guleren. Dat wordt als een essentieel element van de psychische gezondheid beschouwd. Bij veel vormen van psy- chopathologie is onbuigzaamheid inder- daad in een of meer domeinen van het psychische functioneren aanwezig (6, 7). Uit onderzoek komt naar voren dat de- pressie in het bijzonder gekenmerkt wordt door cognitieve en affectieve onbuigzaamheid. depressie: piekeren minate, geeft goed aan waar het bij pie- keren om gaat: bepaalde gedachten worden steeds weer `herkauwd' (8). An- ders gezegd, piekeren is de neiging om vast te geraken in een specifiek denkpa- troon en kan daarom worden gezien als een vorm van cognitieve onbuigzaam- heid. Hoewel piekeren in bepaalde om- standigheden nuttig kan zijn (9), wordt het gewoonlijk als slecht aangepast beschouwd (10, 11). Dat is vooral het geval wanneer piekeren negatieve, ab- stracte en zelf-relevante gedachten in- houdt (8, 11). Die schadelijke vorm van piekeren, met repetitieve gedachten zoals "waarom heb ik problemen die andere mensen niet hebben?" (12), wordt soms `broeden' genoemd of ge- woonweg `depressief denken' (11). Mensen die gewoonlijk op verdriet of zorgen reageren met zulke piekerge- dachten lopen een groter risico om een depressie te ontwikkelen en zijn ge- mee te maken (11). Onrustwekkender is het feit dat piekeren soms gepaard gaat met een slechtere respons op de behan- deling en dikwijls zelfs na een succes- volle behandeling aanhoudt (13). Pie- keren is dus niet alleen een gevolg van depressie, maar ook een stabiele kwets- baarheidsfactor (11, 14). depressie: emotionele inertie pressie in verband gebracht met een vorm van affectieve onbuigzaamheid die bekend staat als emotionele inertie. Emotionele inertie geeft weer hoe sterk emoties bestand zijn tegen veranderin- gen in de loop der tijd, of geneigd zijn om door te werken op een nieuwe situ- atie (5, 15, 16). Anders gezegd, iemand wiens huidige gevoelens sterk voorspeld kunnen worden door de manier waarop hij of zij zich het vorige moment voelde, heeft een hoog niveau van emotionele inertie (15). Intuïtief lijkt het misschien niet problematisch dat iemands emoties heel stabiel of voorspelbaar zijn in de loop der tijd. Nochtans wisselen emoties in reactie op opvallende veranderingen in de omgeving en moeten ze ook kun- nen worden gewijzigd of gereguleerd (5, 6). Die beide processen lijken verstoord te zijn bij mensen met een hoog niveau van emotionele inertie (15). Hoewel on- derzoek over emotionele inertie tamelijk beperkt is in vergelijking met de uitge- breide literatuur over piekeren, zijn een aantal gemeenschappelijke kenmerken van de twee processen al duidelijk ge- worden. Net zoals piekeren is emotio- nele inertie bijzonder schadelijk als die betrekking heeft op negatieve emoties, hoewel er bewijzen zijn dat inertie van positieve emoties ook problematisch kan zijn (15). Emotionele inertie lijkt niet alleen een gevolg of kenmerk van de aandoening te zijn, maar ook een risico- factor voor de ontwikkeling van een depressie (17). emotionele inertie en depressie op een meer fundamenteel niveau met elkaar verbonden. Terwijl cognitie en emotie historisch als afzonderlijk wer- den beschouwd, is het duidelijk gewor- den dat cognitieve en affectieve proces- sen in feite een wisselwerking hebben en berusten op gemeenschappelijke her- sennetwerken (18). Als gevolg zal de nei- ging om vast te geraken in een cirkel van negatief denken (piekeren) waarschijn- lijk resulteren in negatieve affectieve stemmingstoestanden die bestand zijn tegen verandering (emotionele inertie) en vice versa. We hebben dat onlangs bevestigd in twee onafhankelijke studies waarin emotionele inertie in verschil- lende contexten werd onderzocht (5). In de eerste studie hebben we de inertie van de negatieve gevoelens van mensen gemeten in het dagelijkse leven. We no- teerden die gedurende een week tien keer per dag met smartphones. In de tweede studie onderzochten we inertie van affectieve gedragingen die we had- den vastgesteld tijdens een aantal korte gezinsinteracties in het laboratorium. In beide studies was emotionele inertie po- sitief gerelateerd aan de neiging om te piekeren, wat we beoordeelden met een veel gebruikte standaardvragenlijst. Zo- als we voorspelden, vertoonden mensen die rapporteerden dat ze gewoonlijk pie- keren, ook negatieve gevoelens en ge- dragingen die meer inert of resistenter tegen verandering waren. |