background image
38
l
Neuron
·
Vol 18
·
Nr 1
·
2013
kines. Voor DM kunnen we ons wel
langzaamaan een beeld vormen van
een ziekte-etiologie waarin de TNF-
cytokines een cruciale rol spelen. Geba-
seerd op de huidige kennis ter zake, kan
de mogelijke TNF-gemedieerde opeen-
volging van inflammatoire reacties wor-
den vooropgesteld die leidt tot de ka-
rakteristieke geassocieerde spierschade:
bloedvatnecrose, perifasciculaire spier-
vezelatrofie en inflammatie (Figuur).
Voor het ontwikkelen van nieuwe be-
handelingen, valt voor patiënten met
inflammatoire myopathieën waar-
schijnlijk het meest te verwachten van
de therapeutica die momenteel wor-
den ontwikkeld voor andere auto-
immune aandoeningen. Meer bepaald
heeft het onderzoek naar alternatieve
behandelingen voor reumatoïde artritis
reeds geleid tot studies in inflamma-
toire myopathieën waarbij naar analo-
gie TNFa wordt geneutraliseerd. Tot
nog toe hebben klinische studies de
hoge verwachtingen echter (nog) niet
ingelost. Het uitschakelen van de lym-
fotoxines biedt eveneens een mogelij-
ke route voor behandeling. Bovendien
delen TNFa en lymfotoxine a de recep-
toren TNF-R55 en TNF-R75, waardoor
kan verwacht worden dat de activiteit
van beide cytokines tergelijk beïnvloed
kan worden. Het therapeutische effect
van de competitieve antagonisten van
TNFa-receptoren, meer bepaald eta-
nercept en lenercept, is dus hoogst-
waarschijnlijk terug te brengen tot de
gecombineerde inhibitie van TNFa
en lymfotoxine a. Het RANKL/RANK-
systeem blijkt zowel in reumatoïde artri-
tis als in inflammatoire myopathieën
een belangrijke pathofysiologische rol
te spelen. Denosumab (AMG-162), een
monoklonaal anti-RANKL-antilichaam,
wordt momenteel getest voor de be-
handeling van reumatoïde artritis, en is
potentieel interessant voor inflamma-
toire myopathieën. Het neutraliseren
van BAFF is mogelijk interessant voor
de behandeling van auto-immune aan-
doeningen met een belangrijke humo-
rale component. Hierbij kan in eerste
instantie gedacht worden aan DM,
waar B-cellen in groten getale voorko-
men in het spierweefsel, doch ook in
PM/IBM, waar eveneens aanzienlijke
aantallen gedifferentieerde plasmacel-
len worden aangetroffen. Een anti-
BAFF-antilichaam, LY2127399, wordt
momenteel getest in klinische fase
2-studies voor reumatoïde artritis.
Het selectief uitschakelen van individu-
ele TNF-cytokines biedt nieuwe perspec-
tieven voor het uitwerken van therapieën
voor inflammatoire myopathieën die ef-
ficiënter zijn dan de huidige systemische
immunosuppressiva. Die laatsten gaan
veelal gepaard met belangrijke bijwer-
kingen en zijn bovendien lang niet werk-
zaam in alle patiëntengroepen. Verder
onderzoek naar de specifieke rol van
TNF-cytokines bij het ontstaan en de
progressie van de inflammatoire myopa-
thieën blijft noodzakelijk.
Referenties op aanvraag
BLOEDVAT
LT's
TNF
MAC
CCL2
Complementdepositie
Lymfoïde organisatie
IFN
LT's
LT's
NECROSE VAN
CAPILLAIREN
BAFF
MHC-I
TNF
CD40L
CCL2
Adhesiemoleculen
Spiervezelatro e
In ux van in ammatoire cellen
Productie van
autoantilichamen
Helper T-cel
B-cel
Dendritische cel
Macrofaag
Capillair
PERIFASCICULAIRE
SPIERVEZELATROFIE
PERIMYSIALE
INFLAMMATIE
SPIER-
VEZELS
Figuur: Potentiële betrokkenheid van tumor necrosis factor cytokines in de
spierweefselschade geassocieerd met dermatomyositis.
Gebaseerd op de huidige kennis, werd een model opgesteld waarin de mogelijke betrokkenheid van tumor necrosis factor (TNF)
cytokines in de chronische inflammatie in perifasciculaire regio's wordt beschreven. Activering van het complementsysteem leidt
tot depositie van membrane attack complex (MAC) op de bloedvaten en tot daaropvolgende necrose. Monocyte chemoattractant
protein-1
(CCL2) op het bloedvatendotheel rekruteert circulerende inflammatoire cellen, die accumuleren in het perimysium.
Lymfocyten organiseren zich in lymfoïde structuren onderverdeeld in functionele compartmenten, en produceren lymfotoxines
(LT's), TNFa en CD40L. Deze cytokines rekruteren responsievere immuuncellen, waardoor de perimysiale inflammatie verder
wordt opgebouwd. Dendritische cellen (DC's) produceren IFNa, wat de spiervezels stimuleert om B-cell activating factor (BAFF)
te secreteren. BAFF activeert B-cellen, die reageren met de productie van autoantilichamen. TNFa, vooral geproduceerd door
Th-cellen, veroorzaakt spiervezelatrofie en stimuleert de expressie van Major Histocompatibility Complex I (MHC-I) en
adhesiemolecules op het sarcolemma van de spiervezels.