoeningen Zeer zelden: uitgezette venen. Huid- en onderhuidaandoeningen Zeer zelden: dermatitis niet anders omschreven (NAO), contactdermatitis, verergerde psoriasis, huidirritatie, gevoelige huid, trekkende huid. Alge- mene aandoeningen en toedieningsplaatsaandoeningen Vaak: brandend gevoel op toedieningsplaats, toedieningsplaats reactie NAO; zeer zelden: erytheem op toedieningsplaats, pruritus op toedieningsplaats, pijn NAO. Onderzoeken Zeer zelden: aanwezigheid van bloed in urine, verhoogd gemiddeld celvolume, proteïneurine, urinestikstof. Zoals bij andere topi- sche corticosteroïden kan langdurig gebruik van grote hoeveelheden, of behandeling van grote plekken resulteren in adrenocorticale suppressie. Dit is waarschijnlijk van voorbijgaande aard als de wekelijkse dosering bij volwassenen niet hoger is dan 50g. Langdurige en intensieve behande- ling met een sterk actief corticosteroïdepreparaat kan lokale atrofi sche oorzaken zoals dunner worden, striae en dilatatie van de op- pervlakkige bloedvaten, vooral wanneer occlusieve verbanden worden gebruikt of wanneer het huidplooien betreft. In zeldzame gevallen wordt aangenomen dat behandeling van psoriasis met corticosteroïden (of het stop- pen ermee) de pustuleuze vorm van de ziekte heeft veroorzaakt. Er zijn meldingen van pigment- veranderingen en hypertricho- sis met topische steroïden. Als tekenen van overgevoeligheid optreden, dient men onmiddellijk te stoppen met het aanbrengen. Er kan exacerbatie van de symp- tomen optreden. Bijkomende lo- kale bijwerkingen in verband met glucocorticosteroïden zijn onder meer dermatitis perioralis, ros- acea-achtige dermatitis, trage wondheling, rebound-fenomeen dat kan leiden tot afhankelijkheid van corticosteroïden en effecten op de ogen. Verhoging van intra- oculaire druk en verhoogd risico op cataract zijn bekende bijwer- kingen voor glucocorticosteroï- den. Contactallergie op CLARE- LUX of één van de hulpstoffen kan eveneens optreden. Als het en schimmelinfecties worden gemaskeerd en/of verergeren. Folliculitis is ook gemeld. LIJST VAN HULPSTOFFEN Ethanol, watervrij; Gezuiverd water; Propyleenglycol; Cetylalcohol; Stearylalcohol; Polysorbaat 60; Ci- troenzuur, watervrij; Kaliumcitraat; Drijfgas: propaan/n-butaan/isobutaan HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Pierre Fabre Benelux, Henri-Joseph Genessestraat 1, B-1070 Brussel NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE291611 DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING A. Datum van eerste verlening van de vergunning: 26/02/2007 B. Datum van hernieuwing van de vergunning: 07/06/2010 DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST A. Datum van herziening van de tekst: 07/2012 B. Datum van goedkeuring van de tekst: 01/2013 AFLEVE- RINGSWIJZE: Op medisch voorschrift. |