background image
WOORD VOORAF
Neuron
Maandelijks - 10x per jaar
(speciale uitgaven inbegrepen)
Neuron
is een tijdschrift voor
neurologen, psychiaters,
neurochirurgen en
pijnspecialisten
Oplage: 3.400 exemplaren
Redacteurs
Jean-Emile Vanderheyden
Alex Van Nieuwenhove
neuron@rmnet.be
Adjunct-redacteur
Pierre-Emmanuel Dumortier
Productie
Laura Marlot
Coördinatie
Kris Heyvaert
Sales Manager
Catherine Motte
sales@rmnet.be
Publiciteit
Valérie Wets
Medical Director
Dominique-Jean Bouilliez
Verantwoordelijk Uitgever
Dokter V Leclercq
Jaarlijks abonnement
abonnement@rmnet.be
120
Alle rechten voorbehouden,
inclusief vertalingen, zelfs gedeeltelijk.
Verschijnt eveneens in het Frans.
De verantwoordelijkheid voor
de artikelen in Neuron berust bij
de auteurs. Vanwege de snelle evolutie
van de medische wetenschap, is het aan
te bevelen de diagnostische richtlijnen
te toetsen aan de huidige stand van de
wetenschap.
Copyright
Reflexion Medical Network
Varenslaan 6
1950 Kraainem
02/785.07.20
3
l
Neuron
ˇ
Vol 18
ˇ
Nr 1
ˇ
2013
N1893N
K
linische
studies
en
dsM V
De nationale dag van het BCNBP (Belgian College of Neuropsychopharmacology) vond
plaats in Leuven op 7 december 2012. De voormiddag was gewijd aan klinische studies,
de namiddag aan de DSM V.
Klinische studies zijn onontbeerlijk, maar als psychiaters moeten we de resultaten steeds
kritisch benaderen. De gebruikte statistische methodes zijn soms complex en worden niet
altijd correct toegepast. Sommige gespecialiseerde tijdschriften nemen in hun redac-
tiecomité professionele statistici op om de geldigheid van de verstrekte gegevens te evalu-
eren. Studies van universitaire centra voor statistiek, waarin de gegevens uit de verschil-
lende artikels werden geanalyseerd, brachten zoveel fouten aan het licht dat de eerste
uitgave van het artikel - met de foutieve gegevens erin - werd geweigerd voor publicatie.
We moeten ook de methodes analyseren die worden gebruikt om de relevantie van een
artikel te meten, en dat moeten we grondig doen. Dat vereist onder meer een gedegen
kennis van de begrippen prevalentie en kracht.
De DSM V is nog niet gepubliceerd maar geeft al aanleiding tot tal van internationale con-
gressen en doet heel wat inkt vloeien. Het gonst van de geruchten. De pathologische
drempels zijn aanzienlijk verlaagd, en wel zodanig dat we ons kunnen afvragen wat dan
de norm is. Verder zijn er ook de beperkingen van een diagnose, al wordt er steeds meer
afgestapt van categorieën en geopteerd voor dimensies. De factoren voor weerstand tegen
verandering zijn talrijk en niet altijd van wetenschappelijke aard. In de Verenigde Staten is
de medische aanpak grotendeels afhankelijk van de gestelde diagnose! Talrijke stoornissen
zijn kandidaat voor opname in de classificatie. Hyperseksualiteit, het psychotisch risico-
syndroom, internet- of koopverslaving en nog tal van andere stoornissen zouden kunnen
verschijnen in de nieuwe versie van de DSM.
Wat is het nut van het toekennen van een specifiek etiket aan een stoornis?
Uiteraard is het een kwestie verzekeringen, maar ook farmaceutische laboratoria zijn vra-
gende partij voor een duidelijke omschrijving van nieuwe stoornissen als doelwit voor
toekomstige behandelingen. Bovendien heeft een nieuwe DSM ook juridische gevolgen:
nemen we bijvoorbeeld een ster die zijn/haar partner bedriegt. Die zou er baat bij hebben
om de diagnose `hyperseksualiteit' opgespeld te krijgen om vrijuit te kunnen gaan! In de
jaren 70 was er veel aandacht voor aseksualiteit. Er bestonden toen ook al beschrijvingen
voor frigiditeit en anorgasmie. Nu ­ het is een weerspiegeling van onze tijd ­ wordt hyper-
seksualiteit gemedicaliseerd en dus niet langer beschouwd als een inbreuk op de goede
zeden. Het risico is dus groot dat gedragingen die niet voldoen aan de sociale normen wor-
den gepsychiatriseerd. Ziekten zijn bij wijze van spreken modeverschijnselen geworden.
We koesteren de hoop dat we een classificatie krijgen die het resultaat is van nieuwe ont-
dekkingen in genetisch, beeldvormings- en neurobiologisch onderzoek, waarmee we ca-
tegorieën kunnen uittekenen en hierop adequaat kunnen inspelen. Maar zo ver zijn we nog
niet. Naturlijk is er een slingerbeweging nodig tussen de classificaties en de wetenschap-
pelijke ontdekkingen die de DSM hebben verrijkt, maar het is nog wachten op de DSM VI
voor een nieuw model dat berust op een beter inzicht in de mechanismen die aan de basis
van de stoornissen liggen.
André De Nayer
Charleroi
Voor bijkomende inlichtingen, raadpleeg de website van het BCNBP: www.bcnbp.org.