![]() door een chirurgorthopedist, waarna de patiënt snel (na 4 of 5 dagen) wordt opgenomen op de dienst geriatrische revalidatie. Een indeukingsfractuur van de wervel veroor zaakt hevige pijn gedurende 4 tot 8 weken. Ziekenhuis opname is soms nodig. De patiënt moet kort het bed houden en vooral worden behandeld met snelwerkende en efficiënte analgetica. Als na enkele weken geen verbetering optreedt, moet per- cutane vertebroplastiek (kyphoplastie) worden over wogen. Een nieuwe wervelfractuur moet steeds snel wor den behandeld om de levenskwaliteit op middellange en lange termijn te vrijwaren (8). ouderen is artrose. De diagnose en followupcriteria van deze gewrichtsaan doening zijn niet gemakkelijk te bepalen (9). Toch staat ar trose in de top 10 van de meest invaliderende aandoenin gen in de ontwikkelde landen. De aandoening is doorgaans primair, maar kan ook secundair zijn als de gewrichten zijn aangetast door een chronische ontsteking, overbelasting, een trauma of een metabole oorzaak. De gewrichten worden vaak symmetrisch getroffen. Het typische symptoom is pijn bij de beweging (bij het op staan) en achtergrondpijn en stijfheid in rust (gevoel van deblokkering). Slechts zelden treden bij artrose inflamma toire symptomen op. ratieve ziekte. Uit recente studies blijkt duidelijk dat de botkraakbeensymbiose, ondersteund door een complex inflammatoir proces, een doorslaggevend element is voor de therapeutische behandeling van osteoartrose. Deze aandoening wordt beschouwd als een multiweefselaan doening en niet zozeer als een geïsoleerde aantasting van het gewrichtskraakbeen. Het gehalte aan alkalinefosfatase, osteocalcine, collageen type 1, Il 6, IGF1, TGFbèta, PGE2, urokinase, cathepsine en metalloproteasen in het subchon drale botweefsel is hoog. De lichaamszones die het vaakst worden aangetast zijn de heup, de knieën en de handen. De diagnose is vaak klinisch, maar voor meer specificiteit en vooral voor de opvolging van de aandoening, wordt de patiënt ook doorverwezen naar de dienst radiologie. Het meest reproduceerbaar zijn metingen van de gewrichts interlinie. Chondrometrie kan manueel worden uitgevoerd of met behulp van de computer. De standaardopname blijft de doorgaans aanvaarde gouden standaard. Het ge bruik van MRI bij deze aandoening moet nog verder wor den onderzocht (10). voor de `preradiologische' diagnose van artrose, die wordt gemaakt voordat er onherstelbare kraakbeenletsels optre den. Deze biologische markers zijn afgeleid van collageen type II (11). en de vroegtijdige diagnose woedt een hevig debat, zoals onder mee bleek tijdens het laatste ESCEOcongres. Mo menteel baseren we ons op de therapeutische consensus van nociceptieve pijn van de WHO, gebruikmakend van stap 1 en spaarzaam van stap 2, en adjuvante behandelin gen. De fysiotherapeutische multidisciplinariteit is geënt op de geneesmiddelenbehandeling. Een operatie is niet uitgesloten, maar die beslissing moeten worden genomen op basis van de comorbiditeitsfactoren, de levenskwaliteit en de verwachtingen van de patiënt. De risicobatenverhouding van glucosaminesulfaat maakte het mogelijk dat dit middel zowel door de ESCEO als de EULAR vanaf 2003 het hoogste niveau van evidentie toe gekend kreeg voor knieartrose. De voorgestelde dagelijkse dosis is 1.500mg (12). Ook intraarticulaire injecties (IA) kunnen heilzaam zijn. Een IAinjectie met corticosteroïden wordt aanbevolen bij een inflammatoire episode van artrose met of zonder vochtophoping. Het vocht moet in dat geval worden ver wijderd voordat de injectie wordt toegediend. Het infil tratieschema wordt bepaald volgens de pathologie en het soort gewricht. Derivaten van hyaluronzuur kunnen intraarticulair wor den toegediend in de knie en/of de heup als het droge gewricht pijnlijk blijft en slechts beperkt functioneert (13). tijd. De etiologie kadert in een verhoging van de botaf braak (door een virus?) met als gevolg daarvan een osteo blastische respons die botombouw en een anarchische hyper ostose induceert. De ziekte treft vooral het bekken, de lange botten van de onderste ledematen, de schedel, de wervelkolom en de humerus (risico van maligne transfor matie). De diagnose wordt vaak toevallig gesteld bij radiologische beeldvorming. Als er geen complicaties optreden, is de botziekte van Paget immers niet pijnlijk. Aanvullende radiologische, scintigrafische en biologische onderzoeken (elektroforese met PAL en isoPAL) ondersteunen de diag nose, maar ook de opvolging van de evolutie, met of zonder behandeling. |