background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 3 | 2013
13
In het acute stadium wordt een heupfractuur behandeld
door een chirurgorthopedist, waarna de patiënt snel (na
4 of 5 dagen) wordt opgenomen op de dienst geriatrische
revalidatie. Een indeukingsfractuur van de wervel veroor
zaakt hevige pijn gedurende 4 tot 8 weken. Ziekenhuis
opname is soms nodig. De patiënt moet kort het bed
houden en vooral worden behandeld met snelwerkende
en efficiënte analgetica.
Als na enkele weken geen verbetering optreedt, moet per-
cutane vertebroplastiek
(kyphoplastie) worden over
wogen. Een nieuwe wervelfractuur moet steeds snel wor
den behandeld om de levenskwaliteit op middellange en
lange termijn te vrijwaren (8).
artrose
De belangrijkste oorzaak van chronische artropathie bij
ouderen is artrose.
De diagnose en followupcriteria van deze gewrichtsaan
doening zijn niet gemakkelijk te bepalen (9). Toch staat ar
trose in de top 10 van de meest invaliderende aandoenin
gen in de ontwikkelde landen. De aandoening is doorgaans
primair, maar kan ook secundair zijn als de gewrichten zijn
aangetast door een chronische ontsteking, overbelasting,
een trauma of een metabole oorzaak.
De gewrichten worden vaak symmetrisch getroffen. Het
typische symptoom is pijn bij de beweging (bij het op
staan) en achtergrondpijn en stijfheid in rust (gevoel van
deblokkering). Slechts zelden treden bij artrose inflamma
toire symptomen op.
Artrose wordt doorgaans omschreven als een degene
ratieve ziekte. Uit recente studies blijkt duidelijk dat de
botkraakbeensymbiose, ondersteund door een complex
inflammatoir proces, een doorslaggevend element is voor
de therapeutische behandeling van osteoartrose. Deze
aandoening wordt beschouwd als een multiweefselaan
doening en niet zozeer als een geïsoleerde aantasting van
het gewrichtskraakbeen. Het gehalte aan alkalinefosfatase,
osteocalcine, collageen type 1, Il 6, IGF1, TGFbèta, PGE2,
urokinase, cathepsine en metalloproteasen in het subchon
drale botweefsel is hoog. De lichaamszones die het vaakst
worden aangetast zijn de heup, de knieën en de handen.
De diagnose is vaak klinisch, maar voor meer specificiteit
en vooral voor de opvolging van de aandoening, wordt de
patiënt ook doorverwezen naar de dienst radiologie. Het
meest reproduceerbaar zijn metingen van de gewrichts
interlinie. Chondrometrie kan manueel worden uitgevoerd
of met behulp van de computer. De standaardopname
blijft de doorgaans aanvaarde gouden standaard. Het ge
bruik van MRI bij deze aandoening moet nog verder wor
den onderzocht (10).
Ook worden er nieuwe evaluatiemiddelen ontwikkeld
voor de `preradiologische' diagnose van artrose, die wordt
gemaakt voordat er onherstelbare kraakbeenletsels optre
den. Deze biologische markers zijn afgeleid van collageen
type II (11).
BehandelIngen
Omtrent de etiologische behandeling van osteoartrose
en de vroegtijdige diagnose woedt een hevig debat, zoals
onder mee bleek tijdens het laatste ESCEOcongres. Mo
menteel baseren we ons op de therapeutische consensus
van nociceptieve pijn van de WHO, gebruikmakend van
stap 1 en spaarzaam van stap 2, en adjuvante behandelin
gen. De fysiotherapeutische multidisciplinariteit is geënt
op de geneesmiddelenbehandeling. Een operatie is niet
uitgesloten, maar die beslissing moeten worden genomen
op basis van de comorbiditeitsfactoren, de levenskwaliteit
en de verwachtingen van de patiënt.
De risicobatenverhouding van glucosaminesulfaat maakte
het mogelijk dat dit middel zowel door de ESCEO als de
EULAR vanaf 2003 het hoogste niveau van evidentie toe
gekend kreeg voor knieartrose. De voorgestelde dagelijkse
dosis is 1.500mg (12).
Ook intraarticulaire injecties (IA) kunnen heilzaam zijn.
Een IAinjectie met corticosteroïden wordt aanbevolen
bij een inflammatoire episode van artrose met of zonder
vochtophoping. Het vocht moet in dat geval worden ver
wijderd voordat de injectie wordt toegediend. Het infil
tratieschema wordt bepaald volgens de pathologie en het
soort gewricht.
Derivaten van hyaluronzuur kunnen intraarticulair wor
den toegediend in de knie en/of de heup als het droge
gewricht pijnlijk blijft en slechts beperkt functioneert
(13).
BotzIekte van paget
De frequentie van deze aandoening neemt toe met de leef
tijd. De etiologie kadert in een verhoging van de botaf
braak (door een virus?) met als gevolg daarvan een osteo
blastische respons die botombouw en een anarchische
hyper ostose induceert. De ziekte treft vooral het bekken,
de lange botten van de onderste ledematen, de schedel, de
wervelkolom en de humerus (risico van maligne transfor
matie).
De diagnose wordt vaak toevallig gesteld bij radiologische
beeldvorming. Als er geen complicaties optreden, is de
botziekte van Paget immers niet pijnlijk. Aanvullende
radiologische, scintigrafische en biologische onderzoeken
(elektroforese met PAL en isoPAL) ondersteunen de diag
nose, maar ook de opvolging van de evolutie, met of zonder
behandeling.