background image
Skin
Vol 16
Nr 3
2013
20
heel duur en dus voorbehouden voor
levensbedreigende gevallen. Bovendien
is ze off-label voor cutane symptomen
in de meeste landen. Dapsone kan nut-
tig zijn bij milde gevallen. Doxycycline is
soms efficiënt in een hoge dosering van 2
x 200mg/d gedurende 3 maanden (7, 8).
Levertransplantatie is succesvol bij com-
plicaties, maar niet voor de panniculitis
op zich. reductie van de alcoholinname
wordt aanbevolen aangezien ethanol bij
deze patiënten een hepatitis kan uitlok-
ken. Corticosteroïden, immunosuppres-
siva, cytotoxische agentia, colchicine,
danazol en hydroxychloroquine werden
gerapporteerd als niet-werkzaam (2, 3, 7, 8).
PaNCrEaTISCHE PaNNICULITIS
Supportieve behandelingen als compres-
sie en elevatie kunnen nuttig zijn. Een ef-
fectieve aanpak is echter afhankelijk van
de behandeling van de onderliggende
pancreatische aandoening! octreotide
kan gebruikt worden om de pancrea-
tische enzymproductie te inhiberen.
Er werd aangetoond dat corticosteroï-
den, NSaID's en immunosuppressiva de
symptomen niet verbeteren (2, 3, 9, 10)
LUPUS EryTHEMaToSUS PaNNICU-
LITIS (LEP)
De inflammatie ligt bij LEP te diep om
topisch te behandelen. Een systemische
behandeling, te starten tijdens de in-
flammatoire fase, is dan ook aangewezen
om verlittekening, atrofie en calcifica-
tie te voorkomen (2, 3, 6). Wegens de
chronische aard van deze aandoening is
behandeling vaak nodig gedurende vele
jaren. om de respons op behandeling te
evalueren moet de clinicus vertrouwen
op zijn inschatting van erytheem, indu-
ratie en gevoeligheid.
- Zonprotectie wordt vooropgesteld
bij alle vormen van lupus, maar er
zijn geen specifieke studies bij LEP-
patiënten. Gezien de diepte van de
pathologie is het onwaarschijnlijk dat
uv-licht een significante rol speelt.
- De enige topische behandeling die
werkzaam zou zijn voor LEP is intra-
lesioneel triamcinolone acetonide.
Men moet hierbij echter zeer voor-
zichtig zijn voor atrofie en ulceratie!
- De eerstelijnsbehandeling bestaat
uit antimalariamiddelen. Deze ge-
ven een duidelijke verbetering bij
de meeste patiënten. Ze worden in
het algemeen goed verdragen. De
meest voorkomende nevenwerkin-
gen zijn gastro-intestinaal en cutaan
(bv. lichenoïde drugerupties, puritus,
pigmentatiestoornissen). Minder
frequent zijn cardiomyopathie, psy-
chose en hematologische toxiciteit.
regelmatige controle van het labo is
dan ook aangewezen. oculaire toxi-
citeit blijft een bezorgdheid bij het
gebruik van antimalariamiddelen en
is gerelateerd aan de duur van de
behandeling en de dagelijkse dosis.
Irreversibele retinopathie is moge-
lijk, maar is een late complicatie! De
bijsluiter raadt 3 tot 6 maandelijkse
oftalmologische controle aan. De
meeste oftalmologen verkiezen te
screenen om de 6 tot 12 maanden.
- Hydroxychloroquine wordt gegeven
in een dosis van 2 x 200mg/d. Het
begint te werken na 4 tot 8 weken,
maar het kan tot 6 maanden duren
vooraleer het maximale effect is be-
reikt. als er na 3 maanden een signifi-
cante verbetering is opgetreden, mag
afgebouwd worden naar 200mg/d.
- Chloroquine wordt gebruikt in een
dosis van 250 tot 500mg/d en kan
ook efficiënt zijn, maar heeft een
hoger risico op oftalmologische
toxiciteit.
- Bij onvoldoende respons kan even-
tueel quinacrine 100mg/d gecom-
bineerd worden met één van de
bovenstaande. Dit verhoogt de of-
talmologische toxiciteit niet. Het kan
wel geelverkleuring van de huid ver-
oorzaken.
- als tweedelijnsbehandeling zijn tha-
lidomide, azathioprine en systemi-
sche corticosteroïden beschreven. Er
zijn tevens case reports gepubliceerd
over behandeling met dapsone, my-
cofenolzuur (mofetilester), ciclofos-
famide, fotoferese en intraveneus
immuunglobuline.
In het atrofe en verlittekende stadium
is er geen afdoende behandeling meer
mogelijk. Het gebruik van lasers en fil-
lers werd beschreven om het cosmetisch
aspect van panniculitis te verbeteren.
Hiervan zijn echter geen publicaties spe-
cifiek bij lupus panniculitis. Men is ook
wat terughoudend vanwege het risico op
uitlokken van nieuwe letsels.
PaNNICULITIS BIJ DErMaTo-
MyoSITIS (DM)
aangezien er nog maar enkele gevallen
van panniculitis bij DM beschreven zijn,
is de behandeling hiervan voornamelijk
empirisch. Deze panniculitis reageert
meestal goed op behandeling. Vaak is
een aanpak in teamverband nodig, sa-
men met de reumatoloog en/of inter-
nist. Patiënten met DM en geassocieer-
de panniculitis zijn een subgroep met
een goede prognose (geen verhoogde
incidentie maligniteit). In de literatuur
werd de behandeling beschreven met
corticosteroïden, methotrexaat, azathi-
oprine, ciclosporine en intraveneuze im-
muunglobulines (2, 3, 6). De beste res-
pons wordt bereikt met kuren van hoge
dosissen corticoïden (prednison 1mg/
kg/d, traag af te bouwen over maanden).
Wanneer corticosteroïden langdurig ge-
geven worden moeten natuurlijk de ne-
venwerkingen besproken en bestreden
worden (associatie maagbescherming,
calcium en bisfosfonaten). De bloeddruk
en het serumglucose moeten dan ook
gemonitord worden. Deze panniculitis
toont tevens een variabele respons op
hydroxychloroquine. Er zijn zelfs enkele
rapporten van patiënten die een panni-
culitis ontwikkelden onder antimalaria-
middelen.
TraUMaTISCHE PaNNICULITIS
Bij de behandeling van deze aandoenin-
gen is het vooral belangrijk om de uit-
lokkende stimulus te verwijderen en ook
eventuele geassocieerde infectie te be-
handelen. Intralesionele of systemische
corticosteroïden kunnen nuttig zijn om
de inflammatie te onderdrukken. Chirur-
gische excisie kan ook een optie zijn in
sommige gevallen (2, 3, 11-14).
INfECTIEUZE PaNNICULITIS
De behandeling bestaat bij bacteriële
infecties uit gepaste antibiotica, op ge-
leide van cultuur en gevoeligheidsbepa-
ling. ook tuberculostatica en antifun-
gale middelen kunnen nodig zijn. Men
moet steeds bedacht zijn op het feit dat
infectieuze panniculitis ook kan voorko-
men in associatie met inflammatoire en
auto-immuunziekten (bv. lupus, derma-
tomyositis). Men moet dus steeds een
infectieuze panniculitis uitsluiten voor-
aleer men de immunosuppressieve the-
rapie start om een veronderstelde auto-