OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 3 | 2013
25
controlevrouwen van dezelfde leeftijd, gedeeltelijk los
van de botdichtheid van het ultradistale uiteinde van
het spaakbeen of de heup. Er was eerst een verschil in
polsfracturen te merken (9) en nadien in alle fractuur
types (10).
De eindigeelementenmethode geeft nog andere informa
tie over de broosheid van het bot, die niet wordt gegeven
door de gebruikelijke metingen van de botdichtheid of de
microstructuur. Zo kon bijvoorbeeld worden aangetoond
dat de belasting op de pols vooral wordt gedragen door het
corticale bot (Figuur 5) (9). Dat is in verband te brengen
met het belang van de corticale porositeit bij het optreden
van fracturen.
In die verschillende studies werd aangetoond dat de peri
fere verschillen in microarchitectuur en de mechanische
variabelen correleren met fracturen op andere plaatsen
dan de gemeten beenderen.
Over het algemeen blijken de metingen in de tibia ook be
ter te zijn dan die in het spaakbeen, misschien als gevolg
van bewegingsartefacten bij meting in het spaakbeen en
het dragende karakter van het scheenbeen.
In andere studies werd aangetoond dat verschillende fac
toren zoals roken, alcohol en lichaamsbeweging invloed
hebben op de kwaliteit van de skeletonderdelen (11).
conclusIe
Er bestaan verschillende beeldvormingstechnieken om
de microarchitectuur van het bot te evalueren (Tabel 1).
Perifere hogeresolutietomografie lijkt een veelbelovende
techniek, waarmee veranderingen van de dichtheid en de
microarchitectuur van het corticale en het trabeculaire
bot precies kunnen worden geėvalueerd en waarmee ook
de biomechanische eigenschappen van het bot in kaart
kunnen worden gebracht.
tabel 1: verschillende beeldvormingstechnieken om de microarchitectuur van het bot te evalueren
Micro-RMi
niet-ioniserende techniek, waarmee de microarchitectuur van het trabeculaire bot kan
worden geėvalueerd met een resolutie van ongeveer 150-200µm, dus een lagere resolutie
dan die van een microscanner. met een micro-mrI is het niet mogelijk om de volumetrische
botdichtheid van de verschillende botcompartimenten te meten.
Analyse van de
textuur
niet-invasieve analyse van de microarchitectuur van het bot, waarbij gebruik wordt gemaakt
van gedigitaliseerde radiografie met lage stralingsdosis en fractale modellering.
Cone Beam
Wordt momenteel vooral gebruikt in de stomatologie. met cone beam (volumetrische
tomografie met conische bundel) kan de computer een driedimensionale reconstructie
maken. vanwege de precisie en de betrouwbaarheid van die metingen gebruiken sommigen
cone beam al om de microstructuur van het bot kwalitatief te evalueren.
figuur 5: distributie van de belasting (a) op het spaakbeen geval B/d en controle c/e.*
A
1000N
D
E
B
C
Distaal
Proximaal
0
5mm
MPa
0