background image
34
l
Neuron
·
Vol 18
·
Nr 1
·
2013
OR0754N
tnf-
cytoKines
in
inflaMMatoire
Myopathieën
:
potentiële
targets
Voor
behandeling
De idiopathische inflammatoire myopathieën zijn een heterogene groep auto-
immune aandoeningen, waarvan dermatomyositis (DM), polymyositis (PM) en
sporadische inclusion body myositis (IBM) de meest frequente zijn. De
standaardbehandeling voor DM en PM bestaat uit orale corticosteroïden. Deze
behandeling gaat echter gepaard met belangrijke ongewenste bijwerkingen en
een deel van de patiënten is weinig responsief. IBM-patiënten reageren niet op de
immunosuppressieve en immunomodulatorische therapeutica die momenteel
beschikbaar zijn. Een beter inzicht in de etiologie van deze aandoeningen is
onontbeerlijk om in de toekomst te komen tot therapeutische strategieën die
geschikt zijn voor alle verschillende patiëntengroepen.
De cruciale rol die wordt vervuld door tumor necrosis factor alfa (TNFa in de
pathogenese van de verschillende inflammatoire myopathieën wordt reeds lang
onderkend. Daarnaast werden echter 18 andere TNF-cytokines gekarakteri-
seerd, waarvan tot op heden vele nog niet uitvoerig werden bestudeerd in de
inflammatoire myopathieën. In deze review vatten we de huidige kennis ter
zake samen, waarbij het accent gelegd wordt op de mogelijke consequenties
voor therapie.
Inleiding
De idiopathische inflammatoire myopathieën worden gekenmerkt door verschillende
onderliggende immuuneffectormechanismen (1). Dermatomyositis (DM) is een com-
plement-gemedieerde endotheliopathie geassocieerd met perimysiale inflammatie en
perifasciculaire spiervezelatrofie. Bij polymyositis (PM) en sporadische inclusion
body myositis
(IBM) zijn het de spiervezels zelf die worden beschadigd door auto-
agressieve immuuncellen, die voornamelijk endomysiaal worden aangetroffen. Ad-
ditionele degeneratieve veranderingen komen voor in IBM-spiervezels, waaronder
vacuolisatie en depositie van b-amyloïd of andere ectopische eiwitten. Andere, min-
der goed gekarakteriseerde inflammatoire myopathieën zijn onder meer myositis ge-
associeerd met kanker of bindweefselziekten en immuungemedieerde necrotiserende
myopathie. Macrofagen, dendritische cellen en T-cellen zijn prominent aanwezig in
het spierweefsel bij inflammatoire myopathieën. Bij patiënten met DM vinden we
grote aantallen T-helpercellen in het perimysium. De infiltraten komen dikwijls peri-
vasculair voor. Bij PM en IBM omringen en invaderen geactiveerde cytotoxische
T-cellen niet-necrotische spiervezels en worden T-helpercellen meer op afstand aange-
troffen. B-celgemedieerde immuniteit is een belangrijke component van de DM-
pathogenese. Autoantilichamen worden aangetroffen bij tot 70 procent van de patiën-
ten. Het autoantilichaamprofiel is geassocieerd met klinische subtypes van patiënten,
zoals het antisynthetasesyndroom (myositis, artritis, interstitiële longaantasting, ray-
naudfenomeen en huidaantasting waaronder mechanic's hands). Ook IBM-spierweef-
Boel De Paepe en Jan L. De Bleecker
Laboratorium Myopathologie, Department
Neurologie & Neuromusculair
Referentiecentrum, UZ Gent, UG