background image
Skin
Vol 16
Nr 3
2013
13
groter dan 40cm. In 94% van de gevallen
waren er satellietnaevi. De mediane leeftijd
waarop de diagnose werd gesteld, was 12,5
jaar. De meeste van die melanomen waren
melanomen van de huid; bij 7 patiënten
ging het om een visceraal melanoom. De
sterfte na 10 jaar bedroeg 50%. Een derde
van de gevallen werd behandeld (curettage,
dermabrasio, laser) voor de diagnose van
melanoom was gesteld. De incidentie werd
geraamd op 2,3 per 1.000 persoonjaren
(216 gevallen).
Neurocutane melanose
Neurocutane melanose is een proliferatie
van melanocyten in de leptomeningen,
die gepaard kan gaan met misvormingen
van het centrale zenuwstelsel (CZS) zo-
als het syndroom van Dandy-Walker of
arachnoïdale cysten, melanomen en an-
dere tumoren van het CZS. Neurocutane
melanose treedt bij voorkeur op op axi-
ale reuzegrote CN met satellietnaevi. De
prevalentie verschilt naargelang het gaat
om een symptomatische (0,5 tot 2% van
de reuzegrote CN) of een asymptoma-
tische vorm (5-20%). De symptoma-
tische vorm heeft een slechte prognose
(met of zonder geassocieerd melanoom).
om de diagnose te stellen, zou men een
MrI moeten uitvoeren voor de leeftijd
van 4 jaar (voor de myelinisatie van het
CZS). Bij gebrek aan specifieke behande-
ling wordt echter niet aanbevolen om
systematisch een MrI aan te vragen (5).
BEHaNDELING
CN kunnen spontaan verbleken, maar
zonder histologische regressie van het
melanocyteninfiltraat. Dermabrasio en
curettage geven goede cosmetische
resultaten bij pasgeborenen met een
reuzegrote CN en resulteren nagenoeg
altijd in een progressieve repigmentatie
(6). Chirurgische resectie met of zonder
huidexpansie is een andere optie: met
huidexpansie wordt een toename van
het aantal satellietnaevi waargenomen
en met chirurgie worden nieuwe zones
met naevi waargenomen (4).
roL VaN rESECTIE BIJ HET oPSPo-
rEN VaN EEN MELaNooM?
In een studie is aangetoond dat tussen
de leeftijd van 10 en 14 jaar 1.026 letsels
zouden moeten worden weggesneden
om één melanoom te diagnosticeren,
dus 40-maal meer dan bij volwassenen
(7). De meeste melanomen ontstaan
niet uit een naevus. Systematische re-
sectie van naevi is niet geïndiceerd, maar
kan worden overwogen in geval van een
grote naevus (figuur 2).
CoNCLUSIE
Het risico op ontwikkeling van een me-
lanoom op een reuzegrote CN bedraagt
2%. Meestal betreft het dan axiale reuze-
grote CN met satellieten. In dat geval zou
chirurgie het risico op optreden van een
melanoom verlagen. De kindertijd is de
periode waarin de naevi verschijnen. Het
is cruciaal om patiënten die een risico lo-
pen op ontwikkeling van een melanoom
(dysplastische naevi, antecedenten van
melanoom, helder fototype) vroegtijdig
A
B C
Head
Trunk and arms
Legs
60
50
40
30
20
10
0
5 10 15
Diamet
er (cm)
Age (years)
Age (years)
Age (years)
Diamet
er (cm)
Diamet
er (cm)
Krengel S et al. J Am Acad Dermatol 2013
60
50
40
30
20
10
0
60
50
40
30
20
10
0
60
50
40
30
20
10
0
5 10 15
5 10 15
60
50
40
30
20
10
0
60
50
40
30
20
10
0
G1
L2
L1
M2
M1
S
G2
G1
L2
L1
M2
M1
S
G2
G1
L2
L1
M2
M1
S
G2
Figuur 1: Telramen om de grootte van de naevus op volwassen leeftijd te ramen.
CONGENITALE NAEVUS
Kleine
< 1,5cm GGV
Middelgrote
1,5-19,9cm GGV
Grote
> 19,9cm GGV
Evaluatie
esthetische
impact?
Multidisciplinaire behandeling
Gesprek met patiënt/familie: risico op melanoom,
esthetische en psychologische impact
Geringe
impact
Hoge
impact
KLINISCHE FOLLOW-UP
Vanaf leeftijd van 12 jaar?
Laag risico of
chirurgie onmogelijk
Hoog risico
KLINISCHE FOLLOW-UP
Om de 6 maanden/1jaar
BEHANDELING
Chirurgie
Figuur 2: Therapeutisch beleid voorgesteld door Barbarot.