background image
16
l
Neuron
·
Vol 18
·
Nr 1
·
2013
koffiedrinkers en niet bij lichte drinkers.
Het gen is dus mogelijk in staat om de vat-
baarheid voor de ziekte van Parkinson,
hetzij onmiddellijk, hetzij via een epigene-
tisch effect veroorzaakt door het veelvul-
dig drinken van koffie, te wijzigen. Hoe
dan ook benadrukt deze ontdekking het
belang om in de toekomst farmacogene-
tische markers te gebruiken bij het
uitkiezen van patiënten die met een
bepaalde medicatie zullen worden be-
handeld, in dit geval met adenosine-anta-
gonisten en glutamaatantagonisten (11).
H. Chen belicht tevens het feit dat par-
kinsonpatiënten een lage prevalentie
hebben van kanker, waarschijnlijk omdat
ze minder vaak roken en daardoor min-
der kans lopen om kanker te ontwikkelen
als gevolg van roken. Parkinsonpatiënten
hebben echter wel meer melanomen.
Dat zou te wijten zijn aan genetische
factoren, vooral als het gaat om
een variant (Arg151Lys) van het MC1R-
gen (MelanoCortin 1 Receptor), dat de
kleur van de huid en van de haren be-
paalt (12).
Voor een mogelijke diagnose van de ziekte
van Parkinson op het ogenblik dat de moto-
rische symptomen zich nog niet manifeste-
ren, moeten we volgens H. Chen letten op
de volgende symptomen en tekenen (die
des te significanter zijn wanneer ze gecom-
bineerd voorkomen):
·
verlies van reukzin;
·
gedragsstoornissen tijdens de rem-slaap;
·
slaperigheid overdag;
·
constipatie;
·
(beginnende) depressie;
·
dysautonomie (orthostatische hypo-
tensie enz.).
A. Korczyn (Tel Aviv) stelt ten slotte de
nieuwe hypothese voor waarbij de evo-
lutie van het parkinsonsyndroom in twee
fasen zou verlopen: met eerst een gene-
tische predispositie en vervolgens een
uitlokkende factor, die milieugebonden,
maar ook psychobiologisch, medica-
menteus enz. van aard kan zijn.
Ter afsluiting pleit hij voor een her-
definiëring en een nieuwe classificatie
van het parkinsonsyndroom, waarvan de
vele facetten zich steeds duidelijker af-
tekenen, zowel op genetisch, klinisch en
etiologisch vlak.
Het onderzoek en de toepassingen voor
parkinsonpatiënten gaan absoluut een
ongelofelijke toekomst tegemoet. Aan
uitdagingen alvast geen gebrek voor de
volgende congressen!
Conclusies
Dit congres laat de sprekers en genodig-
den zien dat de neuro-epidemiologie
zich overal ter wereld aan het ontwikke-
len is. Er werden verschillende posters
voorgesteld, en dat is een goed teken
voor de toekomst van deze nieuwe disci-
pline: zowel voor het onderzoek, als
voor het brede en diverse aanbod aan
toepassingen. Vooral de evolutie binnen
de (farmaco)genetica lijkt veelbelovend
voor de zoektocht naar nieuwe behan-
delingen ­ nadat er specifiek klinisch
onderzoek is gevoerd met nieuwe geno-
mische middelen ­ voor patiënten die
worden geselecteerd op basis van hun
farmacogenetische profiel.
Het volgende Internationaal Congres
voor Neuro-Epidemiologie vindt plaats
op november 2013, onder de hete zon
van Abu Dhabi in de Verenigde Ara-
bische Emiraten, en belooft alvast even
spectaculair te zijn. Liefhebbers, wees er
snel bij!
Referenties
1.
Morgan K. The three new pathways leading to
Alzheimer's disease. Neuropathol Appl Neurobiol
2011;37(4):353-7.
2.
Verhaaren BF, Vernooij MW, Koudstaal PJ, et al.
Alzheimer's disease genes and cognition in the non-
demented general population. Biol Psych 2012, May 14.
3.
Ikram MA, Fornage M, Smith AV, et al. Common variants
at 6q22 and 17q21 are associated with intracranial
volume. Nat Genet 2012;44:539-44. DOI: 10.1038/
ng.2245.
4.
Stein JL, Medland SE, Vasquez AA, et al. Identification of
common variants associated with human hippocampal
and intracranial volume. Nat Genet 2012;44:552-61.
DOI: 10.1038/ng.2250.
5.
Liu M, Wu B, Wang W-Z, et al. Stroke in China:
epidemiology, prevention and management strategies.
Lancet Neurol 2007;6(5):456-64.
6.
Montlahuc C, Soumaré A, Dufouil C, et al. Self-rated
health and risk of incident dementia. Neurology
2011;77:1457-64.
7.
Mangialasche F, Solomon A, Winblad B, et al.
Alzheimer's disease: clinical trials and drug
development. Lancet Neurol 2010;9(7):702-16.
8.
Kivipelto M. FINGER (Finnish Geriatric Intervention
Study to Prevent Cognitive Impairment and Disability).
www.clinicaltrials.gov/ct2/show/NCT01041989.
9.
Goldman SM, Quinlan PJ, Ross GW, et al. Solvent
exposures and Parkinson's disease risk in twins. Ann
Neurol 2012;71(6):776-84.
10.
Liu R, Guo X, Park Y, et al. Caffeine intake, smoking, and
risk of Parkinson's disease in men and women. Am J
Epidemiol 201;175(11):1200-7.
11.
Hamza TH, Chen H, Hill-Burns EM, et al. Genome-
Wide Gene-Environment Study Identifies Glutamate
Receptor Gene GRIN2A as a Parkinson's disease
modifier gene via interaction with coffee. PLoS Genet
2011;7(8): e1002237.
12.
Gao X, Simon KC, Han J, et al. Family history of
melanoma and Parkinson's disease risk. Neurology
2009;73(16):1286-91.
HO
TLINE
N1906N
Vermoeidheid treft ruim één op twee personen met MS
Een innovatieve aanpak via telegeneeskunde, coaching, mindfulness en zelfhulp biedt nieuwe perspectieven die de
levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren.
MS is vandaag voor het merendeel van de personen met MS een chronische aandoening die steeds beter beheersbaar wordt.
Het meest hinderlijke gevolg van MS is volgens ruim 60% van de personen met MS de vaak alles overheersende vermoeidheid.
Een holistische aanpak uitgewerkt door Teva Pharma, een toonaangevende producent van MS-medicatie, in nauwe
samenwerking met het Nationaal MS-Centrum (NMSC), de MS-Liga en het Mindfulness trainingsinstituut ITAM, pakt nu de
vermoeidheid aan die zo typisch is aan de ziekte. Een mix van laagdrempelige informatie, telegeneeskunde en mindfulness-
trainingen moet de patiënten de nodige steun (mijnsteunbijms) bieden om zelf de koers van hun leven te bepalen en de
invaliderende vermoeidheid aan te pakken.