background image
Skin
Vol 16
Nr 3
2013
18
iNDEliNG
De panniculitiden worden ingedeeld
in verschillende categorieën (Tabel 1).
Deze worden deels bepaald op basis van
klinische karakteristieken zoals lokali-
satie, deels door de histopathologie en
de etiologie. De indeling in septale ver-
sus lobulaire panniculitis is artificieel. Er
bestaat geen puur septale of puur lobu-
laire panniculitis. Sommige vormen van
panniculitis kunnen wel bijvoorbeeld
voornamelijk septale aantasting geven.
Dit kan dan een nuttige hint zijn voor de
diagnose, in combinatie met andere kli-
nische en histopathologische kenmerken.
In dit artikel bespreken we enkel de di-
agnostiek, de aanpak en de behandeling
van de belangrijkste primaire panniculiti-
den zonder vasculitis (
rood
aangeduid in
tabel 1
) (1-3).
AANPAK
aNaMNESE
Medicatiegebruik moet goed worden na-
gevraagd, inclusief sporadische inname
van geneesmiddelen. Een goede sys-
teemanamnese (ziek geweest? algemene
klachten? B-symptomen?) kan eveneens
nuttige aanwijzingen geven voor de di-
agnose.
KLINISCH BEELD
Bij het klinisch onderzoek moet men
zich vooral richten op de lokalisatie van
de letsels enerzijds en de vrij specifieke
kenmerken van bepaalde panniculitiden
anderzijds, zoals ulceratie en genezing
met lipoatrofie. ook eventuele geassoci-
eerde ziekten of factoren die de letsels
uitlokken, kunnen in de richting van de
juiste diagnose wijzen. Tabel 2 geeft een
overzicht van de belangrijkste klinische
kenmerken.
HISToLoGIE
om tot een correcte histologische diag-
nose te komen (Tabel 1), moet men de
volgende 4 stappen overlopen:
1: Is de panniculitis vooral septaal of
vooral lobulair?
2: Is er vasculitis aanwezig? Van welke
bloedvaten?
3: Welke cellen zitten er in het inflamma-
toir infiltraat?
4: Zijn er bijkomende specifieke histolo-
gische kenmerken?
aNDErE TECHNISCHE oNDErZoEKEN
In tabel 3 wordt een overzicht gegeven
van de aanbevolen onderzoeken bij een
panniculitis.
BEHANDEliNG
EryTHEMa NoDoSUM (EN)
De behandeling van erythema nodosum
moet gericht zijn op eliminatie van de
onderliggende geassocieerde aandoening
of medicatie. Wanneer deze geëlimineerd
is, is bedrust vaak voldoende. De nodules
regresseren dan spontaan binnen enkele
weken en de behandeling ervan is vooral
symptomatisch. Men moet de patiënt
wel verwittigen dat het tot 2 maanden
kan duren vooraleer er zich geen nieuwe
noduli meer ontwikkelen.
Verder zijn bij erythema nodosum vol-
gende behandelingen beschreven (2, 4):
NSaID'S
Gebaseerd op ervaring uit de literatuur
wordt meestal gestart met indometaci-
ne (25-75mg, 2x/d) en vormen ibuprofen
(200-800mg, 2x/d) en naproxen (250-
500mg, 2x/d) de tweede keuze. NSaID's
moeten wel vermeden worden bij EN
geassocieerd met inflammatoire darm-
Tabel 2: Overzicht van de belangrijkste klinische kenmerken.
a. Lokalisatie!
-
Erythema nodosum: pretibiaal (soms dijen en onderarmen)
-
Erythema induratum: kuiten (ook voeten, dijen, billen en armen)
-
Lipodermatosclerose: mediale malleolus
-
Lupus profundus: gelaat, bovenarmen, heupen en romp (gebrek aantasting distale extremiteiten!)
-
Alfa 1-antitrypsine-deficiëntie: variabele localisatie, voornamelijk lage romp, proximale extremiteiten
-
Morfea/sclerodermie: schouders, bovenarmen en romp
-
Pancreatische panniculitis: benen: rond enkels, knieën (ook abdomen, borst, armen en scalp)
-
Dermatomyositis: dijen, armen, billen en abdomen
-
Traumatische panniculitis: overal: dijen, wangen, kin
-
Infectie-geïnduceerde panniculitis: benen en voeten (ook gluteaal, abdomen, axillair, arm of hand)
-
Cytofaag histiocytaire panniculitis: extremiteiten en romp
b. Ulceratie?
Wanneer ulceratie aanwezig is, denkt men veeleer in de richting van:
- Erythema induratum
- Pancreatische panniculitis
- Traumatische panniculitis
- Alfa 1-antitrypsine-deficiëntie-panniculitis
- Infectieuze panniculitis
- Cytofaag histiocytaire panniculitis
c. Genezing met lipoatrofie?
Als de letsels helen met lipoatrofie kan dit passen bij:
- Lupus panniculitis
- Dermatomyositis
- Morfea panniculitis
- Traumatische panniculitis (`Semicirculaire lipoatrofie')
- Alfa 1-antitrypsine-deficiëntie-panniculitis
d. Geassocieerde ziekten?
Geassocieerde ziekten leiden vaak tot een diagnose. Doe daarom een grondige anamnese en klinisch
onderzoek naar:
- Auto-immuunziekten -> lupus, morfea, dermatomyositis
- Emfyseem, cirrose,... -> alfa 1-antitrypsine-deficiëntie
- Pancreatitis, pancreascarcinoom -> pancreatische panniculitis
- Adenopathïeën, hepatosplenomegalie -> maligne subcutane infiltraten
e. Uitlokkende factoren?
Bv. Trauma, koude-blootstelling,...