betekenis enigszins varieert naargelang de auteur en de traditie. externe benadering nostische kenmerken zijn altijd gekleurd door de beoordeling: de beoordelaar spreekt bijvoorbeeld over vreemdheid, bizar-zijn, zonder veel rekening te houden met het feit dat dat kenmerk be- trekking heeft op zowel de observator als de geobserveerde: wat voor mij vreemd is, is dat misschien niet voor iemand an- ders. Die observatie van vreemdheid, die overigens sterk aanwezig is in de popu- laire perceptie van een psychose, impliceert wel duidelijk een soort gezond verstand waarvan de psychoti- cus uitgesloten lijkt te zijn. een euvel waaraan ook de meest re- cente indelingen van de DSM IV niet ontsnappen. Een in de eerste plaats statistisch instrument, dat niet vrij is van ideologische beschouwingen. Wij wil- len de oude categorieën schrappen en beginnen met een schone lei. We willen ons baseren op meer objectieve, kwantificeerbare elementen: bij aan- wezigheid van twee van de vijf criteria wordt de diagnose gesteld. De duur van de decompensatie is bepalend: minder dan een maand voor korte psychotische stoornissen, minder dan zes maanden voor schizofreniforme stoornissen, daar- na kunnen we spreken van schizofre- nie. wetenschappen verlaten, zodra we wor- den geconfronteerd met het menselijke, de diepte en de complexiteit ervan, wordt elke categorisatie noodzakelijker- wijze approximatief en reducerend. Meer nog dan in andere domeinen van de psychiatrie, worden we hier gecon- sificaties: we worden verdreven naar de buitenkant van het universum van de patiënt en van die symbolische sokkel waarop hij zo goed en zo kwaad als hij kan zijn precaire evenwicht met het reële en de wereld construeert. psychotische personen unieke creatie, eigen aan elke psycho- tische persoon. De klinische ervaring be- vestigt dat: er zijn zoveel soorten psy- chosen als er psychotische personen zijn. Het meest werkbare onderscheid is dat tussen een eenmalige psychotische episode, die vrij snel onder controle kan worden gekregen of `genezen', en de gevallen van schizofrenie (in de Franse visie) waarin de patiënt zijn evenwicht met de wereld constant moet bijstellen. Maar schizofrene psychosen evolueren ook met episodes van decompensatie, en sommige episodische psychosen brengen bij bepaalde patiënten een tekort aan het licht dat enkel schijnbaar wordt opgevuld. Het is dus nooit gemak- kelijk. En zelfs voor een zo beknopte classificatie, zijn hypothetisch alle situa- ties mogelijk. Elke psychotische persoon is in mindere of meerdere mate overge- leverd aan dissociatieve krachten, hallu- cinatoire fenomenen. Hij reageert door vermijding, adaptatiemechanismen, per- soonlijke vondsten, waanconstructies, soms onzinnig en buitensporig, soms ge- structureerd. Het is telkens weer een per- soonlijk verhaal, een unieke sympto- matologie, die geval per geval klinisch moet worden benaderd, met begeleiding anders. moeten we wellicht eerst trachten te be- grijpen wat we verstaan onder het falen van de symboliek, of de moeilijke toe- gang tot het symbolische, of stoornis van de symbolische scheiding bij psycho- tische personen. ons in de wereld, in het reële, dankzij een soort symbolische beschermhuls die de wereld voor ons begrijpbaar en tot op zekere hoogte veilig, aangenaam en gast- vrij maakt. Ik geef hier een voorbeeld uit mijn persoonlijke ervaring. Het is waarschijnlijk te eenvoudig maar het is een analogie om de zaken beter te begrij- pen. Ik heb iemand gekend die op 8-ja- rige leeftijd plots blind werd na een spel met poeder, een rotje dat in zijn gezicht was ontploft. Veel later, toen hij ongeveer 20 was, kon hij worden geopereerd, maar slechts aan één oog: plots kon hij weer zien, maar dan als door een smalle tunnel. De eerste dagen dat hij weer kon zien vertelde hij me waren gewoon verschrikkelijk, om gek te worden. Hij zag massa's, silhouetten, gekleurde vor- men, licht, schaduw, die zich op hem storten op een moment dat hij nog niet kon onderscheiden wat ze precies wa- ren, en hij kon ook niet inschatten of ze gevaarlijk waren. Op het voetpad lopen, was voor hem hallucinant. Geleidelijk aan, dag na dag, kon hij dit universum in beweging gelukkig weer reconceptua- liseren, kon hij weer symbolische bewij- zen installeren: geen blauwe massa doorkruist met zwarte lijnen maar een raam met onderverdeling dat uitkeek op de lucht, een boom, een tuin, een tafel, een stoel, een gezicht... En dat op basis van de symbolische erfenis die vroeger de zijne was en die plots op de proef werd gesteld door de brutaal weer bin- |