onderliggende immuuneffectormechanismen (1). Dermatomyositis (DM) is een com- plement-gemedieerde endotheliopathie geassocieerd met perimysiale inflammatie en perifasciculaire spiervezelatrofie. Bij polymyositis (PM) en sporadische inclusion body myositis (IBM) zijn het de spiervezels zelf die worden beschadigd door auto- agressieve immuuncellen, die voornamelijk endomysiaal worden aangetroffen. Ad- ditionele degeneratieve veranderingen komen voor in IBM-spiervezels, waaronder vacuolisatie en depositie van b-amyloïd of andere ectopische eiwitten. Andere, min- der goed gekarakteriseerde inflammatoire myopathieën zijn onder meer myositis ge- associeerd met kanker of bindweefselziekten en immuungemedieerde necrotiserende myopathie. Macrofagen, dendritische cellen en T-cellen zijn prominent aanwezig in het spierweefsel bij inflammatoire myopathieën. Bij patiënten met DM vinden we grote aantallen T-helpercellen in het perimysium. De infiltraten komen dikwijls peri- vasculair voor. Bij PM en IBM omringen en invaderen geactiveerde cytotoxische T-cellen niet-necrotische spiervezels en worden T-helpercellen meer op afstand aange- troffen. B-celgemedieerde immuniteit is een belangrijke component van de DM- pathogenese. Autoantilichamen worden aangetroffen bij tot 70 procent van de patiën- ten. Het autoantilichaamprofiel is geassocieerd met klinische subtypes van patiënten, zoals het antisynthetasesyndroom (myositis, artritis, interstitiële longaantasting, ray- naudfenomeen en huidaantasting waaronder mechanic's hands). Ook IBM-spierweef- |