background image
7
l
Neuron
·
Vol 18
·
Nr 1
·
2013
geschikte manier te veranderen en te re-
guleren. Dat wordt als een essentieel
element van de psychische gezondheid
beschouwd. Bij veel vormen van psy-
chopathologie is onbuigzaamheid inder-
daad in een of meer domeinen van het
psychische functioneren aanwezig (6, 7).
Uit onderzoek komt naar voren dat de-
pressie in het bijzonder gekenmerkt
wordt door cognitieve en affectieve
onbuigzaamheid.
Cognitieve onbuigzaamheid bij
depressie: piekeren
Het Engelse woord voor piekeren, to ru-
minate
, geeft goed aan waar het bij pie-
keren om gaat: bepaalde gedachten
worden steeds weer `herkauwd' (8). An-
ders gezegd, piekeren is de neiging om
vast te geraken in een specifiek denkpa-
troon en kan daarom worden gezien als
een vorm van cognitieve onbuigzaam-
heid. Hoewel piekeren in bepaalde om-
standigheden nuttig kan zijn (9), wordt
het gewoonlijk als slecht aangepast
beschouwd (10, 11). Dat is vooral het
geval wanneer piekeren negatieve, ab-
stracte en zelf-relevante gedachten in-
houdt (8, 11). Die schadelijke vorm van
piekeren, met repetitieve gedachten
zoals "waarom heb ik problemen die
andere mensen niet hebben?
" (12),
wordt soms `broeden' genoemd of ge-
woonweg `depressief denken' (11).
Mensen die gewoonlijk op verdriet of
zorgen reageren met zulke piekerge-
dachten lopen een groter risico om een
depressie te ontwikkelen en zijn ge-
neigd om langere depressieve episodes
mee te maken (11). Onrustwekkender is
het feit dat piekeren soms gepaard gaat
met een slechtere respons op de behan-
deling en dikwijls zelfs na een succes-
volle behandeling aanhoudt (13). Pie-
keren is dus niet alleen een gevolg van
depressie, maar ook een stabiele kwets-
baarheidsfactor (11, 14).
Affectieve onbuigzaamheid bij
depressie: emotionele inertie
In een aantal recente studies werd de-
pressie in verband gebracht met een
vorm van affectieve onbuigzaamheid die
bekend staat als emotionele inertie.
Emotionele inertie geeft weer hoe sterk
emoties bestand zijn tegen veranderin-
gen in de loop der tijd, of geneigd zijn
om door te werken op een nieuwe situ-
atie (5, 15, 16). Anders gezegd, iemand
wiens huidige gevoelens sterk voorspeld
kunnen worden door de manier waarop
hij of zij zich het vorige moment voelde,
heeft een hoog niveau van emotionele
inertie (15). Intuïtief lijkt het misschien
niet problematisch dat iemands emoties
heel stabiel of voorspelbaar zijn in de
loop der tijd. Nochtans wisselen emoties
in reactie op opvallende veranderingen
in de omgeving en moeten ze ook kun-
nen worden gewijzigd of gereguleerd (5,
6). Die beide processen lijken verstoord
te zijn bij mensen met een hoog niveau
van emotionele inertie (15). Hoewel on-
derzoek over emotionele inertie tamelijk
beperkt is in vergelijking met de uitge-
breide literatuur over piekeren, zijn een
aantal gemeenschappelijke kenmerken
van de twee processen al duidelijk ge-
worden. Net zoals piekeren is emotio-
nele inertie bijzonder schadelijk als die
betrekking heeft op negatieve emoties,
hoewel er bewijzen zijn dat inertie van
positieve emoties ook problematisch kan
zijn (15). Emotionele inertie lijkt niet
alleen een gevolg of kenmerk van de
aandoening te zijn, maar ook een risico-
factor voor de ontwikkeling van een
depressie (17).
De verbanden tussen piekeren,
emotionele inertie en depressie
Toch zijn piekeren en emotionele inertie
op een meer fundamenteel niveau met
elkaar verbonden. Terwijl cognitie en
emotie historisch als afzonderlijk wer-
den beschouwd, is het duidelijk gewor-
den dat cognitieve en affectieve proces-
sen in feite een wisselwerking hebben en
berusten op gemeenschappelijke her-
sennetwerken (18). Als gevolg zal de nei-
ging om vast te geraken in een cirkel van
negatief denken (piekeren) waarschijn-
lijk resulteren in negatieve affectieve
stemmingstoestanden die bestand zijn
tegen verandering (emotionele inertie)
en vice versa. We hebben dat onlangs
bevestigd in twee onafhankelijke studies
waarin emotionele inertie in verschil-
lende contexten werd onderzocht (5). In
de eerste studie hebben we de inertie
van de negatieve gevoelens van mensen
gemeten in het dagelijkse leven. We no-
teerden die gedurende een week tien
keer per dag met smartphones. In de
tweede studie onderzochten we inertie
van affectieve gedragingen die we had-
den vastgesteld tijdens een aantal korte
gezinsinteracties in het laboratorium. In
beide studies was emotionele inertie po-
sitief gerelateerd aan de neiging om te
piekeren, wat we beoordeelden met een
veel gebruikte standaardvragenlijst. Zo-
als we voorspelden, vertoonden mensen
die rapporteerden dat ze gewoonlijk pie-
keren, ook negatieve gevoelens en ge-
dragingen die meer inert of resistenter
tegen verandering waren.
Emotionele inertie geeft weer
hoe sterk emoties bestand
zijn tegen veranderingen in
de loop der tijd, of geneigd
zijn om door te werken op
een nieuwe situatie.
Het Engelse woord voor
piekeren, to ruminate, geeft
goed aan waar het bij
piekeren om gaat: bepaalde
gedachten worden steeds
weer `herkauwd'.