![]() cementeerde prothesen. periprothetische fracturen zijn (Oregon (11), Jensen (12), Whittaker (13), Bathea (14), Johansson (15), Stuchin (16), Mallory (17), Cooke en Newman (18) en Schwartz (19)), is de meest gebruikte en de best klinisch toepasbare classifi catie de Vancouverclassificatie (20, 21). van periprothetische femorale heupfracturen in drie groe pen: A, B en C. Type Afracturen zijn periprothetische femurfracturen waarbij de trochanterregio betrokken is: A turen zijn periprothetische fracturen met een femorale component die nog botingroei heeft, B2fracturen zijn fracturen waarbij de femorale component los zit van het bot en B3fracturen zijn fracturen waarbij er duidelijk botdeficiëntie is rondom de femorale component. Type Cfracturen zijn fracturen rondom de tip van de femorale component of distaal hiervan. groep een specifieke behandeling vereist. Type A Een conservatieve behandeling dient enkel in deze groot risico op non- (2542%) en mal-union (> 45%) be staat bij het conservatief behandelen van periprothetische femurfracturen (1416). Wanneer er een verplaatsing is van twee centimeter of meer bij de A cerclage en/of plaat- en schroefosteosynthese. Type B1- fracturen worden eveneens behandeld met cerclage- en/of plaat en schroefosteosynthese. Type B2 en B3fracturen worden het best behandeld met een revisie van de prothese waarbij of de originele steel wordt vervangen door een lan gere gecementeerde/ongecementeerde revisiesteel of een lange gecementeerde steel wordt geplaatst. Bijkomende fixatie kan verkregen worden door middel van gestutte corticale allogreffen. Dit is het meest aangewezen bij type B3-fracturen waarbij er sprake is van botdeficiëntie. Type Cfracturen worden behandeld als gewone middiafysaire fracturen met open reductie en fixatie met behulp van plaat en schroeven, cerclagedraden of gebruikmakend van een retrograde endomedullaire osteosynthese waarbij men erop moet letten dat de afstand tussen endomedullaire na gel en de prothese minimaal zes centimeter is of twee keer de diameter van het femur (een kortere afstand vergroot de kans op stressfracturen). casus) vereist een goede preoperatieve planning: de pa tiënt dient in een zo optimaal mogelijke fysieke toestand |